Veilig duurt het langst
Hilde en John willen meer sparen om hun toekomst en die van hun kind veilig te stellen. Spaarboekjes brengen nauwelijks nog niets op. Welke producten moeten ze dan kiezen om veilig te beleggen en toch een aantrekkelijk rendement te hebben?
Veertig jaar, de jaren van verstand. Hilde en John lachen er zelf om. “Voorzienigheid is voorlopig niet onze sterkste kant geweest”, geeft Hilde toe. “We hebben altijd geleefd zonder ons veel zorgen te maken over morgen. Nu we een dochter hebben, is dat veranderd. We willen sparen om onze toekomst en die van ons kind veilig te stellen.” Maar de jonge ouders weten niet welke spaarformule de beste keuze is. Spaarrekeningen, met hun lage rendement, zeggen hen maar weinig. Toch willen ze vooral veilig sparen. Van risicovolle beleggingen zijn ze bang.
“Hilde en John staan niet alleen met hun dilemma”, zegt Jean-Marie Bostyn, expert bij BFO. “De spaarrekening is een zekere belegging, maar ze brengt niet veel meer op. Soms volstaat het rendement niet eens om de inflatie te compenseren. Het is dus een spaarinstrument voor de korte termijn — een appeltje voor de dorst of een financiële reserve om tegemoet te komen aan de onverwachte dingen in het leven. Voor langetermijnbeleggingen is de spaarrekening niet de beste oplossing.”
De schaduw van Solvency II
“Tot voor kort waren tak21-levensverzekeringen een interessant alternatief voor spaarders met een verre beleggingshorizon die rendement en veiligheid willen combineren. Maar dat is niet langer het geval”, stelt Bostyn vast. “Tak21-producten zijn levensverzekeringen met een kapitaalgarantie en een gewaarborgd rendement. Ze bieden elk jaar een gegarandeerde minimumrente en daarbovenop eventueel een winstdeelneming, die van jaar tot jaar kan variëren. Maar die gewaarborgde rente is de voorbije jaren voortdurend gedaald: vandaag bedraagt die nog tussen 2,75 en 3,25 procent per jaar. Dat is weinig, en het ziet ernaar uit dat het niet beter wordt. De nieuwe Solvency II-wetgeving voor verzekeraars zal op die producten wegen en het rendement nog doen zakken. Ook de winstdeelnemingen staan onder druk.”
“Daarbovenop komt dat de belasting op verzekeringspremies begin dit jaar werd opgetrokken van 1,1 naar 2 procent. Als Hilde en John 1000 euro storten op een tak21, wordt hun rendement dus berekend op 980 euro, aangezien 20 euro belasting van de premie wordt afgehouden.”
Fiscaal gehandicapt
Tak21-verzekeringen hebben te lijden onder nog een andere fiscale handicap. Jean-Marie Bostyn: “Als Hilde en John binnen de acht jaar geld van een tak21 opvragen, betalen ze 25 procent roerende voorheffing op een wettelijk vastgelegd, fictief rendement van 4,75 procent. Dat is altijd het geval, zelfs als hun gewaarborgd rendement in werkelijkheid 2 procent bedroeg en ze geen enkele winstdeelneming hebben ontvangen.”
“Voor wie niet zeker is dat hij zijn geld voor minstens acht jaar kan missen, is een spaarrekening daarom een betere belegging dan een tak21. Het rendement van een spaarboekje is lager, maar er geldt een vrijstelling van roerende voorheffing voor de eerste 1880 euro aan intresten. Tegen de rente die momenteel wordt geboden, betalen alleen spaarders die meer dan 100.000 euro op een rekening hebben staan, die roerende voorheffing.”
Tien jaar
Jean-Marie Bostyn vindt tak23-levensverzekeringen — een product dat onder meer belegt in obligaties, aandelen of vastgoed — een veel betere investering, op voorwaarde dat Hilde en John intekenen met het oog op de lange termijn. “Op die premies betalen Hilde en John eveneens 2 procent belasting. Tak23-producten garanderen noch het kapitaal, noch het rendement. Maar dat betekent niet dat ze risicovol zijn. Het risico hangt sterk af van het fonds waarin het kapitaal wordt geïnvesteerd. Als Hilde en John opteren voor een fonds dat voorzichtig wordt beheerd, is dat al positief voor de veiligheid van hun investering. Vooral als ze sparen met een beleggingshorizon van minimaal tien jaar, is het risico laag en het rendement hoog.”
“Dat is nog meer het geval als Hilde en John gedurende de hele looptijd van hun belegging elke maand dezelfde som investeren. Zo koppelen ze hun spaarinspanningen los van de risico’s die de onvermijdelijke beursschommelingen met zich brengen. Daalt de waarde van het fonds, dan kunnen ze meer deelbewijzen kopen met dezelfde som. Op lange termijn houden die afwijkingen elkaar in evenwicht. Met een verre beleggingshorizon daalt ook het risico van de belegging en houden Hilde en John een correct rendement over. Maar het is belangrijk gedisciplineerd te blijven en niet tijdens de rit te verkopen.”
De kracht van de lange termijn
Jean-Marie Bostyn geeft een voorbeeld. “Stel dat Hilde en John sinds april 2003 elke maand 500 euro zouden hebben belegd in een tak23-product zoals Aphilion Q2, een algemeen aandelenfonds dat wereldwijd belegt met een goede sectordiversificatie. We gaan er zelfs van uit dat ze heel die tijd een premiebelasting van 2 procent hebben betaald. Na vijf jaar is de waarde van het fonds flink lager dan in het begin (zie grafiek). Op het eerste gezicht lijkt het dus een slechte belegging. Maar daarna begint het rendement te stijgen. Als Hilde en John hun deelbewijzen in april dit jaar — dus na tien jaar — hadden verkocht, zouden ze een jaarlijks rendement van 8,30 procent hebben behaald. Dat is aanzienlijk meer dan een tak21.”
Hilde en John moeten hun langetermijndoelstelling altijd goed voor ogen houden, waarschuwt Bostyn. “Hilde en John hoeven zich geen zorgen te maken over het rendement van hun belegging voordat de termijn die ze voor ogen hadden is verstreken. Ze zullen vaststellen dat ze er uitkomen als winnaars. Als ze elke maand de koersevolutie volgen, kiezen ze best niet voor dat soort product. Ze krijgen dan grijze haren voor niets.”
Van 7 tot 77 jaar
Voor Jean-Marie Bostyn is dat soort belegging ook de beste optie voor het spaargeld van hun dochter. “Ouders en grootouders die voor hun kinderen of kleinkinderen geld op een rekening willen storten, doen er goed aan op dezelfde manier te werk te gaan. Het rendement zal veel hoger liggen dan dat van een spaarboekje en hun kinderen of kleinkinderen zullen een veel groter spaarbedrag overhouden. Door de verzekeringsstructuur kunnen ouders en grootouders bovendien meer controle uitoefenen op de manier waarop de kinderen en kleinkinderen het spaargeld later besteden.”
FRÉDÉRIC WAUTERS
“Vooral als Hilde en John beleggen in een tak23 met een beleggingshorizon van minimaal tien jaar, is het risico laag en het rendement hoog”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier