van drankdistributeur tot wijnpaleis

De Brusselse drankendistributeur Cinoco legt 14 miljoen euro op tafel om Le Palais du Vin over te nemen. Veel geld, maar de omzet van de hofleverancier verdubbelt wel in één klap. “Nu zijn we toch al een serieuze groep”, glimlacht gedelegeerd bestuurder Gilles Nolet.

Door Sjoukje Smedts/Foto’s Thomas De Boever

Het is beklonken. In kannen en kruiken. Toepasselijker valt de afronding van de overname van Le Palais du Vin door het Belgische Cinoco niet te omschrijven. Le Palais du Vin was al een tijdje niet meer in handen van de familie De Prins, die de wijndistributeur in 1923 oprichtte. Het was de Franse wijnhandelaar Philippe Dumas die de firma, die hij zelf in 2002 kocht van Albert Frères groep NPM, dit voorjaar in de etalage zette via de Franse bank BNP Paribas. De Franse Groupe Richard en het Duitse Hawesko mochten als eerste de etalage binnengluren. Cinoco werd in een eerste fase over het hoofd gezien. De Brusselse drankendistributiegroep is nochtans geen onbeduidende speler: sinds 2001 hofleverancier, 1,4 miljoen euro geconsolideerde winst op een omzet van 19,8 miljoen euro, al toe aan de tiende generatie familiale bestuurders, en aandeelhouders als de Franse drankengroep Marie Brizard (25 %) en het champagnehuis Bollinger (10 %). Het was trouwens die laatste aandeelhouder die BNP Paribas’ aandacht toch naar Cinoco wist te trekken.

“We hebben het gehaald”, glimlacht gedelegeerd bestuurder Gilles Nolet (51) in Cinoco’s straatlange gebouw in Sint-Jans-Molenbeek. Hij heeft er alle reden toe, want dankzij de overname ziet hij zijn verwachte geconsolideerde omzet voor 2008 van 19 miljoen euro verdubbelen naar 40 miljoen euro. 72 % daarvan komt van de verkoop van wijn, 14 % van champagne en andere bubbelhoudende dranken en 14 % van aperitief- en sterke dranken. “Nu zijn we toch al een serieuze groep.” Cinoco telde voor de overname van Le Palais du Vin al vier dochterondernemingen: de drankendistributeur Bodega, de likeurstokerij FX de Beukelaer – bekend van Elixir d’Anvers -, de drankenwinkels Maxivins en het Luxemburgse Vinoselect. Allemaal bedrijven die net als Cinoco wijn en sterke drank van voornamelijk andere familiebedrijven exclusief invoeren en verkopen, maar opzettelijk naast elkaar worden gerund. “Sommige van de firma’s zijn zelfs concurrenten van elkaar, zoals Le Palais du Vin en Cinoco”, zegt Nolet. “Al is er logistiek, technologisch en financieel natuurlijk wel synergie.”

Nieuwe mogelijkheden

Kannibalisme is niet denkbeeldig, dus moest de groep wel goede argumenten hebben om toch door te gaan met de overname. “Le Palais du Vin is een van de grootste Europese allocataires van de bordeaux grand cru (het bedrijf mag jaarlijks een vastgelegd aantal flessen verkopen, nvdr). Dat biedt de groep nieuwe mogelijkheden”, verklaart Nolet. Een tweede reden is eerder defensief. De verkoop van alcoholhoudende dranken blijft volgens Nolet zo goed als stabiel. “Op een interne groei van 10 of zelfs 5 % kan Cinoco niet rekenen. De markt groeit in België maar met 1 of 2 % voor wijn, de verkoop van sterkere drank gaat achteruit.” Een concurrent uit het landschap wegplukken en onder de eigen vleugels brengen, is dan meestal een slimme zet. “We hopen toch vooral profijt te halen uit het samenbrengen van middelen, al blijven het commerciële team en het marketingmanagement volledig gescheiden”, verzekert Nolet.

“Door onze stock met een derde te reduceren, wonnen we 2,5 miljoen euro om de overname grotendeels met eigen middelen te bekostigen. Dat zorgde voor een goede basis voor ons dossier bij de bank, want de waarde van de overnamedeal liep toch op tot 14 miljoen euro. De capaciteit van ons gebouw, waarin meer dan 3 miljoen flessen kunnen worden opgeslagen, wordt met de komst van Le Palais du Vin opnieuw goed gebruikt. Een externe partij vinden om de opslagplaats te delen, ging moeilijk, omdat het nog jaren zal duren voor deze wijk wordt opgeknapt”, voegt Nolet toe. De investering van een half miljoen euro die nodig was om het gebouw aan te passen aan de komst van de producten van Le Palais du Vin, wordt in twee jaar terugverdiend nu Le Palais du Vin niet langer huur moet betalen.

Cinoco is sinds 1979 gevestigd in een oude brouwerij van Maes. De brouwerij Artois werd indertijd aandeelhouder om de aankoop ervan te helpen financieren, maar toen het crisisbeheer bij de biergroep startte, trok ze zich terug. Vele bierhandelaars waren ondertussen ook verdeler van wijn en sterke drank geworden en dus klant bij Cinoco, dat volgens Nolet nog altijd sterk is in dat segment.

Na de samensmelting met Le Palais du Vin zal Cinoco voornamelijk aan groothandelaars, speciaalzaken en horeca-uitbaters verkopen. De verkoop aan supermarkten zal maar goed zijn voor 9 % van de omzet. Nolet: “De grootdistributie dwingt ons om fit te blijven en onze logistiek en financiën op een hoog niveau te houden, maar ze is moeilijk om mee te werken. Dat weet elke verkoper. Een aankoper van een grootdistributeur is geen kind, hé. De volumeproducten die in supermarkten worden verkocht, zijn trouwens toch vooral in handen van multinationals als Pernod Ricard en Diageo. Zij zijn concurrenten van ons omdat er een limiet is op de hoeveelheid alcohol die Belgen consumeren, maar wij mikken op consumenten die minder, maar beter en duurder drinken.”

Een ander metier

Het openen van eigen winkels staat momenteel allesbehalve op Cinoco’s planning. Sinds de overname van Maxivins in 2007 heeft de drankendistributeur in Luxemburg nochtans enkele franchisewinkels onder zich. “Met die winkels zijn zeer flexibele contracten gesloten, want wijnhandelaars willen vrij zijn en wijnen zelf proeven en goedkeuren”, verzekert Nolet. Winkel houden, vindt hij toch een heel ander metier. De Belgische zaak die hij bij de acquisitie van Maxivins in handen kreeg, verkocht hij daarom opnieuw.

Om de brutomarge van ongeveer 25 % van de omzet op peil te houden, wil Cinoco het aanbod nog uitbreiden. Zolang er maar exclusieve contracten met de leveranciers aan de basis liggen om zo klanten aan zich te binden. “We moeten niet op zoek gaan, iedere week worden we wel aangesproken”, geeft Nolet mee. “Helemaal mooi zou het zijn mochten klanten uitsluitend met ons werken omdat het aanbod voldoende groot is.”

Nolet is alvast fan van de producten die zijn bedrijf verdeelt. Twee dagen per week probeert hij opzettelijk geen alcoholhoudende drank te nuttigen, anders zou hij alle dagen wijn drinken. “Aan een malt whisky durf ik me soms ook te bezondigen. Voor de 2cl die ik dan drink, betaal ik evenveel als anderen voor een hele fles betalen. Dan laat ik soms nog een bodempje staan, want 90 % van het plezier komt toch van de geur.” (T)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content