(Belga) Bedrijven die verplicht zijn om een bedrijfsrevisor aan te duiden, maar dat niet doen, mogen niet langer ongestraft blijven. De parketten moeten daar actie tegen ondernemen. Dat heeft Michel De Wolf, de aftredend voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), vandaag gezegd tijdens zijn afscheidspersconferentie. Hij hoopt ook op een grotere rol voor de revisoren in het maatschappelijk debat, bijvoorbeeld over het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden.
Ongeveer 20.000 bedrijven in België zijn wettelijk verplicht om een revisor aan te stellen, bijvoorbeeld omdat ze minstens 100 werknemers tellen. “Daarvan zijn er 800 die duidelijk binnen de criteria vallen, maar toch geen geen commissaris hebben”, aldus De Wolf. “Dat is onwettelijk, illegaal en oneerlijk.” De aftredend IBR-voorzitter wijst erop dat er straffen voorzien zijn, van boetes tot gevangenisstraffen, maar dat er momenteel amper actie ondernomen wordt. “Men kan niet langer tolereren dat bepaalde bedrijven een ‘zwarte doos’ blijven, doordat ze geen commissaris aanduiden. De parketten moeten die vennootschappen vervolgen.” Volgens De Wolf kan het IBR ook een grotere rol spelen in het maatschappelijk debat, dankzij “de expertise en de neutrale en onafhankelijke visie” van de revisoren. “Waarom zou ons standpunt niet gevraagd worden in het dossier van het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden”, luidt het. Het driejarig mandaat van De Wolf loopt op 26 april af. Hij wordt dan opgevolgd door huidig ondervoorzitter Daniel Kroes, die enkel nog formeel aangeduid moet worden. (Belga)
