Verlanglijstje voor de volgende 2 jaar
Beleggen is deels berekening en deels emotie. Het sentiment is nog steeds zwaar negatief. Maar tegen de huidige koersen zien de rekensommen er – ondanks de economische recessie – weer wat beter uit. Het is tijd om een verlanglijstje voor de komende twee jaar te maken.
Beleggen is deels berekening. Van enkele variabelen is de directe invloed op de beurskoersen redelijk gekend. Dat is het geval voor de winst, de winstgroei en de intrestvoeten. Ook de koers-winstverhouding is zo’n relevante indicatie. Elke koersontwikkeling heeft een belangrijke rationele component enerzijds, en een emotioneel of speculatief bestanddeel anderzijds.
Voor diegenen die reeds jaren meedenken met Buffett, Bogle, Barton Biggs of Roland van der Elst zijn de grote koersaanpassingen van de voorbije 2 jaren dan ook geen verrassing. De koersevolutie van 1985 tot 2000 kon niet voortduren, en de lage gemiddelde volatiliteit van de grote indices evenmin. Voor wie de economische boom in het tweede deel van de jaren negentig identificeerde als een technologieboom, komt de huidige telecomrecessie niet als een verrassing.
Geknoei. Rationele voorspellingen over een leidende index zoals de S&P500 wijzen op een flinke verbetering in vergelijking met twee jaar geleden. De mate dat er geknoeid kon worden met de bedrijfscijfers in de Verenigde Staten, leidt er nochtans toe dat het relevante winstcijfer, dat ten grondslag ligt aan de rationele component van de koersvoorspelling, méér dan anders aan onzekerheid onderhevig is.
Met een methode ontwikkeld door John Bogle maken we een voorspelling van de rationele beursverwachting voor de volgende tien jaar. Daarbij houden we rekening met de verwachte winstontwikkeling enerzijds, en met een terugkeer van de huidige koers-winstverhouding naar een gemiddelde ratio op lange termijn. Met die methode had men in 2000 voor de S&P500 een rationele verwachting voor de volgende 10 jaar een povere jaarlijkse return van 2,6%. In 2002, na de forse koersdalingen en met dezelfde methode, heeft men een verwachting van 6,4%. Zeker nog niet zo goed als het gemiddelde, maar een enorme verbetering. Voor de Bel20 is onze verwachting 8,5% tot 10% return.
Niet alleen rationaliteit. De beurs heeft ook een emotionele component. Die wordt beïnvloed door een reeks factoren. Zo zijn beleggers hun vertrouwen kwijt in adviseurs die met het momentum zijn meegegaan. Tussen 1990 en 2000 bedroeg de totale beursreturn 18,3%. Daarvan is 8,3% toe te schrijven aan momentum of enthousiasme. Slechts 10% aan rationele basisfactoren.
De recente koersontwikkeling is belabberd, maar ook de politieke en militaire omgevingsfactoren kunnen geen vertrouwen wekken. Onder de tandem Bush-Rumsfeld is Amerika zijn positie van politiek leider van het Westen snel aan het verkwanselen. De militaire actie die ondernomen werd in Afghanistan heeft de vijand verdreven en verspreid, maar heeft hem niet overwonnen. Een inval in Irak zal Israël als dominante militaire macht in het Midden-Oosten bevestigen. Dat betekent echter niet minder, maar juist meer oorlog. En wat willen deze nieuwe Napoleons na Irak? Iran en Noord-Korea? En kan dat allemaal zonder inflatie te veroorzaken? Want de hamvraag is: hoe zullen die oorlogen gefinancierd worden? Bij de traditioneel trouwe bondgenoot Duitsland werden Schröder en Fisher verrassend herverkozen door zich te profileren tégen de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten. Maar als Europa een geloofwaardige onafhankelijke koers van de VS wil waarmaken, zal het moeten herbewapenen. Nog slechts 33% van de Zuid-Koreanen heeft een positieve dunk van de VS, vergeleken met 67% een jaar geleden. In België zal de respons wel niet erg verschillend zijn. Met Achile van Acker was het ” J’agis, et puis je réfléchis.” De paters jezuïeten onderwezen: “Blijf denken terwijl je in actie bent.” Bush jr. wendt zich tot papa en vraagt: “Denken, wat is dat?”
Betere vooruitzichten. Wat levert die context de beleggers op? De onmiddellijke emoties zijn nog steeds negatief. Uitschieters naar beneden zijn nog waarschijnlijk. Maar de rationele returnvooruitzichten zijn al flink verbeterd. Op hun zwakke dagen worden geleidelijk aan meer titels terug voor de lange termijn koopbaar. De effecten van de huidige recessie moeten verwerkt worden, maar het koerspeil van vertrek ligt nu geleidelijk aan beter. Dat is in België meer het geval dan in de VS. De cashcomponent in veel portefeuilles is hoog: hoelang moet het poeder droog blijven? Ik denk dat de tijd gekomen is om te bouwen aan de lijst van 15 tot 20 ondernemingen om zich in de loop van de volgende 2 jaar in te engageren door tegen lage koersen in te stappen.
Emiel Van Broekhoven
De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de Vlaamse Federatie van de Beleggingsclubs en de Beleggers.
Bush junior wendt zich tot papa en vraagt: “Denken, wat is dat?”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier