Tweeduizend jaar grotesken
Saters, plantaardige monsters, fabelwezens: in het Museum Plantin-Moretus tonen kunstenaars hun bizarste fantasieën.
Met een tentoonstelling over groteske kunst belicht het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen een curieus facet van de prentkunst. De naam alleen al is een curiosum: omdat de ruïnes van het paleis van keizer Nero in Rome zulke bizarre versieringen hadden, werd eerst gedacht dat de tekeningen uit een versierde ‘grotto’ moesten komen. Daarvan kwam de naam voor de hybride tekeningen waarin mens, plant, dier en architectuur tot afschrikwekkende, fabelachtige wezens muteren. Die excentrieke kunstvorm beleefde een revival bij de prentkunstenaars in de renaissance, onder wie Hans Vredeman de Vries. Van hem is een reeks prenten te zien met sensuele zuilen in de vorm van vrouwen. Vanuit het uitgeef- en drukkerscentrum Antwerpen verspreidde die kunstvorm zich over Europa.
De grotesken besmetten ook andere disciplines, zoals de architectuur, de houtsnijkunst, de glaskunst, de edelsmeedkunst, de keramiek en de meubelkunst. De expo beperkt zich daarom niet tot prenten, ze toont ook decoratieve kunstobjecten, zoals meubelontwerpen, glas-in-lood en houten sculpturen.
Boeiend is dat de tentoonstellingsmakers het begrip ‘grotesk’ oprekken. Het museum kijkt ook resoluut naar kunstenaars van de negentiende eeuw tot vandaag die op hun manier in de groteske traditie hebben gewerkt, zoals James Ensor, Fred Bervoets en illustrator Carll Cneut. Cneut maakte speciaal voor de expo vijf tekeningen, gebaseerd op de werken uit de expo.
Wie dit weekend gaat kijken, kan meedoen aan de activiteiten van het grafiekfestival drukdrukdruk. En samen met de conservator van het museum kunnen bezoekers het depot induiken om unieke prenten van Pieter Bruegel te zien.
De grotesken, een fascinerende fantasiewereld, tot 15 september in het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier