Vereenvoudigen levert resultaat op

Redactie Trends

09-11-2006, 00:00 Bijgewerkt op: 20-07-2022, 07:51

Vijftien maanden nadat hij aan het hoofd kwam van Shurgard Europe, kreeg Steven De Tollenaere met het Amerikaanse Public Storage een nieuwe moedermaatschappij. De Tollenaere wil het komende jaar profiteren van de voordelen tot een gigant te behoren, zonder de nadelen ervan.

Vroeger waren we goed voor 35 % van de omzet, nu voor minder dan 10 %. De dynamiek is dus anders,” legt Steven De Tollenaere (37) uit. Public Storage is wereldwijd nummer één in goederenhotels en hoort met een marktkapitalisatie van 18 miljard dollar bij de 500 grootste ondernemingen van de Verenigde Staten. “In Amerika werden de twee bedrijven geïntegreerd, maar voor ons verandert er niet zoveel. De investeringen in Europa werden ook al bij Shurgard gefinancierd door de Europese dochter zelf. Public Storage heeft zelf te kennen gegeven dat ze voor Europa een stand-alonebenadering hanteren, zonder integratie met het moederbedrijf of dagelijkse inmenging van het Amerikaanse management. Dus we hopen de voordelen van de omvang qua competenties die in huis zijn (bijvoorbeeld op het vlak van de aankoopkracht, systemen en financiële relaties) te kunnen benutten, zonder de nadelen die een mastodont soms heeft.”

De doelen die De Tollenaere vorig jaar had vooropgesteld – tussen de vijftien en twintig nieuwe vestigingen openen – werden met zeventien (waaronder een aantal overnames) perfect waargemaakt. In totaal telt Shurgard Europe nu 165 vestigingen. “In de toekomst gaan we meer focussen op de bestaande sites, met een groeiritme van ongeveer tien openingen per jaar.”

Zelf heeft de manager uit het Vlaams-Brabantse Londerzeel vooral het verschil gemaakt door de organisatie te vereenvoudigen, en de focus te leggen op de kernactiviteit (het verhuren van tijdelijke opslagruimtes voor goederen). “Met resultaat, want bijna al onze vestigingen ouder dan 2 jaar draaien op het randje van hun maximumcapaciteit. Er zijn duidelijk minder managers, en er is ook minder personeel. Die vereenvoudiging en die fundamenteel lagere kostenstructuur zorgden voor mooie cijfers.”

Dat het financiële luik ook in zijn huidige job erg belangrijk blijft, vindt de voormalige chief financial officer niet echt een toeval: “Het blijft een erg kapitaalintensieve business. Maar als CFO heb je iets meer deadlines te halen van financiering en rapportering, terwijl ik nu meer tijd besteed aan de lange termijn en aan het structurele. Dat was een verbreding van mijn horizon. En dat maakt het leuk.”

Zijn grootste inschattingsfout, meent hij zelf, is de dynamiek met de collega’s die verandert. “Mensen verwachten toch een stuk leiding en sturing, terwijl ik zelf eigenlijk dacht meer op het collegiale model voort te kunnen bouwen. Bovendien verwachten ze die verandering erg snel, en dat had ik wat onderschat. In mijn situatie was het misschien niet abnormaal dat ik die situatie niet 100 % juist inschatte, want de gemiddelde CEO is toch wel wat ouder dan ik.”