TRADITIE

NUTSVOORZIENINGEN.

In het begin van deze eeuw was België na Frankrijk en Duitsland de derde grootste investeerder in het Ottomaanse Rijk. De “voorouders” van de Groep Tractebel namen het grootste aandeel voor hun rekening. Zij legden zich vooral toe op de exploitatie van concessies voor nutsvoorzieningen.

In Damascus kreeg de Société Générale de Chemins de Fer Economiques vanaf 1904 het beheer van de tram- en de elektriciteitsmaatschappij. De Société Générale Belge d’Entreprises Electriques ( SGBEE) maakte de plannen en realiseerde de hydro-elektrische centrale van El-Tequieh (1500 kVA) op 30 km van de Syrische hoofdstad. In 1908 waren er na één jaar exploitatie 1442 lampen aangesloten.

Na de Tweede Wereldoorlog maakte het nationalisme in het Nabije Oosten brokken. De uitbreiding van Tramways et Electricité de Damas werd in ’50 afgebroken en exploitaties werden genationaliseerd. Maar Tractebel vocht terug. In ’53 associeerden Electrobel en Traction zich met gelijke inbreng in het syndicaat ETE ( Electrobel & Traction et Electricité), dat een technisch bureau in Damascus opende. ETE ging op zoek naar studies of ondernemingen voor elektrificatie in Syrië, Libanon, Irak en Iran. Behalve een technisch bureau zette ETE ook een commercieel bureau op. Tenslotte richtten beide groepen in België Technicobel op, die nationale constructiebedrijven in het Nabije Oosten vertegenwoordigde.

Ook in Irak, waar de economie door een groeiende petroleumuitvoer werd gestimuleerd, dienden zich mogelijkheden voor ETE aan in 1957 bedroeg de kostprijs van de door Traction bestudeerde werken ongeveer 9 miljard frank, waarvan 1 miljard in Irak. Dankzij de export beschikte het land over de deviezen die het nodig had voor zijn industrialisatie de ontwikkeling werd door Amerikaanse deskundigen omkaderd. Elektrificatie van het land was voor president Aziz prioritair. Nadat ETE in december ’53 zonder succes een algemeen elektrificatieproject voor Irak had ingediend, werd de vereniging in april 1955 belast met studies voor het algemeen ontwerp van de drie netten in het land (totale capaciteit van 275 MW). Vanaf ’60 begonnen de Belgische holdings met de realisatie van de centrales. De Iraakse ervaring vormde een eersterangsreferentie voor elektrificatiestudies in ontwikkelingslanden. Het bureau in Bagdad, dat ETE in 1955 oprichtte, werd pas in 1973 gesloten.

Bron : René Brion en Jean-Louis Moreau, “Tractebel 1895-1995. Metamorfosen van een industriële groep”, Antwerpen, Mercatorfonds, 1995, 343 blz.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content