Redactie Trends
Vijf minuten politieke moed
Waarom zo pessimistisch? Die vraag krijg ik in gesprekken, bij lezingen of debatten met de regelmaat van een klok voor de voeten geworpen. Ik probeer daar altijd een duidelijk en onderbouwd antwoord op te geven. Als lezer van Trends hebt u daar – zeker in deze eindejaarsperiode – uiteraard ook recht op.
Waarom zo pessimistisch? Die vraag krijg ik in gesprekken, bij lezingen of debatten met de regelmaat van een klok voor de voeten geworpen. Ik probeer daar altijd een duidelijk en onderbouwd antwoord op te geven. Als lezer van Trends hebt u daar – zeker in deze eindejaarsperiode – uiteraard ook recht op.
In feite is het allemaal erg eenvoudig. Al te vaak worden de begrippen ‘realisme’ en ‘pessimisme’ door elkaar gebruikt, of zelfs als synoniemen beschouwd. Een bekende grap luidt dat een pessimist een goed geïnformeerde optimist is. Respect voor de toehoorder of de lezer betekent dan ook een zo realistisch mogelijk verhaal te brengen. De zaken anders voorstellen, ‘met het oog op’, laat ik met plezier aan anderen over.
Het staat voor mij buiten kijf dat de mensheid, en zeker in dit land, een mooie toekomst wacht. De voornaamste reden voor dat optimisme is dat het menselijke vernuft en creativiteit ons altijd naar een hoger niveau zullen tillen. Dat gebeurt echter niet zomaar. Om de menselijke gaven optimaal tot hun recht te laten komen, is een gepaste omgeving nodig. De mens functioneert voor zichzelf en zijn medemensen het best in een duidelijk kader, met glasheldere spelregels en rigoureus respect voor de rechtsstaat. Onzekerheid moet in de mate van het mogelijke gereduceerd worden.
Dat laatste zinnetje is cruciaal. Het bevat al de ingrediënten die maken dat we moeten vaststellen dat de zaken een stuk minder goed lopen. Die vaststelling heeft niks met pessimis-me te maken maar alles met realisme. Meer nog, door de problemen telkens weer helder te duiden, kunnen we mogelijk een bijdrage leveren aan ingrepen en veranderingen ten goede. Het is nooit kritiek om de kritiek, maar altijd in functie van veranderingen en het liefst verbeteringen.
Zowel in België als in Europa kunnen we toch moeilijk spreken van glasheldere spelregels, rigoureus respect voor de rechtsstaat en beperkte onzekerheid. Die drie fenomenen werken trouwens op elkaar in en versterken elkaar. De grootste gemene deler is een falend beleid, op zijn beurt een gevolg van de onwil om de ware oorzaken van de problemen onder ogen te zien. Om zowel de kool als de geit te sparen, komen er dan vaak maatregelen die in het beste geval geen nieuw kwaad doen, maar ook niets oplossen. Maar vaak drijven de ‘oplossingen’ het probleem nog meer op de spits.
Een voorbeeld uit de Europese context maakt dat duidelijk. Geen zinnig mens kan nog ontkennen dat, als we de eurozone overeind willen houden, belangrijke bevoegdheden onverkort en onvoorwaardelijk naar het Europese niveau verplaatst moeten worden. Het heeft echt geen zin om daar nog veel in te nuanceren of te verbloemen. De realiteit is wat ze is. Alles wat ons daarvan afleidt, blijft dreigend boven en rond de eurozone hangen. De politici mogen niet vergeten dat ze nu al jaren veel beloven maar bitter weinig presteren. Men tracht nu met man en macht dat beeld te keren en geloofwaardigheid terug te winnen. Maar dat is een onwaarschijnlijk moeilijke taak, ook al omdat de prestaties aan de magere kant blijven.
In België gelden de openbare financiën als het prototype van hoe politici hun hoofd in het zand steken. Als we niet snel een pakket maatregelen doordrukken van zo’n 20 miljard euro, nagenoeg uitsluitend aan de uitgavenzijde, geeft elke ernstige projectie aan dat we met onze overheidsschuld snel van 100 procent van het bbp naar 200 procent gaan, als het al niet meer is. Toch blijven we treuzelen en halfslachtige maatregelen nemen omdat er blijkbaar geen politieke meerderheid is om te doen wat gedaan moet worden. In de verkiezingsuitslagen valt nochtans duidelijk te lezen dat de burgers dit argument niet meer aanvaarden.
En dus, beste lezer, kunnen we na zo’n realistische analyse niet anders dan neigen naar een ietwat somber beeld van de nabije toekomst. Is er dan geen hoop voor 2013 en de volgende jaren? Natuurlijk wel. Om een ex-premier te parafraseren, er is niet veel meer nodig dan vijf minuten politieke moed om dat sombere gevoel te doen omslaan in laaiend optimisme. Een toestand die u én mij veel meer op het lijf geschreven is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier