“Vergrijzing is een positief verhaal”
Advertorial verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
We worden ouder en blijven meestal ook langer gezond. Maar door die vergrijzing lopen uiteindelijk ook de kosten voor pensioenen en gezondheidszorg op. Een belangrijk vraagstuk is dus hoe we de vergrijzing betaalbaar houden. Toch mag de focus niet eenzijdig op die vraag liggen, vindt gezondheidseconoom Lieven Annemans: “Vergrijzing is in de eerste plaats een positief verhaal!”
Er gaat geen week voorbij zonder discussie over de betaalbaarheid van onze gezondheidszorg en pensioenen. Het is één van de grote uitdagingen waar onze politici voor staan: vandaag maatregelen nemen zodat de kosten op lange termijn betaalbaar blijven.
Soms ontstaat de indruk dat regeringsmaatregelen slechts een druppel op een hete plaat zijn. Maar het jaarverslag 2016 van de Studiecommissie voor de Vergrijzing geeft een positieve tendens aan. Ondervoorzitter Jan Verschooten: “Wij bestuderen de evolutie op lange termijn van de kosten voor pensioenen, gezondheidszorgen, werkloosheid, kinderbijslag en andere sociale stelsels. Een aantal jaar geleden zagen wij dat die uitgaven in 2060 zouden oplopen tot meer dan 30% van het bruto binnenlands product (bbp), zeg maar alle rijkdom die we jaarlijks in ons land produceren. Maar in de meest recente cijfers zien we dat de uitgaven in 2060 terugvallen tot 27 à 28%.”
Tegen 2060 zal naar verwachting 10% van ons bbp aan overheidsuitgaven voor gezondheid worden besteed.
Een positieve kentering
De positieve kentering is onder meer te danken aan nieuwe demografische vooruitzichten, met meer mensen die zullen werken, en aan regeringsmaatregelen zoals het optrekken van de pensioenleeftijd. Maar nog meer dan de pensioenen, ziet de Studiecommissie de impact toenemen van hogere uitgaven in de gezondheidszorg. Tegen 2060 zal naar verwachting 10% van ons bbp aan overheidsuitgaven voor gezondheid worden besteed.
Voor Jan Verschooten is dat een logische evolutie: “Er komen meer mensen met chronische en langdurige zorgbehoeftes. Maar de uitgaven worden niet alleen beïnvloed door de vergrijzing. Er is ook een directe link met de medische vooruitgang en door onze welvaart. Een rijkere samenleving geeft nu eenmaal meer uit aan gezondheidszorg dan een arm land.”
Gezondheidseconoom Lieven Annemans zit op dezelfde lijn: “Natuurlijk stelt de vergrijzing ons voor uitdagingen wat de betaalbaarheid van het zorgsysteem betreft. Maar laten we niet vergeten dat dit in de eerste plaats een positief verhaal is. Onze welvaart neemt toe, we leven langer en blijven ook langer gezond en de evolutie van medische technieken en technologie maakt veel meer zaken mogelijk dan vroeger.”
Een andere financiering voor onze zorg
Om de uitgaven te beheersen, moeten we de financiering van ons zorgmodel omgooien. “Die is nog teveel gericht op het klassieke model van de acute zorg: als er een probleem is, laat je dat behandelen, je betaalt ervoor en het probleem is van de baan. Terwijl we nu veel meer patiënten zien die chronisch ziek worden en meerdere problemen tegelijk kennen”, aldus de prof. “Er zijn ook meer prikkels nodig om zorgverleners te laten samenwerken in het belang van de patiënt. En de middelen die vrijkomen, moeten we voluit in preventie investeren.”
We moeten investeren in die technologie die de grootste voordelen oplevert voor de patiënt, tegen een aanvaardbare prijs voor de maatschappij.
De technologische vooruitgang kan een hefboom zijn die veel bijbrengt om gezondheidszorg te verbeteren en betaalbaar te houden. Lieven Annemans: “Maar dan wel op voorwaarde dat men de juiste keuzes maakt. We moeten het kaf van het koren scheiden en investeren in die technologie die de grootste voordelen oplevert voor de patiënt, tegen een aanvaardbare prijs voor de maatschappij. Het heeft geen zin om dure gadgets te subsidiëren.”
Niet alleen de overheid, ook de industrie heeft op dat vlak een verantwoordelijkheid. “Er is ongelooflijk veel innovatie: geneesmiddelen, implantaten, diagnostische tests, nieuwe apparatuur, telegeneeskunde… Een belangrijke taak voor de industrie is om zich bij de ontwikkeling van nieuwe zaken al meteen de vraag te stellen: hoe zullen we dat in de markt plaatsen? Wat zal het kosten, en is het die kostprijs waard? Als we de goeie dingen tegen een aanvaardbare prijs op grote schaal bij de juiste doelgroep kunnen krijgen, zullen we het rendement van de gezondheidsinvesteringen gevoelig verhogen.”