VERSTOMMEND APPLAUS
Johan Vande Lanotte wil de concurrentiepositie van de Belgische ondernemingen verbeteren. Applaus!… Of toch niet?
Met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht, begint ook de profileringsdrang van de politieke partijen toe te nemen. En hoewel het onderwerp niet meteen met gemeentepolitiek te maken heeft, besteedt de SP.A opmerkelijk veel aandacht aan de sociaaleconomische problematiek. Vooral de elektriciteitsmarkt mag op belangstelling van voorzitter Johan Vande Lanotte rekenen.
Economie volgens de SP.A. Vande Lanotte slaat terecht op deze nagel. Uit diverse internationale studies blijkt dat de elektriciteitsprijs voor kmo’s in België beduidend hoger ligt dan het gewogen gemiddelde van de buurlanden. Aangezien de elektriciteitsfactuur een onderdeel vormt van het kostenpakket- en voor een aantal ondernemingen zelfs een vrij substantieel onderdeel – weegt dit op de internationale concurrentiepositie van de Belgische bedrijven.
De SP.A-voorzitter wil dit euvel, dat onder meer een gevolg is van de niet-competitieve verhoudingen op het vlak van elektriciteitsproductie en -distributie, nu aanpakken. Wat applaus verdient, al rijst meteen de vraag waarom hij daar tijdens zijn vele jaren als vicepremier van de federale regering klaarblijkelijk minder wakker van lag.
En het applaus verstomt al helemaal als je even stilstaat bij de manke economische analyse van de Oostendse voorman. “Het probleem van onze competitiviteit,” zo verkondigde Vande Lanotte in een recent interview in de krant De Tijd, “is niet dat de reële lonen te sterk stijgen, maar wel dat onze index te fel de hoogte ingaat.” Volgens Vande Lanotte moeten we ervoor zorgen dat “de index minder snel stijgt, iets wat je realiseert door de inflatie te verlagen, en dus de evolutie van de prijzen te matigen.”
Loonkosten, loonkosten, loonkosten. Minstens drie fundamentele bedenkingen dringen zich op. Ten eerste, het is bizar dat Vande Lanotte het plots over reële lonen heeft. België heeft, zoals wel meer West-Europese landen, onmiskenbaar een loonkostenprobleem. Recente rapporten van onder meer de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Nationale Bank en de denktank VKW Metena tonen dit glashelder aan. Om dat te bewijzen, heb je zelfs geen gekunstelde vergelijkingsoefeningen op het vlak van relatieve loonkosten nodig. Neen, onze blijvend zwakke prestaties op het vlak van jobcreatie zijn het ultieme bewijs van het Belgische loonkostenprobleem.
Ten tweede is de impact die België als zeer open euro-economie kan uitoefenen op de eigen inflatie zeer beperkt. Vooral het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) werkt bepalend voor de inflatie in ons land. Een meer veralgemeende prijsreglementering biedt theoretisch de mogelijkheid om de inflatie te onderdrukken, maar de negatieve neveneffecten van zo’n beleid overtreffen ruimschoots de voordelen. De overheid kan ook via begrotingsoverschotten proberen om de inflatie onder het eurogemiddelde te brengen. Op die manier wordt immers vraag uit de economie weggezogen. Maar als minister van Begroting taxeerde Vande Lanotte begrotingsoverschotten nog “als maatschappelijk niet verdedigbaar”.
Ten derde zijn Belgische bedrijven, op enkele uitzonderingen na, price takers op de internationale markten. Zij kunnen extra marktaandeel winnen door net onder die internationale prijs te duiken. Die strategie kan echter alleen werken als er aan de kostenzijde mogelijkheden zijn om de winstmarge toch nog enigszins intact te houden. Concurreren via lage inflatie kan dus alleen werken als er een strenge kostenbeheersing mee gepaard gaat.
Zonder het blijkbaar goed te beseffen, pleit de SP.A-voorzitter met zijn inflatieverhaaltje dus ook voor loonkostenmatiging.
Johan Van Overtveldt is directeur van de denktank VKW Metena.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier