Vierde keer, goede keer?

Luc Huysmans senior writer bij Trends

F rank G. Zarb, de voorzitter en chief executive officer (CEO) van de Amerikaanse schermenbeurs Nasdaq, probeerde al driemaal vaste voet aan de grond te krijgen in Europa. Nu de vrijage van de London Stock Exchange (LSE) en de Deutsche Börse (DB) op de klippen is gelopen, wordt met spanning uitgekeken naar de volgende zet van Nasdaq. Vooral bij de vermeende kandidaat-partners giert de koorts: LSE, DB, het Zweedse OM – de bieder op LSE -, Reuters-dochter Instinet

Het brengt Zarb in zijn meest geliefkoosde positie: in het voetlicht. De grootste troef die de zelfbewuste beurskeizer telkens op de onderhandelingstafel gooit, is de kracht van het merk Nasdaq. Die sterkte mag voor een flink deel op het conto van de kwieke 65-jarige worden geschreven.

Sinds zijn aantreden in februari 1997 heeft hij de beurs volledig geherstructureerd. Hij investeerde zwaar in elektronische handel, de ontwikkeling van de website en de informatieverspreiding voor de beleggers. De beurs fuseerde in juni 1997 met de American Stock Exchange (Amex). Sinds deze zomer is Nasdaq Japan operationeel en is er een samenwerking met de beurs van Hongkong. “We zitten dichterbij een 24-urenmarkt dan iemand zich kan inbeelden. De reden daarvoor is simpel: de 24-uren-economie.”

Onder zijn conservatief aandoende uiterlijk – stijf gestreken hemd, goudgerande bril, wit haar – is Zarb een manager die steeds naar verandering op zoek is. Hij slaagt er als geen ander in om mensen met een verschillende mening bij elkaar te brengen en tot werkbare akkoorden te komen. Al merken criticasters op dat zijn bureau vol hangt met foto’s van ontmoetingen met de Amerikaanse president, de Chinese premier en de paus, terwijl zijn medewerkers intussen de tent overeind houden.

Frank Zarb werd door zijn vader, een ingeweken Maltese diepvrieshersteller, naar de Manhattan High School of Aviation Trades gestuurd. Wie een vliegtuig kan herstellen, zo redeneerde de brave man, is tenminste zeker van een job. Zarb haalde later nog een MBA aan de Hofstra University.

Zijn eerste baantje was bij de bescheiden beursmakelaar Goodbody and Company. Zeven jaar later, in 1969, stapte hij over naar Cogan, Berlind, Weill & Levitt – bijgenaamd Corned Beef with Lettuce. Bij het bedrijf van zijn vriend Sanford Weill, de huidige directeur-generaal van Citigroup (zie blz. 51), leerde hij ook Arthur Levitt Jr. kennen, de huidige voorzitter van de Amerikaanse beurswaakhond Securities and Exchange Commission ( SEC). Zarb: “Ik heb de conversie van de aandelenindustrie meegemaakt. Toen ik begon, bestond de beurs uit groepjes rijken die aandelen verkochten aan andere rijken. Maar met de opkomst van de fondsen begon Jan met de pet zijn intrede op de beurs te doen.”

Volgens Zarb is Nasdaq de kampioen van de democratisering van het aandelenbezit. “De bedrijven die bij ons staan genoteerd, creëren meer jobs dan welke beurs ook.” Dat ook Nasdaq zelf op termijn een beursnotering moet krijgen, staat voor Zarb vast. Een eerste – institutionele – plaatsing moet eind dit jaar zijn afgerond. Niet onlogisch zal Zarbs job voortaan door twee mensen worden uitgevoerd: Robert R. Glauber wordt de nieuwe CEO en voorzitter van NASD, Richard G. Ketchum zal Nasdaq voorzitten.

Republikein van huis uit, begon Zarb in 1971 onder toenmalig president Richard Nixon als assistent-secretaris voor Tewerkstelling. Drie jaar later, terwijl de oliecrisis in alle hevigheid toesloeg, werd hij door president Gerald Ford benoemd tot assistent van de president voor energiezaken: de energie-tsaar. “Nooit heb ik harder moeten werken dan toen ik probeerde de lange rijen wachtenden voor tankstations in te krimpen,” waarschuwde hij een paar weken geleden de Britse premier Tony Blair.

Bij het aantreden van de democratische president Jimmy Carter in 1978 was beurshuis Lazard Frères & Co er als de kippen bij om Zarb in te lijven als senior partner. Echt opvallen deed Zarb pas weer toen hij tien jaar later door zijn vriend Weill, op dat moment voorzitter van Primerica, een financiëledienstenbedrijf, werd gevraagd een ommekeer te forceren bij dochter Smith Barney. De zware verliezen van 1987 en 1988 veranderde hij in een bijna-recordwinst van 50 miljoen dollar in 1989. Vijf jaar later deed hij die oefening nog eens dunnetjes over bij verzekeraar Alexander & Alexander Services, dat hij in 1997 verkocht aan sectorgenoot Aon.

Bij zijn aantreden als hoofd van Nasdaq gingen veel waarnemers ervan uit dat Zarb voor zichzelf een rustige fin-de-carrièrejob had uitgezocht. Vier jaar later blijft van die verwachting niet meer veel overeind. Toch betwijfelen velen of hij de geschiedenis zal ingaan als de man die de aandelenhandel heeft geglobaliseerd. Er zijn weinig fervente voorstanders van een 24-urenmarkt. Bovendien komen daarvoor geen honderden aandelen in aanmerking: de meeste handel vindt plaats wanneer de beurs in het thuisland open is.

Bovendien legt Nasdaq weinig op de onderhandelingstafel van de Europese beurzen, zeggen critici. “Nasdaq is een gorilla van 800 miljard dollar met een noteringssysteem dat drie keer per dag crasht.” Het nieuwe handelssysteem – SuperMontage – werd beloofd voor eind dit jaar, maar roept veel weerstand op bij de ECN’s (Electronic Communication Network).

Net die ECN’s – platformen die automatisch koop- en verkooporders matchen – waren voor Zarb vier jaar geleden het middel om op vraag van de SEC de spread (het verschil tussen bied- en laatprijzen) te verkleinen. Nu heeft één ECN, Archipelago, aangekondigd nog voor het einde van dit jaar een zelfstandige beurs te willen worden. Waarmee Zarb ongewild een nieuwe concurrent van Nasdaq in het leven heeft geroepen.

luc huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content