Verhalen van alledaagse waanzin (op kantoor)
Het kantoor is een slagveld, waarin absurditeit en repressie hand in hand gaan. Martijn Vroemen houdt managers én medewerkers een even hilarische als bittere spiegel voor.
U moet creatiever, enthousiaster, geëngageerder, communicatiever en teamgerichter werken. Maar u wordt wel afgerekend op het punctueel navolgen van de onbetwistbare directieven van de baas, op het halen van de almaar toenemende productiviteit en op uw individuele prestaties. Met andere woorden: zwoeg en zwijg. Herkent u die werksituatie? Dan zult u lachen, gieren of… helemaal instorten tijdens het lezen van Kantoorlog. Misschien werkt het opvallend fraai vormgegeven, atypische managementboek van de Nederlandse consultant Martijn Vroemen wel als een troostende spiegel: u merkt dat uw waanzinnige werksituatie veeleer regel dan uitzondering is.
Kantoorlog lijkt dan ook verdacht veel op een verhalende versie van de notoire managementcartoon Dilbert, waarin Scott Adams de absurditeit van het management toont. Die vergelijking loopt evenwel mank. Terwijl Adams de draak steekt met het leven op kantoor, hanteert Vroemen vooral de spiegel. Het leeuwendeel van het boek beschrijft én verwijst. Die nauwelijks te stelpen vloed van verwijzingen verraadt een ontzagwekkende eruditie en een scherp inzicht in management(blunders). Vroemen analyseert en becommentarieert met steun van mythen, romans, psychologie, biologie, kunst – de titels en verklaringen buitelen over elkaar heen. Zelfs sprookjes worden erbij gehaald. Bij de observatie van een kostenreductie denkt hij zelfs aan de ouders van Hansje en Grietje: “Die hadden het óók niet makkelijk. Ze besloten zelfs hun hongerige veelvraten van kinderen in het bos achter te laten.” De kinderen worden gevangen genomen door een heks. Het beeld van Hansje die vetgemest wordt door de heks doet misschien inzien dat het uitbesteden van een afdeling elders behoorlijk wat winst oplevert.
Niet toevallig doemen de schrijver Franz Kafka en de surrealistische schilder René Magritte prominenter op. In Het proces van Kafka wordt een kantoorslaaf aangeklaagd en ter dood gebracht zonder dat er ooit een aanklacht is. De man verzet zich uiteindelijk niet meer, hij ondergaat de bureaucratie, de repressie, de – dodelijke – absurditeit. Op de schilderijen van Magritte merk je “hoe abnormaal het normale kan zijn, hoe subjectief de werkelijkheid is en hoe absurd de geest kan denken.” Vroemen kiest zijn voorbeelden en referenties niet lukraak. Hij wil de vervreemding duidelijk maken en de moeizame, vaak vruchteloze zoektocht naar zingeving op het werk. Hij slaagt cum laude in de beschrijving van zijn these, geeft een aanzet tot een antithese, maar faalt in de synthese: de wijze waarop een organisatie dan wel moet draaien, komt niet bijster goed uit de verf.
Martijn Vroemen, Kantoorlog – De strijd tussen zingeving en vervreemding. Scriptum, 288 blz., 24,95 euro.
Luc De Decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier