Toyota Auris
Ten aanval in het C-segment.
Opvallend bij de lancering van deze nieuwkomer: iedereen die bij de Japanse constructeur ook maar enigszins een officiële functie heeft, blijft koppig weigeren om de Toyota Auris de opvolger van de Corolla te noemen. Hoewel iedereen daarvan leek uit te gaan. Het antwoord schuilt in de marketingstrategie. Zoals de Yaris de opvolger was van de Starlet, en de Avensis in het spoor ging rijden van de Carina, moet de Auris nu een streep onder het verleden van de Corolla trekken. Een streep zoals in: vernieuwen. Of verjongen. Het lukte aardig met de Yaris en de Avenis, waarom zou het niet kunnen met de Auris, dus?
Dat de Corolla een ietwat oubollig imago torst, heeft niets te maken met zijn kwaliteiten. Veeleer met zijn verleden: het ding heeft een eigen bladzijde in de autogeschiedenis. Veertig jaar lang reed hij rond op deze aardbol. Alles bij elkaar werden er negen generaties van gebouwd, en meer dan dertig … miljoen van verkocht. Veertig jaar, dat betekent dat minstens twee mensengeneraties de typenaam Corolla kennen. En daar houdt het verhaal niet op: straks, in juni, komt een nieuwe versie van de Corolla. Weliswaar alleen als berline. Om de scheidslijn tussen Corolla en Auris niet alleen psychologisch, maar ook concreet te blijven zetten, al was het maar eventjes.
Ondertussen moet de nieuwe en jongere Auris marktaandeel gaan roven in het felbevochten C-segment, met grootverkopers als de Renault Mégane, Volkswagen Golf of Opel Astra. Want dat is op het Oude Continent eigenlijk nooit helemaal gelukt, met die Corolla. Vandaar dat de Auris bij zijn lancering heel scherp wordt geprofileerd als een Europese auto. En dat is dan weer veel meer dan gewoon marketingstrategie: de Auris is op-en-top Europees. Hier ontwikkeld, met het oog op de Europese markt. En het is een heel aangename vierwieler geworden, met een opvallende filosofie ontworpen: van binnen naar buiten, rond de inzittenden. Vandaar dat de Auris breekt met de soberheid die je doorgaans van Japanse interieurs verwacht: behoorlijk comfortabel en ergonomisch, is hij. Ruim ook.
De nieuwe Auris heeft nog een andere missie. Met dit model wil Toyota twee historische leemten invullen: eindelijk serieus gaan meespelen als dieselaar in het Europese C-segment, en als het even kan ook in de fleetwereld. Daarvoor moeten uiteraard de zelfontbranders zorgen: de 1,4 l van 90 pk zou vlotjes moeten verkopen bij de particulier, en voor wie het iets krachtiger wil, is er de tweeliter van 126 pk. De 2,2 liter D-4D is met zijn 177 pk uiteraard de krachtigste, soepelste en aangenaamste dieselmotor, maar in onze contreien fiscaal zeer ongunstig. En laten we wel wezen, zelfs een ietsje te krachtig voor deze Auris. Voorts ook: jammer dat Toyota standaard geen deeltjesfilter monteerde. Daarvoor moet je een meerprijs betalen.
De Toyota Auris komt in drie- en vijfdeursversie in maart de showroom binnengereden.
DASHBOARD –
TOYOTA AURIS
MOTOREN: Benzine: 1.4 en 1.6 l benzine, 2 BNA en 16 kleppen, respectievelijk 97 pk (71 kW)/130 Nm en 124 pk
(91kW)/153 Nm.
Turbodiesel: 1.4, 2.0 en 2.2 l turbodiesel, respectievelijk 90 pk (66 kW)/190 Nm, 126 pk (93 kW) /300 Nm en 177 pk (130 Nm) / 400 Nm.
PRESTATIES: Benzine, respectievelijk (topsnelheid, 0-100km/u): 170 km/u en 13 s, 190 km/u en 10,4 s.
Diesel: 175 km/u en 12 s, 190 km/u en 10,3 s,
210 km/u en 8,1 s.
VERBRUIK Benzine: 6.9 en 7.1 l voor 100 km.
(CIJFERS CONSTRUCTEUR): Diesel: 5, 6.2 en 6.2l voor 100 km.
PRIJZEN: 15.170 à 22.795 euro (benzine); 16.350 à 25.160 euro (diesel).
Heel aangenaam interieur.
+++
Rationele en zuinige 1.4 instapdiesel.
++
Voor deeltjesfilter moet u bijbetalen.
–
Jo Bossuyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier