Uit de couveuse
Eerstdaags zien drie nieuwe “boorlingen” het daglicht bij Imec. Leo Billion geestesvader van Elbicon investeert in die spin-offs. Of hoe de marktimpact van het Leuvense Imec aan belang wint.
In zijn twaalfjarig bestaan bracht het Leuvense Imec acht spin-offs voort. Niet slecht, maar het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum het enige in zijn soort in Europa komt nu in een stroomversnelling. Voor de volgende twee tot drie jaar glijden zes nieuwe spin-offs door de pijplijn. De helft daarvan ziet nog vóór deze zomer het daglicht. En opvallend detail in elk van de drie academische boorlingen investeert Leo Billion (58j.). Billion is de geestesvader van Elbicon, en verkocht zijn technoparel (internationaal vermaard in visuele inspectie) vorig jaar aan Barco.
Sirius heet de eerste opstart. Hij zal geavanceerde chipsets voor draadloze telecommunicatie verkopen aan systeemfabrikanten. Op die chipplaatjes is een modulatietechniek de Spread Spectrum genaamd ingebakken die storingen en ruis bij gegevensoverdracht in sterke mate moet verminderen. Sirius mikt op een snel aanwassende vraag : de markt voor draadloze telecom stijgt, volgens kenners, met 30 tot 40 % op jaarbasis.
In het recente verleden slaagde Imec er al in om, samen met Sait Systems, dergelijk type chips (of Asics) aan te maken. De spin-off moet nu voor de verdere commercialisering zorgen. Leo Billion en Sait Systems nemen elk, volgens planning, 33 %, Imec 25 %, de Britse chipfabrikant ARM Ltd. waarmee nauw zal worden samengewerkt 4 % en het management de rest. Begin mei moet Sirius officieel van start gaan.
GSM.
De tweede Imec-opstart draagt als werktitel Four-S (spreek uit : “force”) en levert innovatieve technologie die de chipontwerper moet toelaten om al in een zeer vroeg en abstract stadium de architectuur van de chip aan te passen aan de latere functionaliteiten. “Iemand die een chip voor een GSM ontwerpt, moet tegelijk de marketingmanager van het product zijn,” merkt Dominique Genin, projectleider van Four-S, op. “Zó groot is de hoeveelheid informatie (of transistoren) die op één chip wordt ingebakken.”
De integratie van software (of systeemkennis) op de hardware (de architectuur) van het chipplaatje neemt tegenwoordig erg veel tijd in beslag. Het testwerk alleen al slorpt 50 tot 70 % van het ontwikkelingsbudget op. Met behulp van zijn technologie wil Four-S de chipfabrikanten ertoe aanzetten om de hard- en software van de chip al tijdens de ontwerpfase met elkaar te integreren. Om die technologie up-to-date te houden, zal de spin-off nauw samenwerken met bedrijven zoals ARM Ltd., Alcatel-Bell, Mietec en Thomson.
De parallelle opstart van een filiaal in de VS (Silicon Valley) behoort tot de plannen. “Maar het beslissingscentrum blijft in Vlaamse handen,” verzekert Genin. Namen van andere aandeelhouders buiten Leo Billion zijn nog niet bekend. Er lopen wel gesprekken met de Gimv.
En tenslotte is er Target dat met specifieke software Chess/Checkers genaamd de introductie van nieuwe processoren op de markt wil vergemakkelijken. Chess is een compiler, die de programmeertaal van een bepaald elektronisch systeem omzet in machinecode zodat het kan worden ingebouwd op een processor. Checkers simuleert dan weer de uitwerking van fragmenten van die machinecode op de processor (in vakjargon : de instruction-set simulator).
Doorgaans zijn compilers en simulatoren slechts bruikbaar voor één bepaalde processor. Een handicap voor de industrie, want de levenscyclus van processoren wordt steeds korter. Target past hier een mouw aan : z’n Chess/Checkers kan automatisch worden aangepast aan diverse types van processoren. En de technologie, zo maakt Target zich sterk, zal inspelen op een steeds groter wordende behoefte.
Want naarmate de softwarecomponent in chips stijgt vorig jaar ging gemiddeld 60 % van het ontwerpbudget voor een chip op aan software-ontwikkeling (ten opzichte van 35 % in ’85) zullen compilers en simulatoren meer en meer onmisbaar worden. De markt voor telecom en consumer electronics wordt de primaire focus van Target. De spin-off wil nog vóór deze zomer van start gaan. Er zijn volop gesprekken met kandidaat-aandeelhouders.
KERN.
“Er is een sterke toename van het aantal buitenlandse investeerders die Imec rechtstreeks benaderen,” beklemtoont Johan Van Helleputte, directeur project-acquisities bij Imec. Dit wordt in de hand gewerkt door de toenemende decentralisatie van industriële onderzoeksactiviteiten van buitenlandse bedrijven. “Steeds meer multinationals willen een deel van hun O&O uitbesteden,” zegt Van Helleputte. “En niet alleen de spin-offs profiteren hiervan. Zo onderhandelen we nu voor de uitbouw van twee onderzoekslabs met oorsprong in een industrieel bedrijf.”
Dossiers van dit kaliber zouden, via Imec, een signaalfunctie voor derden kunnen betekenen. Een “industriële kern” waarrond buitenlandse investeerders in de toekomst ook andere activiteiten kunnen ontplooien. Maar ook firma’s uit de dienstverlenings branche teren op de aanwezigheid van Imec. Zo maakte Structural Europe, uit Herentals, dankzij Imec zijn entree in de halfgeleiderindustrie. Deze kmo behoort tot het Amerikaanse Essef Corp. en fabriceert drukvaten zo’n 150.000-tal per jaar voor de waterbehandelingssector, chemie, farmacie, petrochemie en voedingsindustrie.
“De halfgeleiderindustrie heeft een zeer wispelturig karakter en is vrij gesloten,” zegt Philippe Copermans van Structural Europe. “Bovendien zijn de gestelde eisen er zeer hoog, vooral inzake reinheid en het deeltjesvrij zijn van stofelementen. Onze ervaring was nihil. Het risico was dan ook te groot.” Via allerlei formules ging Structural Europe op zoek naar financiële steun. “De voorwaarden en administratieve beslommeringen om ergens subsidies los te peuteren, wegen echter zwaar,” zegt Copermans. “De procedures zijn complex en langdurig, en de zekerheid dat je iets krijgt, is niet altijd duidelijk. We zijn hiermee dan ook noodgedwongen gestopt.”
Structural zocht en vond hulp bij Imec. “De eerste reacties waren er zeer spontaan en open,” herinnert Copermans zich. “Zonder al te veel omwegen werd besloten om dadelijk enkele verkennende tests op onze materialen uit te voeren. Na een maand wisten we al dat we in de goede richting zaten. Onze materialen bleken uitstekende eigenschappen te bezitten om ingezet te worden in de halfgeleiderindustrie. Vandaag maken wij ook dankbaar gebruik van die Imec-resultaten om een bepaald soort drukvaten in ultrapure waterbehandeling te verdedigen.”
Volgens Van Helleputte stijgt het aantal dossiers van het type Structural Europe in versneld tempo : “Dit toont aan dat de opbrengst van Imec wel degelijk op macro-economisch vlak kan worden gemeten,” vindt hij.
CHIPFABRIEK.
Een ander niveau waarop Imec (merkwaardige) ambities koestert, is de mogelijke vestiging van één of meer chipfabrieken in deze contreien. “Mocht Vlaanderen zo’n fabriek binnenhalen, dan zou dat een zeer goede zaak zijn,” stelt Van Helleputte. “De geografische spreiding van nieuwe chipfabrieken is zeer typerend : amper 15 % van de nieuw geplande 150 eenheden zal in Europa worden gebouwd. Niet minder dan acht bedrijven één Europees, drie Amerikaanse en vier Aziatische hebben concrete plannen voor Europese investeringen. De aanwezigheid van Imec kan die buitenlandse interesse alleen maar ten goede komen.”
Imec baseert zich hierbij op marktschattingen die er rekening mee houden dat de wereldmarkt voor chips tegen eind deze eeuw zal stijgen met 67 % tot 350 miljard dollar (10.500 miljard frank). Een vraagexplosie, dus. Maar volgens recentere gegevens kreeg de marktprijs voor geheugenchips in december vorig jaar flinke klappen een daling van 13 dollar naar 9 in nauwelijks vier maanden tijd (van november ’95 tot maart ’96). De oorzaak : de pc-fabrikanten die hun voorraden dumpten na tegenvallende verkoopresultaten rond Kerstmis. Op de koop toe ondergingen de bestellingen voor nieuwe chips begin dit jaar een neerwaartse knik.
Een dergelijke marktevolutie zal de inplanting van nieuwe chipfabrieken niet versnellen. Een spijtige zaak. “Er zijn concrete dossiers,” vermeldt Johan Van Helleputte, “die rekening houden met een direct tewerkstellingseffect in Vlaanderen van ongeveer 1200 jobs voor een investering van 1 miljard dollar. Daarbij komt nog de indirecte invloed, die op 3000 arbeidsplaatsen wordt geraamd.”
Andere plannen hebben dan weer betrekking op de versterking van bestaande Imec-projecten. Dit jaar krijgt de zogenoemde DSP Valley een juridische vorm. Het betreft een transsectoraal netwerk rond digitale signaalverwerking ( DSP of digital signal processing). Die techniek speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van nieuwe producten voor de telecommunicatie, consumentenelektronica en multimedia, spraak- en beeldverwerking. “We sluiten niet uit dat DSP Valley de structuur van een privak zou aannemen zoals bij Flanders Language Valley, het Ieperse project rond spraaktechnologie, waarmee we heel nauwe contacten onderhouden,” zegt Johan Van Helleputte. “Tja, Vlaanderen is klein.” Maar het kan nog zoveel groter worden.
GUIDO SWILLENPIET DEPUYDT
LEO BILLION (EX-ELBICON) Investeert in drie nieuwe projecten van Imec.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier