‘Vermogenswinstbelasting treft vooral middenklasse’
“Het is een illusie dat een vermogensmeerwaardebelasting het geld zal halen waar het zit”, voorspelt fiscaal advocaat Jan Tuerlinckx. “Grote kapitalen zijn immers erg mobiel. Ze kunnen in het buitenland fiscaal geoptimaliseerd worden in perfect legale constructies.”
De vehikels waarmee vermogende families hun fortuin verstoppen, hoeven niet eens in exotische landen te liggen. De Luxemburgse banken verwelkomen de vermogende Belgen met open armen. “Dat land biedt een uitstekend bancair systeem en stabiliteit op lange termijn. Fiscaal voordelige vennootschapsstatuten worden er geschreven op maat van rijke Belgische families”, signaleert Tuerlinckx. “Juridisch is alles perfect geregeld in een transparant kader. Dat is deloyale concurrentie, maar de fiscale soevereiniteit laat dit perfect toe.”
Ook Antoon Van Zantbeek, advocaat bij het in fiscaliteit gespecialiseerde kantoor Rivius, denkt dat grote vermogens buiten schot blijven. “Een rijkenbelasting is niet realistisch”, zegt hij. “In 2012 moest de politiek het idee van zo’n belasting al na enkele maanden afvoeren. En mocht de regering er toch in slagen de rijkste Belgen te belasten, dan zijn die na enkele maanden weg, naar het buitenland. Niet alleen de Belgen trouwens. Ook de fiscale vluchtelingen uit Frankrijk, Nederland en Duitsland zouden hun biezen pakken. Aan het einde van de rit heeft de fiscus waarschijnlijk minder inkomsten, omdat minder besteed wordt in België. En dan zal de overheid het geld zoeken waar ze het kan vinden: bij de middenklasse.”
En die is zwaar aangepakt door de vorige regering, signaleren heel wat fiscalisten. “De liquidatiebonus heeft de zelfstandige middenklasse financieel zwaar getroffen”, weet Tuerlinkckx. “Een vermogensmeerwaardebelasting zou hen nog eens pakken.”
“Voor de slager die heel zijn leven werkt, zo jobs creëert en bijdraagt aan de RSZ, is zijn vennootschap een spaarpot”, vervolgt Tuerlinckx. “Hij betaalt braaf zijn vennootschapsbelasting en de roerende voorheffing op zijn dividenden. En als hij stopt, passeert de fiscus nog eens langs de kassa. Correct is dat niet.”
Her en der gaan stemmen op om winsten uit de verkoop van aandelen te belasten. Anton Van Zantbeek wijst erop dat er in België al zo’n belasting bestaat. “De meerwaarde op speculatieve transacties wordt belast met een tarief van 33 procent. Maar de administratie past die regel zelden toe. Hoe definieer je speculatie? Valt een zelfstandige die de aandelen van zijn bedrijf verkoopt na jaren ondernemen eronder? Neen, zegt mijn gezond verstand. Maar wat als ik een aandeel koop voor 10 euro en dat morgen verkoop voor 11 euro. Ik noem dat speculeren. De belastingadministratie niet.”
Een rondzendbrief die dat soort transacties interpreteert, kan de overheid heel wat inkomsten opleveren. In principe toch. Van Zantbeek: “De jongste tien jaar daalde de Bel-20-index. Veel meerwaarde viel er dus niet te belasten. Een debat over de meerwaardebelasting ontstaat meestal in tijden van crisis. Net als de beurs het minder doet. Dat is nogal surrealistisch.”
Roerende voorheffing verhogen
Van Zantbeek oppert de bekende paden te bewandelen. “Nieuwe belastingen liggen moeilijk. Daarom kan de regering beter werken met de beproefde concepten om de vermogens te belasten. Ze kan de roerende voorheffing beter verhogen.”
Dat moet dan wel passen in een grotere belastinghervorming. “Bij heel wat van mijn klanten bestaat de indruk dat de politieke discussie over een taxshift gewoon een aanzet is om globaal een belastingverhoging door te voeren, zonder de belasting op arbeid te verminderen”, zegt Van Zantbeek. “Deze rechtse regering zou zich dat — als ze cynisch redeneert — nog meer kunnen veroorloven dan Di Rupo. Als ze dat snel doet, is de kiezer het misschien zelfs vergeten tegen de volgende verkiezingen.”
HANS BROCKMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier