Vakbonden moeten dogma’s laten varen
Je moet geen doemdenker zijn om te weten dat 2009 een slecht jaar wordt. De financiële crisis heeft de kaarten dooreengeschud. De werkloosheid begint opnieuw te stijgen. En met die slechte kaarten in de hand, moet nu het interprofessionele overleg starten. Vakbonden en werkgevers moeten de loonmarge voor de periode 2009-2010 vastleggen. Laten we het klaar en duidelijk stellen: er is géén ruimte voor een loonsverhoging. Het Planbureau heeft al gezegd dat er boven de indexering geen ruimte is. Dat is gul, want eigenlijk is zelfs een stuk van de indexering er al te veel aan.
Dinsdag kwam het langverwachte rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven uit en dat adviseert een loonnorm van maximaal 5,1 procent. Met een verwachte inflatie van 5,1 procent blijft er geen enkele ruimte voor een reële loonsverhoging. Probleem is echter dat de loonnorm voor vorig en dit jaar met 2,6 procent is overschreden. De wet bepaalt dat in zo’n geval een compensatie in het nieuwe loonakkoord moet worden opgenomen. Dat kan dus enkel als een gedeelte van de index sneuvelt. Met ons automatisch indexeringssysteem is dat echter niet mogelijk.
Veel mogelijkheden zijn er niet. De bekende all-inakkoorden brengen geen oplossing. Het zijn akkoorden die een toekomstige overschrijding van de verwachte index neutraliseren. Nuttig, maar dat helpt niet om het verlies uit het verleden te compenseren.
Een tweede mogelijkheid is een indexsprong. De regering kan beslissen in 2009 twee indexaanpassingen over te slaan. Dat zou 4 procent opleveren en meteen de handicap weggommen die opgebouwd is sinds 1996. In het verleden hebben we dit systeem al gekend. Het nadeel is dat het bij de bevolking overkomt als een zware ingreep, wat het ook is. Met de panieksfeer rond de financiële crisis is het consumentenvertrouwen momenteel wankel, om het eufemistisch uit te drukken. Een indexsprong zal de consumptie zeker niet ten goede komen. Dat is een klap die de ondernemingen kunnen missen. Dit scenario kan beter gereserveerd worden voor nog meer barre tijden.
Een derde mogelijkheid is een lastenverlaging. De lonen worden dan gewoon geïndexeerd en de achterstand wordt gerecupereerd door een vermindering van de sociale bijdragen die bedrijven betalen. Dat houdt de koopkracht op peil, tast het consumentenvertrouwen niet aan en beperkt de kosten voor de ondernemingen.
Die lastenverlaging kan verschillende vormen aannemen: een algemene verlaging van de bijdragevoeten, of een verhoging van het percentage van de bedrijfsvoorheffing dat niet moet worden gestort (sinds 2007 bedraagt dat 0,25 %). De veel geciteerde netto-indexering is ook een vorm van lastenverlaging. Met dat systeem wordt de indexering onverkort doorgevoerd, maar de sociale lasten die erbovenop komen, worden niet aangerekend.
Waarom passen we een van deze eieren van Columbus niet meteen toe? Onder meer omdat de vakbonden er zich resoluut tegen verzetten. Om ideologische redenen (‘op loon moeten altijd sociale lasten betaald worden’) en om financiële redenen (‘de niet betaalde sociale lasten verzwakken de sociale zekerheid’). In deze tijden mogen geen dogma’s meer bestaan. In de sociale zekerheid zijn trouwens ook besparingen mogelijk.
Werkgelegenheid moet prioriteit nummer één zijn van het sociale overleg. Hoe meer mensen aan het werk, hoe meer inkomsten voor de sociale zekerheid. Dat is een offensieve manier om de sociale zekerheid uit de rode cijfers te houden, in tegenstelling tot de defensieve houding van de vakbonden.
Dat wil niet zeggen dat koopkracht onbelangrijk is. Op macrovlak om de economie draaiende te houden en op microvlak omdat sommige mensen met lage lonen de inflatieopstoot van dit jaar zwaar gevoeld hebben. De vakbonden moeten ruimte maken voor creatieve formules die de werknemers meer loon geven met een minimale parafiscale last. Denk bijvoorbeeld aan een uitbreiding van de fiscaal voordelige bonusformule die vorig jaar werd afgesproken.
Maar blijkbaar hebben de vakbonden de boodschap nog niet goed begrepen. Het idee van het ABVV bijvoorbeeld om uitzendkrachten een ontslagvergoeding te geven, is onzinnig. Het zal de werkgelegenheid afremmen in plaats van bevorderen. Het grimmige conflict bij Carrefour toont ook aan dat de vakbonden van geen flexibiliteit willen weten. Ze verzetten zich mordicus tegen de mindere loonvoorwaarden voor de werknemers van de vestiging in Brugge. Terwijl zonder die voorwaarden Carrefour misschien geen nieuwe hypermarkt, die goed is voor 150 banen, geopend zou hebben.
De vakbonden moeten hun koudwatervrees overwinnen. In tijden van crisis moeten ze de werknemers het meest verdedigen. Op een intelligente manier door het opzijzetten van dogma’s en het aanvaarden van nieuwe schema’s. Wanneer de vakbonden echter de ‘verworven rechten’ blijven verdedigen, dan klinkt dat misschien wel heldhaftig, maar het is een mes in de rug van vele werknemers en vooral van werklozen. (T)
de auteur is hoofdredacteur.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier