Verborgen schatten

Baltische havenondernemers bezoeken Vlaanderen, overtuigd dat hun regio nog onbekende groeikansen biedt. Grisar & Velge koestert al enkele jaren deze verborgen schat. De scheepsagent kondigt trouwens overnames aan en gooit daarvoor desnoods een andere “verborgen schat” in de strijd : het geld van de familie Velge.

De Antwerpse Havenschepen Leo Delwaide betreurt dat “Antwerpen te weinig inspanningen doet om zich te profileren in de Baltische havens”.

Delwaide deed die uitspraak bij de presentatie van een studie van Policy Research Corporation (zie Trends, 2 oktober 1997). De studie beschouwt de Baltische regio als één van de weinige nieuwe groeipolen voor het havenverkeer. Naast de te hoge tarieven voor kleinere schepen, menen de onderzoekers dat een gebrek aan wederzijdse marktkennis de potentiële groei tussen Vlaanderen en de Baltische staten bemoeilijkt.

Baron Delwaide wordt op zijn wenken bediend. Op 12 oktober 1997 ontvangen de Vlaamse havens gedurende drie dagen een vijftigkoppige delegatie van ondernemers en ambtenaren uit de Letse havens Riga, Ventspils en Liepaja. De organisator van de missie is Walter Van Mechelen, ondervoorzitter van de vzw Vlaanderen-Balticum (zie kader : Balticum) en algemeen directeur van Grisar & Velge. Deze scheepsagentuur is voor 10 % van haar omzet afhankelijk van de Baltische trafieken, goed voor een volume van 90.000 ton. Het Antwerpse bedrijf werd in 1991 de agent van de Letse rederij Maras Linia. Van Mechelen : “De Baltische markt is één van de weinige waar je nieuwe trafieken kan aanboren. Dit is heel wat minder pijnlijk dan het afsnoepen van elkaars klanten.”

Volgens Van Mechelen staan onafhankelijke agenten, zoals zijn bedrijf, voor “enorme problemen”. De rederijen zijn meer en meer rechtstreeks op de markt aanwezig in hun zoektocht naar trafieken. Zo verloor Grisar & Velge onlangs P&O als klant, omdat de rederij na de fusie met Nedlloyd in Antwerpen P&O Containers Europe oprichtte. Ook andere agenten verloren topklanten. “Sommige concurrenten beginnen in een wanhoopspoging te dumpen,” signaleert Van Mechelen.

MEER OMZET.

Grisar & Velge, gesticht in 1818, boekte verleden jaar op een “vrachtomzet” van 2,7 miljard de omzet aan inkomsten wegens geleverde prestaties, die de kosten moet drukken, bedroeg 240 miljoen voor het eerst sinds jaren een verlies, 5 miljoen frank. De onderneming, in handen van de familie Velge (ook in Bekaert aanwezig), reageerde op de sterke competitie door te saneren in het personeelsbestand tussen 1995 en 1996 daalde het aantal personeelsleden van 92 naar 87 en zo’n 9 miljoen te investeren in een nieuw informaticasysteem.

“Zo’n investering kan je alleen terugverdienen door meer omzet te genereren,” aldus van Mechelen. “De interne groei is momenteel een moeilijke zaak. Vandaar dat we in de nabije toekomst andere agenten zullen overnemen of samenwerkingsakkoorden sluiten. En neen : ons bedrijf staat niet te koop.”

Grisar & Velge beschikt over een eigen vermogen van 76 miljoen om één en ander te realiseren. “De banken hebben geen ondernemingskredieten bij ons uitstaan, zodat we een sterke financiële basis hebben,” weet Van Mechelen. “En dat op een markt waar de situatie precair is. Overnames zijn dus relatief goedkoop. Bovendien hebben we een reserve die niet uit de boeken blijkt : de familie Velge.”

HBR

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content