Treinen rijden minder stipt
De treinen reden in april minder stipt in vergelijking met een jaar eerder. Dat blijkt uit de gezamenlijke stiptheidscijfers die Infrabel en NMBS dinsdag bekendmaakten.
In april 2018 reed 89,2 procent van de treinen stipt, tegenover 92,6 procent in april 2017. Dat betekent dat ze met minder dan 6 minuten vertraging in hun eindstation aankwamen.
Ook in januari (88,6 procent), februari (87,3 procent) en maart (88,5 procent) reden de treinen minder stipt dan in 2017.
Tijdens de ochtendspits voor de tien grootste lijnen met aankomst in Brussel presteert de lijn Kortrijk-Brussel het minst goed. In april reden daar amper drie op de vier treinen (74,7 procent) stipt. Tijdens de avondspits kwamen de vertragingen het meest voor op de lijn Doornik-Brussel (85,1 procent).
Er werden vorige maand bovendien meer treinen afgeschaft dan een jaar eerder: 1.450 of 1,4 procent van alle treinen, tegenover 859 of 0,9 procent in april vorig jaar.
De verantwoordelijkheid voor die vertragingen ligt voor 30,8 procent bij Infrabel, voor 32,8 procent bij de NMBS en voor 33,7 procent bij ‘derden’. Met die ‘derden’ worden onder meer ongevallen en vooral spoorlopers bedoeld.