Vivaldi maakt van het pensioen een basisinkomen
De federale regering is uiteindelijk bevallen van een miniversie van de aanslepende minipensioendeal. Aangepaste minimumpensioenen voor minimale loopbanen en een pensioenbonus voor wie wat langer werkt, zijn verworven. Het deeltijdpensioen in combinatie met deeltijdarbeid en een aanscherping van de voorwaarden voor vervroegd pensioen bij de NMBS en het leger zijn afgevoerd.
Voor de buitenwacht wil de veelkleurige Vivaldi-coalitie bewijzen dat ze nog tot hervormen in staat is. Dat is positief, zeker met een regeerakkoord dat zo vaag is dat zowat elke beslissing een nieuwe onderhandeling vergt. In de brede context van de demografische vergrijzing demonstreert Vivaldi echter een pensioenlichtzinnigheid die wringt met de realiteit van de oplopende structurele tekorten in de sociale zekerheid.
Welke nuances en criteria men ook mag bedenken, Vivaldi staat voor een fors minimumpensioen in verhouding tot eerder minimalistische loopbanen. Onze wettelijke pensioenen zijn een sociaal contract dat pensioenrechten bouwt op werken en bijdragen. Dat intergenerationele evenwicht tussen bijdragen en uitkeringen wordt door de vergrijzing ondermijnd, met gigantische extra lasten op de schouders van de jonge generaties. Vivaldi maakt van pensioenen feitelijke basisinkomens. Het fundament van ons pensioensysteem wordt daarmee niet versterkt, maar verder verzwakt.
Politiek is prioriteiten stellen. De prioriteit is betere pensioenen via betere en langere loopbanen, zodat de combinatie van verantwoordelijkheid, solidariteit en duurzaamheid aansterkt. Het is opvallend hoe weinig politieke energie daarnaartoe gaat. De eerdere arbeidsdeal bevat zinnige maar bescheiden maatregelen, waarvan alle experts slechts een marginale impact verwachten. De sense of urgency en daadkracht voor meer werkzaamheidsgraad in een arbeidsmarkt die in lichterlaaie staat, ontbreken.
De pensioenbonus is in theorie een zinvolle maatregel om loopbanen te verlengen. Maar de internationale ervaring leert dat alleen de combinatie van een bonus met een malus voor wie vroeger stopt voldoende prikkels geeft om mensen langer aan de slag te houden. Eerdere experimenten met uitloopbanen en tijdskrediet hebben geleerd dat exitopties de loopbanen dreigen te verkorten in plaats van te verlengen. Een ernstige hervorming zou dus een bonus-malus en een robuust activeringsmechanisme bevatten. Vivaldi biedt alleen de zoethouders die de verslaving aan korte loopbanen evengoed kunnen verergeren als het afkicken ervan belonen.
De politieke partijen lijken getroffen door pensioenmoeheid, die de pensioenuitgaven nog sneller dreigt te doen stijgen.
Rest nog de extreme pensioenvoorrechten van sommige beroepsgroepen die al helemaal met belastinggeld worden betaald. De wildgroei aan voorkeursregimes die de feitelijke pensioenleeftijd en de effectieve loopbaanduur in België nog altijd bij de laagste en de kortste van Europa houden, zijn een oud zeer in de pensioendiscussie. Wat opvalt, is het verlies aan hervormingsambitie naarmate de pensioencarrousel in elke regering terugkeert.
Aan het begin van deze eeuw ambieerde België nog een heus Generatiepact om de vergrijzing te ondervangen. Een decennium later kon een federale regering nog beslissen om de volgende coalitie een voldragen pensioenvisie van een officiële pensioencommissie te schenken. De uitvoering botste telkens op vakbondsprotest en op negationisme dat elke vergrijzingsvraag met extra belastingen beantwoordt.
Terwijl de jongste babyboomer al de pensioengerechtigde leeftijd nadert, terwijl de vergrijzingskosten al miljarden aan meeruitgaven vergen, terwijl de begrotingstekorten op alarmpeil staan, lijken de politieke partijen anno 2022 vooral getroffen door pensioenmoeheid die de pensioenuitgaven nog sneller dreigt te doen stijgen.
De auteur is fellow bij het Itinera Institute in Brussel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier