Vertrouwens- kwestie
Hoe goed of hoe slecht gaat het in het domein van het industrieel vastgoed en de bedrijfsterreinen ? Drie vooraanstaande aannemers geven hun visie.
De situatie in de bouwsector is momenteel niet schitterend. Ook de industriebouw ondervindt hiervan de gevolgen van. Geschikte terreinen worden schaars, bedrijfsleiders stellen de bouw van een nieuw pand uit. Een gesprek met Paul De Meester van Besix, Eric Verbeeck van Interbuild en Peter Galliaert van Vooruitzicht.
Immotrends. Kan u de problemen van de markt voor industrieel vastgoed kort schetsen ?
Paul De Meester (Besix). Met het industriële vastgoed (semi-industriële gebouwen, opslagruimten,…) gaat het niet schitterend, ondanks berichten van een zekere heropleving in de sector. Ondernemingen investeren eerst in nieuwe machines, die het bedrijf moderner maken en toelaten met minder personeel hetzelfde werk uit te voeren.
Peter Galliaert (Vooruitzicht). Zeer juist. Een drukkerij met bouwplannen contacteert een aannemer of projectontwikkelaar en discussieert vaak wekenlang om de kostprijs van een nieuwe vestiging van 35 op 33 miljoen frank te brengen. Terwijl dezelfde bedrijfsleiders de dag nadien in één uur een nieuwe drukpers van 100 miljoen kopen.
Toch even aanstippen dat de verkoop van industriegronden wel goed loopt. Veel ondernemingen kopen een stukje land met de bedoeling er later een nieuwe fabriek of nieuwe kantoren op te bouwen. Zodra het economisch wat beter gaat, zullen ze hun bouwplannen concretiseren.
Eric Verbeeck (Interbuild). De industrie voert de noodzakelijke aanpassingswerken uit, maar doet geen vertrouwensinvesteringen. Oude, verouderde en onaangaste panden staan vaak zeer lang leeg. Ik pleit voor het Angelsaksische model : sneller durven overgaan tot de afbraak van verouderde en leegstaande gebouwen en ze vervangen door nieuwe, modernere panden. Let op : ik pleit hier niet voor blinde sloopwerken, wèl voor de afbraak en de vervanging van wat overbodig is geworden.
ImmoTrends. Er zouden te weinig bruikbare gronden voor industriepanden overblijven ?
De Meester. Inderdaad. Maar dat is in feite een probleem voor morgen. De meeste industriëlen hebben nog voldoende gronden achter de hand om te bouwen of uit te breiden. Ze wachten enkel op economisch betere tijden. Ik roep de overheid echter op om soepeler de bestemming van terreinen van landbouwgrond naar industriegrond te wijzigen. De wetgeving op dat vlak is al te rigide. Gewestplannen moeten vlotter aan de logica worden aangepast, zonder te bruuskeren of waardevolle gebieden aan te tasten.
Verbeeck. We kunnen op dat vlak nog heel wat leren van de Japanners. Die spelen sneller in op nieuwe of gewijzigde behoeften. In Japan bekijkt men na elke periode van twee jaar de gewestplannen opnieuw. Die plannen worden dan als het ware opengesteld, meestal voor een periode van één maand, en aangepast aan nieuwe situaties, nieuwe behoeften. Bepaalde gebieden kunnen door omstandigheden nutteloos zijn geworden voor de landbouw. Maar een gewestplan verhindert dat de terreinen in kwestie industriegrond zouden worden.
Galliaert. Niet alleen van landbouwgrond industriegrond maken is moeilijk. Er zijn zelfs een aantal terreinen die op het gewestplan staan ingekleurd met de bestemming “uitbreiding kmo-zone”, terwijl het onnoemelijk lang duurt alvorens er effectief industriegebouwen mogen worden gebouwd. Ook de bedrijven gaan echter niet altijd vrijuit. Indien ze hun industrieterreinen aantrekkelijker maakten, zou er minder weerstand opduiken van omwonenden. Een tof gebouw, omzoomd met groen, zou passanten al niet meer de indruk geven in een industriepark rond te lopen.
Geert Wellens
NIEUWE INDUSTRIEPANDEN De schaarste aan bruikbare terreinen vormt een probleem.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier