De maximale loonmarge boven op de indexaanpassingen bedraagt de komende twee jaar 0,4 procent, berekende de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Dat is te laag voor te vakbonden. De werkgevers vinden dat in deze moeilijke tijden te hoog. De onderhandelingen om de loonnorm vast te leggen, zullen moeilijk verlopen. Ook omdat het debat opnieuw verkeerd wordt gevoerd. De toename van 0,4 procent komt boven op de gegarandeerde loonindexering (geraamd op +2,8%) en baremieke verhogingen (tot +0,5%). Een totale loonstijging van minstens 3,2 procent is dus mogelijk. België is zowat het enige land ter wereld met zo’n systeem. Elders maakt de aanpassing van de lonen aan de levensduurte deel uit van sociale onderhandelingen. Als Duitsland straks loonakkoorden afsluit die de indexering niet volledig doorvoeren, dreigt de concurrentiekracht van onze bedrijven te verzwakken.
Ondoordachte loon- stijgingen zijn een risico voor het herstel.
Met het maximale loonakkoord vervalt ons land in de fouten die vroeger de loonkosten hebben doen ontsporen. Toch blijven de vakbonden druk zetten. Zij stellen dat sommige sectoren recht hebben op een royaal akkoord omdat ze amper iets hebben gevoeld van de coronacrisis. Dat klopt niet. Alle sectoren zijn geraakt. De activiteit in de farma en de chemie lag in december nog altijd 10 procent onder het normale niveau. Ondoordachte loonstijgingen zijn een risico voor het herstel en doen de werkloosheid toenemen.
Volgens de vakbonden heeft de crisis de koopkracht aangetast en moet een maximale loonmarge die optrekken. Dat klopt niet. Dankzij de steunmaatregelen had 74 procent van de gezinnen geen inkomensverlies. De beste manier om de koopkracht te garanderen is jobbehoud en -creatie, via een gematigd loonakkoord.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier