VERHOFSTADT IS TE OPTIMISTISCH
De aandelenbeurzen doen de jongste maanden denken aan een afdaling van de Alpe d’Huez: ze gaan zo steil naar beneden dat je er tranen van in je ogen krijgt. Hoeveel pijn doet de beurscrash aan de economie zoals we die dagelijks ervaren? Om dat te weten, moeten we in de eerste plaats de gevolgen van de beurskoersen op de economische groei bekijken. Groei oefent tenslotte een grote invloed uit op tewerkstelling, inkomen, investeringen en de toestand van de publieke financiën.
Een boeiende analyse van de impact van de beurskoersen op de economische groei verscheen in mei 2000 bij het Internationaal Monetair Fonds ( IMF). Auteur Paolo Mauro zegt dat hij vandaag nog steeds achter de conclusies van zijn toenmalige onderzoek staat. Hij blijft ervan overtuigd dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen aandelenkoersen en economische groei, en niet omgekeerd. Mauro berekent wat we zouden kunnen omschrijven als groei-elasticiteit: de mate waarin de economische groei met één jaar vertraging reageert op de evolutie van de aandelenkoersen. De tabel Aanslag op de groei zet voor een aantal geïndustrialiseerde landen die elasticiteit op een rijtje, samen met Mauro’s schatting van de zogenaamde trendgroei: de groei die de landen zouden kennen als ze van externe schokken, positief of negatief, gespaard blijven.
De tabel geeft het te verwachten effect van een daling van de aandelennoteringen met 30% weer. Zoals verwacht, hebben vooral in de Angelsaksische landen (Australië, Canada, Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten) de aandelenbeurzen een aanzienlijke impact op de economische groei. De weerslag van de aandelenkoersen op de economische groei is tweeërlei. Ten eerste verminderen de particuliere bestedingen, omdat substantiële waardedalingen van aandelenportefeuilles de rijkdom van de beleggers aantasten. Ten tweede zijn ondernemingen bij lage koersen minder geneigd om vers kapitaal aan te trekken voor investeringen.
Als gevolg van de beursdaling van de Bel20 met 30% sinds begin dit jaar, moet volgens de berekeningen van Paolo Mauro de economische groei in België met 0,96 procentpunt neerwaarts worden bijgesteld ten opzichte van de trendgroei van 2%. We moeten voor volgend jaar dus rekening houden met een groeicijfer van ongeveer 1%, op voorwaarde dat de omgevingsfactoren niet verder verslechteren. De groei kan bijvoorbeeld worden aangetast als de internationale concurrentiepositie van onze ondernemingen achteruitgaat.
We mogen deze becijferingen natuurlijk niet al te letterlijk interpreteren. Wat ze echter wel ondubbelzinnig aangeven, is dat de regering- Verhofstadt zich niet als een goed huisvader gedraagt door in de begroting van 2003 rekening te houden met een reële economische groei van 2,1% (zie Opinie, blz. 127). Een ernstig, niet electoraal gedreven beleidsteam zou daar exact één procentpunt onder zitten.
We moeten voor volgend jaar rekening houden met een groeicijfer van ongeveer 1%, op voorwaarde dat de omgevingsfactoren niet verder verslechteren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier