VECHTEN VOOR KUNST
Voluit heet ze Beroepsvereniging van Handelaars in Moderne en Hedendaagse Kunst, korter is de roepnaam BUP met de “UP” van Union Professionelle. Die BUP, in ’79 opgericht en in ’81 erkend als beroepsfederatie, heeft sinds een paar weken een nieuwe voorzitter : Adriaan Raemdonck (50j.), de man achter de Antwerpse galerie De Zwarte Panter, met Fred Bervoets en wijlen Jan Cox als beroemdste “huiskunstenaars”. Raemdonck volgt de Waalse Christine Colmant op en is de eerste Nederlandstalige voorzitter van dit syndicaat dat een 85-tal Belgische galeries en handelaars groepeert, waaronder zowat alle bekende namen als Ronny Van de Velde, Zeno X, Richard Foncke, Deweer Art Gallery, Brachot, Patrick Derom… Doel van de vereniging is uiteraard behartiging van de belangen van galeristen en kunsthandelaars (en dus ook van kunstenaars en verzamelaars).
“Er is veel werk aan de winkel,” weet Raemdonck, die de voorbije jaren reeds voorzitter was van de Vlaamse Kamer in de BUP. “Want België rijdt met z’n BTW-tarief van 21 % in de kop van het Europese peloton ; enkel Ierland en Denemarken belasten nog zwaarder. Wat de druk nog verzwaart, is dat Europa de kunsthandelaars nu bij een verkoop een volgrecht van 4 % wil doen betalen aan (de erven van) de kunstenaar.”
Met dat alles ontstaan zwarte circuits en wordt het voor sommige galeriehouders moeilijk om het hoofd boven water te houden. En lobbywerk bij de overheid verloopt moeizaam. Toegevingen in de vorm van een belastingverlaging, of geldelijke steun voor exposities in het buitenland zitten er niet echt in. De slechte economische situatie, weet u wel. Toch vindt Raemdonck het nu een boeiende tijd in de kunsthandel : “De stoef is eraf, de valse glamour verdwenen. De sector staat terug met beide voetjes op de grond.”
Eigenlijk legt hij niet graag de nadruk op percentages, winst, BTW… want daarmee wordt te vaak een hebberig beeld van de galeriehouders geschetst. Terwijl het de bonafide galeries echt wel om de promotie van de kunstenaars en de verdediging van de kunst te doen is.
Raemdonck zelf kwam destijds vol schildersambities vanuit z’n geboortedorp Pepingen naar Antwerpen om les te volgen aan de Academie. In ’68 organiseerde hij er in een oud pand voordien bordeel De Zwarte Panter een tentoonstelling met werk van Lily Van Oost. Dat werd een klein succes. Er volgde een tweede tentoonstelling, een derde, “en voor ik het besefte, was ik galeriehouder,” lacht hij. In 1970 moest hij zijn pand verlaten, maar de mooie naam ervan verhuisde mee naar zijn nieuwe onderkomen, het voormalige Sint-Julianushospitaal aan de Sint-Jansvliet. Daar brandt het heilige vuur vandaag nog steeds. Regelmatig wil hij jonge kunstenaars kansen geven, zoals Benjamin Demeyere, die er momenteel exposeert. Raemdonck : “Ik blijf vechten voor de kunst, omwille van haar maatschappelijke functie, de discussie die ze teweegbrengt, haar belang voor de democratie. Kunst is en blijft een gevecht van de vrijheid.”
ADRIAAN RAEMDONCK (BUP) De stoef is eraf, de valse glamour verdwenen. Maar goed ook.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier