Video in beweging
Het realiseren en doorsturen van bewegende beelden op Internet vormt een enorme technologische uitdaging. De meest recente ontwikkelingen zouden het proces moeten versnellen.
Toen Star Wars op zijn officiële website uitpakte met de videocliptrailers van zijn nieuwste film, The Phantom Menace, downloadden ruim 10 miljoen Internet-gebruikers deze op hun computer – dat bewijst eens te meer dat video op Internet in de lift zit.
ABC, CNN en andere nieuwsagentschappen maken steeds vaker gebruik van videoclips op hun websites; en enkele weken geleden lanceerde Euronews, het pan-Europese nieuwsagentschap, een videonieuws-service op Internet. “Het Web bereikt een heel groot aantal huiskamers en groeit gestaag. Dit is een goede manier om onze distributie, meer bepaald in Noord-Amerika, uit te breiden,” aldus Martyn Wheatly, de managing director.
Ook op andere gebieden is Internet-video terrein aan het winnen, zoals in de marketing, op het vlak van thuisstudie, on line training en bedrijfscommunicatie. Philips, het Nederlandse elektronicabedrijf, introduceerde pc-camera’s om “videomail”-berichten te verzenden (v-email). “Binnen vier à vijf jaar zal v-email de persoonlijke e-mail hebben vervangen,” voorspelt Hugh Brogan, chief executive bij Philips PC Peripherals.
De bestanden verlichten
Toch vormt het invoeren en verzenden van videobeelden op Internet technologisch gezien een veel grotere uitdaging dan het verzenden van tekst of geluid. Probleem nummer 1 is de grootte van de videobestanden: het downloaden van een videoclip van één minuut van het Internet kan meer dan twintig minuten in beslag nemen.
Probleem nummer twee is de bandbreedte – de verbindingssnelheid tussen het Internet en thuis of kantoor. Over het algemeen geldt dat hoe groter de bandbreedte is, des te sneller de gegevensoverdracht en des te beter de videokwaliteit.
Eén van de sleuteltechnologieën
voor Internet-video is compressie. Er zijn verschillende soorten compressie mogelijk: sommige zijn gedeponeerd, andere overeengekomen via internationale comités; alle zijn erop gericht om de grootte van het oorspronkelijke videobestand behoorlijk te doen slinken mét behoud van een prima beeldkwaliteit.
De Moving Pictures Expert Group ( MPEG) van de International Standards Organisation ( ISO) en de International Electrotechnical Commission ( IEC) heeft een aantal compressienormen opgesteld. Eén daarvan, MPEG-4, waaraan vorig jaar de laatste hand werd gelegd, is ontworpen voor systemen met een lage bandbreedte zoals videofoons en computernetwerken, met inbegrip van Internet.
Bewegende video omvat een reeks stilstaande beelden of frames die zo snel worden weergegeven dat onze hersens deze als een bewegend beeld registreren. Het MPEG-4 systeem maakt gebruik van complexe mathematische algoritmen om zich van overbodige beeldcapaciteit te ontdoen, zodat het slechts 60 seconden kost om een MPEG-4 videoclip van één minuut via ISDN door te zenden.
Ondertussen heeft de Japanse elektronicagroep Matsushita een uitbreiding van de MPEG-4-norm ontwikkeld. Het systeem, multi-layered video compression ( MLVC) genaamd, zorgt naar verluidt voor een betere beeldkwaliteit en een vloeiender videobeeld.
Het MLVC-systeem beschouwt een videofragment als een structuur met vele lagen, en elk van die lagen vertegenwoordigt een element of object. Zo vormt iemand die voor een muur staat bijvoorbeeld één laag en de muur een andere laag. Matsushita’s systeem maakt gebruik van een techniek die bekend staat als de multi-layered adaptive bit allocation, die afhankelijk van de textuur, de vorm en de mobiliteit aan elke laag een aantal bits toewijst. Het menselijk oog is gevoeliger voor visuele artefacten in stilstaande beelden dan in fragmenten met heel veel beweging. Daarom zullen er meer bits worden toegewezen aan een stilstaand dan aan een bewegend beeld.
Fragment in real time
De meeste videobeelden op Internet zijn “lopende” beelden ( streaming videos). In plaats van het downloaden van een groot videobestand op de harde schijf van een pc en het vervolgens af te spelen, maken streaming videos het voor de gebruikers mogelijk om een videofragment in real time te bekijken. Koploper in de streaming videotechnologie is Real Networks in de Verenigde Staten – maar liefst 38 miljoen geregistreerde gebruikers maken gebruik van RealPlayer, hun streaming media software.
Eén van de problemen waarop fabrikanten van videoproducten stuiten, is dat sommige Internet-gebruikers langzame modems hebben terwijl anderen een veel snellere aansluiting krijgen. De traditionele oplossing bestond erin om voor de kleinste gemeenschappelijke noemer te kiezen, zodat iedereen de videoclip, los van de verbindingssnelheid, kon afspelen. Dit gaat echter ten koste van de beeldkwaliteit.
Het alternatief is de gebruikers een selectie van videoclips te bieden die geoptimaliseerd zijn voor verschillende snelheden van downloaden, maar dit jaagt de ontwikkelingskosten omhoog. Met de laatste versie van RealPlayer, G2, kunnen ontwikkelaars multiple video streams produceren die gecodeerd en in één enkel bestand ondergebracht kunnen worden. De videoserver van RealPlayer controleert de verbindingssnelheid van een pc en zendt dan automatisch de gepaste video stream door.
Microsoft heeft een beta (prototype) versie van de Windows Media Technologies 4.0 op de markt gebracht, waarin een systeem is opgenomen dat als intelligent streaming bekend staat. De software van Media Player, die op de pc zit, selecteert automatisch de videostroom die zich het beste leent voor de beschikbare bandbreedte. En als het gegevensverkeer vertraagt (wat vaak voorkomt op Internet), geeft de software aan de videoserver door dat hij moet stoppen met het verzenden van video, maar het audiospoor wel mag laten doorlopen. De meest recente Quick Time-versie van Apple Computer biedt eveneens uitstekende video streaming systemen.
Het goede nieuws
voor videofabrikanten en eindgebruikers is dat zij de komende jaren zullen kunnen kiezen uit een aantal zeer snelle verbindingen van gegevens. Kabelbedrijven werken momenteel aan netwerken met kabelmodems die gegevens met een snelheid van miljoenen bits per seconde kunnen doorzenden. In België verkopen Telenet, TVD en Wolu-TV een dergelijke service. Satelliet-operators bieden snelle Internet-diensten vanaf satelliet aan. En telefoniebedrijven zoals Belgacom verkopen Asymmetric Digital Subscriber Line ( ADSL) abonnementen, die theoretisch snelheden van twee tot zes megabits per seconde via een gewone telefoonlijn toelaten. Geen wonder dat John Swingewood, directeur van de afdeling Internet en multimediadiensten bij British Telecommunications, stelt: “Over een paar jaar zal bandbreedte niet langer een probleem vormen.” Binnen enkele jaren zullen de gebruikers kunnen kiezen tussen verschillende, uiterst snelle gegevensverbindingen.
Financial Times.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier