Tussen het virus en de stembus

De leiders in Latijns-Amerika zullen in 2021 het economische herstel in goede banen moeten leiden. Tegelijk moeten ze een schuldencrisis afweren en hun burgers ervan overtuigen dat democratie nog altijd doeltreffend kan zijn.

Ondanks de lange lockdowns heeft covid-19 lelijk huisgehouden in Latijns-Amerika. Veel landen hebben daardoor een zekere groepsimmuniteit. Maar de sociaal-economische gevolgen van de pandemie zullen langer voelbaar blijven. In 2020 krompen de economieën in Latijns-Amerika met zo’n 8 procent, wat leidde tot zowat 40 miljoen nieuwe armen op het continent. Het betekent dat minstens een derde van de bevolking nu in armoede leeft. De frustraties zullen opborrelen in straatprotesten en de dreigende verkiezingsoverwinningen van populisten. De kans bestaat dat het leger vaker zal worden ingeschakeld om de orde te handhaven en regeringen overeind te houden. Dan nog kan de democratie op sommige plaatsen het onderspit delven.

De meeste landen zullen in 2021 alle zeilen moeten bijzetten om zelfs maar de helft van de verloren productie goed te maken. Brazilië en enkele andere Zuid-Amerikaanse landen zullen het herstel leiden. De schade zal groter zijn in Mexico, waar de investeerders president Andrés Manuel López Obrador wantrouwen. Omdat Latijns-Amerika het jaar waarschijnlijk zal moeten aanvatten met een overheidsschuld van meer dan 80 procent van het bbp, zal het continent bij het Internationaal Monetair Fonds aandringen voor meer hulp. Zonder die bijkomende steun zal de regio een bezuinigingsbeleid moeten voeren dat het herstel verlamt, of het hoofd moeten bieden aan een schuldencrisis, of allebei.

Naar de stembus

Bij de presidentsverkiezingen in Ecuador (februari), Peru (april) en Chili (november) zouden populisten hun slag thuis kunnen halen, hoewel de conservatieven er ook een kans maken. In Ecuador mag Rafael Correa, een linkse populist die er van 2007 tot 2017 aan de macht was, niet deelnemen aan de verkiezingen, omdat hij bij verstek veroordeeld is wegens corruptie. Hij hoopt zijn terugkeer te maken via een plaatsvervangende kandidaat, de jonge econoom Andrés Arauz. Hem wacht een harde strijd tegen de conservatieve bankier Guillermo Lassa en de inheemse leider Yaku Pérez. In Peru liggen de verkiezingen helemaal open en de overwinning zou er naar een politiek buitenbeentje kunnen gaan. In Chili, een bolwerk van kapitalistische stabiliteit tot de felle protesten van 2019, zullen de verkiezingen plaatsvinden terwijl het overleg over een nieuwe grondwet aan de gang is. Die zal de overheid waarschijnlijk meer zeggenschap geven in de gezondheidszorg, het onderwijs en de pensioenen. Links zal een gooi doen naar het presidentschap, maar de kans bestaat dat het de duimen zal leggen tegen Joaquín Lavín, een licht populistische conservatieveling. In Mexico (juni) en Argentinië (oktober) zullen de tussentijdse parlementsverkiezingen een goed idee geven van hoe sterk de presidenten staan: López Obrador en de gematigde Peronist Alberto Fernández.

Linkse dictaturen

En wat met de linkse dictaturen van Latijns-Amerika? Zullen die eindelijk veranderen? In Cuba komt na meer dan zestig jaar formeel een einde aan de dynastie van de Castro’s. Raúl Castro (89) zal aftreden als eerste secretaris tijdens een congres van de leidende communistische partij in april. In 2019 had hij het presidentschap van het land al doorgegeven aan Miguel Díaz-Canel, een jongere partijbureaucraat. De Cubanen zullen nu zien of Díaz-Canel ook het hoofd van de partij wordt, dan wel of hij het bestuur zal delen. In 2020 zal ook blijken wie de leidende factie wordt in het nieuwe politbureau: de stalinistische of de hervormingsgezinde vleugel van de partij. De Castro’s zijn trouwens nog niet helemaal uitgezongen, want Raúls zoon Alejandro staat aan het hoofd van de inlichtingendienst.

In Nicaragua zal dictator Daniel Ortega de verkiezingen in november gebruiken om zijn eigen dynastie in te huldigen. Hij wil ervoor zorgen dat zijn echtgenote Rosario Murillo hem opvolgt als president. Dat zal gegarandeerd leiden tot verkiezingsfraude en een nieuwe golf van protesten.

Venezuela op de agenda

In Venezuela zal het politieke conflict in 2021 een nieuwe fase ingaan. In januari loopt het mandaat van Juan Guaidó af, de voorzitter van de oppositie in de Nationale Vergadering die door zowat 60 landen erkend wordt als ‘interim-president’. Nicolás Maduro, de dictator van het land, heeft de oppositie verdeeld. Maar hij valt zonder geld, onder meer door de Amerikaanse sancties. De Verenigde Staten zijn er nog niet in geslaagd Maduro van de macht te verdrijven. Nu zullen ze misschien met hem onderhandelen om een terugkeer naar een democratisch bestel te bewerkstelligen. De Verenigde Staten moeten in 2021 de negende Summit of the Americas organiseren, de top waar alle landen van het halfrond bij betrokken zijn. Venezuela zal daar bovenaan de agenda staan.

De auteur is columnist Bello en senior editor Latijns-Amerika en Spanje van The Economist

80 procent

van het bbp bedraagt de overheidsschuld in Zuid-Amerika.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content