Uw auto leasen of toch maar beter kopen?
Het Brusselse Autosalon is een koopsalon. Dat is in de editie 2006 niet anders. Voor al die mooie contouren moet nu geld op tafel komen. Met een klassieke financiering of leasingformule? Wat is het interessantst voor de particulier, zelfstandige en werknemer van een groot bedrijf?
Leasingformules vergelijken met een klassieke auto finan- ciering: er komt veel meer bij kijken dan cijfertjes naast elkaar leggen. Normaal. Het gaat om twee verschillende financieringstechnieken, met een verschillende filosofie en drijfveer.
Voor wie twijfelt, is het dan ook niet zelden verhelderend om naar de kern van de kwestie te gaan: leasen is huren. Ga je voor een klassieke financiering, dan koop je de auto en word je eigenaar. Even doortrekken naar andere materies, zoals vastgoed. Sommigen kopen een huis, anderen huren liever. De redenen waarom iemand voor de ene dan wel voor de andere formule kiest, zijn uiteenlopend. Huren omdat er onvoldoende kapitaal klaarligt om te kopen, bijvoorbeeld. Is een financiële overweging, inderdaad. Maar ook: huren omdat je lang niet zeker bent dat je ook over drie jaar nog in deze streek zal toeven. Of ook nog: geen zin in kopzorgen met lekkende dakgoten of kapotte centrale verwarming. Dus verhuis je om de vijf jaar naar een nieuwbouwappartement, zoals die tegenwoordig overal uit de grond schieten. Allesbehalve een financiële parameter, is dat.
Leasen: niet interessant voor particulieren
We keren met die redenering terug naar de autowereld, en merken dat de particulier vooral koopt en zeer zelden huurt. Daar is een belangrijke financiële verklaring voor.
Bart Van den Bossche is accountant en doceert: “Leasing wordt pas interessant als de btw voor een nieuwe auto aftrekbaar is. En dat geldt uiteraard niet voor particulieren.”
Juist. En toch, vraag tien particulieren waarom leasen niet interessant is, en ze kunnen niet eens verzinnen dat het iets met btw te maken heeft. Omdat hier veeleer psychologische factoren meespelen, bovenop de financiële overwegingen (aan het einde van de rit is leasen vaak duurder dan kopen met een financiering, dat vermoeden de meesten wél). Voor een particulier is leasing namelijk niet meteen een formule die natuurlijk aanvoelt.
Bart Van den Bossche is accountant, dus verwacht je cijfergeweld als je hem vraagt om leasing en financiering voor de particulier tegen elkaar af te wegen. Hij bekijkt de materie evenwel anders: “Leasen betekent dat je rijdt met een auto die je eigendom niet is. Je moet dus altijd op de een of andere manier verantwoording afleggen tegenover de leasingmaatschappij. Want, stel: je rijdt de garage binnen en de mecanicien zegt je dat een klein onderdeeltje misschien maar beter wordt vervangen, hoewel dat niet in het normale onderhoudsschema is voorzien. Wel, dan moet je daar eerst toestemming voor vragen aan de leasingmaatschappij. De meeste particulieren zouden dat een heel vervelend gevoel vinden. En ook heel wat kleine zelfstandigen hebben het moeilijk met die zeer beperkte juridische eigendom van de auto.”
Leasen of kopen? Moeilijke keuze voor de zelfstandige
De kleine zelfstandige kan wél de btw voor zijn nieuwe auto in mindering brengen. Zowel bij een klassieke financiering als wanneer hij voor leasing gaan. Voordeel bij leasing is nu wel dat de klant die btw niet vooraf moet financieren. Accountant Van den Bossche: “Een zelfstandige die een auto koopt, moet de btw meteen betalen. Afhankelijk van het moment waarop hij zijn auto krijgt, kan hij in het slechtste geval pas drie maand later de btw recupereren.”
En wat Van den Bossche zijn zelfstandige klanten aanraadt? Moeilijke vraag, zo blijkt. “Mijn ervaring is dat je ieder geval afzonderlijk moet bekijken. Telkens dus beide scenario’s netjes naast elkaar leggen, en bekijken. Ik maakte het al mee dat een vrachtwagen stukken goedkoper was met leasing, en een ander model van een andere klant dan weer duurder. Er is geen regel.”
Bovendien speelt ook de relatie tussen de zelfstandige en zijn klant mee. Wat trouwens ook het geval is voor particulieren: de ene sleept meer uit de brand dan de andere, als hij met zijn bankdirecteur gaat onderhandelen. Ook niet onbelangrijk: het soort partner die je met een leasingmaatschappij of een bank in huis haalt. De uitzonderingen zullen de regel bevestigen, maar soms zijn leasingmaatschappijen een stuk minder handelbaar dan banken als een maandsom al eens op zich laat wachten. Ze zullen sneller aan de deur staan om het stalen ros in beslag te nemen. Op zich niet abnormaal: de relatie tussen een kleine zelfstandige en de leasingmaatschappij is er een tussen twee bedrijven. En voor de leasingmaatschappij houdt het handeldrijven in dat geval op bij het beschikbaar stellen van een auto. Meer valt er niet te rapen. Terwijl banken hun relatie met die zelfstandige bekijken in een veel breder spectrum, met meer perspectieven. Zoals andere investeringsdossiers, kaskredieten enzovoort.
Speelt de omzet van de zelfstandige een rol? Anders gesteld: wordt leasing vanaf een bepaald omzetcijfer interessanter dan een financiering. “Neen,” stelt accountant Van den Bossche. Net zoals de restwaarde ook niet meteen een doorslaggevend element is in de keuze voor leasing of financiering: “Heel weinig zelfstandigen kopen een leasingauto na drie of vier jaar in. Meer zelfs: ze kiezen voor leasing omdat ze dan om de drie jaar meteen een nieuwe auto krijgen.” Inderdaad, alweer een psychologische overweging, veeleer dan een financiële: hoe kijkt een zelfstandige tegen een auto aan. Anders gesteld, wat verwacht hij van het ding?
Een voorbeeld uit de praktijk
Lode Bolle is zaakvoerder van een kmo in de informaticabranche en heeft vijf auto’s in zijn park. “Als je een auto koopt en rijdt tot hij uit elkaar valt, dan zal je aan het einde van die rit minder betalen dan wanneer je gaat leasen. Dat beseffen wij ook wel. Tegelijk rijdt je personeel wel om de drie jaar met een nieuwe auto.” Een essentiële overweging is dat bij de beslissing om te gaan leasen.
“Ik wil in de eerste plaats een wagenpark dat mobiliteit garandeert. Een bedrijfswagen die ‘s ochtends niet start, is geen catastrofe, maar een kleine ramp. Het kreng kan je al snel een pak geld kosten.” En dan is het gewoon even de logica doortrekken: hoe ouder de auto, hoe groter de kans dat hij op een mooie ochtend ooit eens niet aan de praat te krijgen is. Bedrijven willen dus jonge auto’s. Leasen in plaats van aankopen, zodat de auto om de drie jaar steevast kan worden vervangen. Zonder veel gehannes met overnames, keuringsattesten en dies meer.
Natuurlijk spelen ook fiscale overwegingen mee. Bij een klassieke financiering verschijnt de auto in het actief van de zelfstandige of kmo. Bij een financiële leasing komt de waarde van die leasing op de balans, en bij operationele leasing is er helemaal geen sprake van een actief. En, ook al een fiscale overweging: nogal wat zaakvoerders van kleine kmo’s vinden het interessant dat de fiscus nooit vragen stelt over de looptijd van een leasingcontract. Dat kan wel eens anders zijn voor de afschrijving van een aangekochte auto.
Grote bedrijven? Terug naar de core business
Ondertussen is een andere, niet onbelangrijke term gevallen: gehannes. Een kleine rondvraag bij een aantal personeelsdirecteurs en eigenaars van kmo’s leert dat zowat iedereen het erover eens is: leasen zal uiteindelijk wel duurder zijn dan kopen met een klassieke financiering. Alleen is het de voorbije jaren in nijver Vlaanderen bon ton geworden om zich opnieuw te gaan focussen op de core business. Ook in dat plaatje kunnen leasingformules, niet alleen financiële maar zeer zeker operationele leasing (een formule waarin alles is inbegrepen, niet alleen de aankoopprijs van de auto maar ook verzekering, volledig onderhoud en zelfs brandstof) zich naadloos laten inpassen. Mocht het bij de aankoop van een nieuwe auto meteen al duidelijk zijn hoe lang hij het zal uitzingen, en hoe hoog de onderhoudskosten zullen oplopen, dan zou het perfect mogelijk zijn om precies uit te rekenen hoeveel de bestuurder in beide scenario’s betaalt. Alleen is het onmogelijk om al die parameters in te schatten. Een auto die probleemloos 200.000 of 300.000 kilometer bij elkaar rijdt in zes jaar tijd, zonder dat hij het ooit maar een keertje laat afweten, is interessant om aan te kopen met een klassieke autolening. Maar de logica schrijft nu eenmaal voor dat de kans op mechanische pech groter wordt met de jaren. Vooral voorbij het derde levensjaar van de auto.
Nóg een overweging: extraatje voor uw personeel
Gegarandeerde mobiliteit: niet alleen voor de kleine kmo, ook voor grote bedrijven is die essentieel. Voor grote bedrijven met geen handvol maar tientallen managers en kaderleden, komt daarbovenop de overweging dat een bedrijfswagen nog altijd een interessante manier is om een werknemer te betalen.
Hoeveel een bedrijfswagen uiteindelijk kost voor de werkgever? Die bekijkt dat anders: een werkgever vergelijkt wat hij echt betaalt voor een geleasete auto met wat hij diezelfde werkgever in nettoloon zou moeten betalen om hem de financiële ruimte te bieden waarmee de werknemer een vergelijkbare auto zou kunnen kopen en gebruiken. In dat geval is de rekening snel gemaakt, want een netto-opslag van 100 euro kost het bedrijf 500 euro.
En de werknemer dan? Bedrijfswagens komen almaar uitdrukkelijker in het vizier van de fiscus, toch? Klopt. Voor de gebruiker is het voordeel een stuk kleiner dan pakweg twee jaar geleden, omdat hij de vierwieler nu een stuk zwaarder doorgerekend krijgt in zijn personenbelasting. Maar het sop is de kolen nog altijd waard.
Een personeelsdirecteur rekent snel voor: “Men neme een auto voor het middenkader, in de klasse van de Volkswagen Passat of Opel Vectra, voor iemand die op minder dan 25 kilometer van zijn werk woont. Die werknemer krijgt een voordeel in natura aangerekend van 124 euro. Uiteindelijk betaalt hij daar zowat 65 euro netto per maand voor.” Uiteraard bovenop wat hij van zijn nettoloon moet afstaan, maar het slotsommetje is altijd in zijn voordeel. Daar zijn niet eens haarfijne berekeningen voor nodig.
“Ik hoor behoorlijk wat managers en kaderleden kniezen over die hoge bedragen die we van hun nettoloon afhouden voor de bedrijfswagen, maar ik kreeg er nog geen over de vloer die zei dat hij zijn bedrijfswagen niet meer moet hebben,” lacht een andere personeelsdirecteur. En of ook hier psychologische aspecten meespelen? Natuurlijk: iemand met een bedrijfswagen maakt zich minder zorgen als hij het tuig op een donkere avond moet parkeren in het centrum van Brussel of Antwerpen. Ook niet onbelangrijk in deze tijden. En in wezen niet meteen een financiële overweging, neen.
Jo Bossuyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier