Touw is niet zomaar touw

© WOUTER RAWOENS

Corbeo is een producent en toeleverancier van touw in allerlei maten en gewichten en voor zeer diverse toepassingen. Een touw maken is ingewikkelder dan u misschien dacht, en vraagt een zeer specifieke woordenschat.

” Iedereen weet wat een koord is, maar de complexiteit van dat product wordt sterk onderschat. Wij vangen die complexiteit op voor de retailers. Dat is onze bestaansreden”, zegt Wilfried Baeten, de CEO van Corbeo. Hij legt uit dat de moeilijkheid is gelegen in de combinatie van verschillende basisgrondstoffen, productiemethoden en diameters. Vanuit Zele biedt Corbeo 1500 touwsoorten aan. “Vleestouw, metserstouw, sjortouw, macramétouw, composteerbaar tomatentouw: je kunt bij ons terecht voor zowat alle touwen, behalve voor klimtouw en voor maritiem touw”, zegt Baeten.

Corbeo werd midden jaren zeventig opgericht onder de naam Ledent Touw. In 2014 ging de familie Ledent op zoek naar een overnemer. Wilfried Baeten en zijn echtgenote Silvie Goeminne hapten toe. “We zochten al langer een bedrijf waarin we samen konden ondernemen”, vertelt Baeten. “Twee criteria stonden voorop: het moest een tastbaar product zijn en het moest toekomstbestendig zijn. Ledent was net begonnen met eigen productie. Dat heeft ons over de streep getrokken. Ik denk dat het voor pure groothandelsbedrijven lastig wordt.”

Bij de overname van het bedrijf stond de eigen productie in voor 5 procent van de omzet. Intussen is dat 40 procent. De omzet steeg van 3,8 miljoen euro in 2014 naar 6 miljoen in 2020. Er werken 25 mensen voor Corbeo. In 2019 verhuisde het bedrijf naar een nieuw gebouw op het industrieterrein in Zele. “De coronacrisis hebben we vooral gevoeld tijdens de lockdown, omdat we veel aan retailers leveren zoals doe-het-zelfzaken, tuincentra en hobbywinkels”, zegt Baeten. “Gelukkig hebben we ook enkele belangrijke Nederlandse klanten. In Nederland moesten de winkels niet sluiten. Op onze productie heeft corona weinig impact. Ons nieuw gebouw is lekker ruim en de werkposten liggen vrij ver uit elkaar.”

Natuurlijk en synthetisch: Corbeo werkt met natuurlijke grondstoffen zoals sisal, jute en vlas, en synthetische zoals polyamide, polypropyleen en polyester. Voor de touwen die het volledig zelf produceert, is katoen de basisgrondstof. Voor macramétouw, een populair product, is dat gerecycleerd katoen.
Natuurlijk en synthetisch: Corbeo werkt met natuurlijke grondstoffen zoals sisal, jute en vlas, en synthetische zoals polyamide, polypropyleen en polyester. Voor de touwen die het volledig zelf produceert, is katoen de basisgrondstof. Voor macramétouw, een populair product, is dat gerecycleerd katoen. “Bij ontvangst van het katoen vergelijken we de garens met een kleurenkaart”, vertelt Wilfried Baeten. “We bieden macramétouw aan in 24 kleuren. Aan het gerecycleerde katoen wordt een kleine hoeveelheid gekleurd polyester toegevoegd om de kleuring zo juist mogelijk te krijgen.”© WOUTER RAWOENS
Assemblémachine: Afhankelijk van de gewenste diameter van het eindproduct, worden zes tot twaalf garenbollen op de assemblémachine geplaatst. Die machine wikkelt de garenbollen samen tot één draad, de assemblé, en brengt ze aan op een rol. Elektronische sensors controleren of de draad is opgebouwd uit het vooropgestelde aantal garens.
Assemblémachine: Afhankelijk van de gewenste diameter van het eindproduct, worden zes tot twaalf garenbollen op de assemblémachine geplaatst. Die machine wikkelt de garenbollen samen tot één draad, de assemblé, en brengt ze aan op een rol. Elektronische sensors controleren of de draad is opgebouwd uit het vooropgestelde aantal garens. “Als we vertrekken van acht garenbollen, moet de assemblé ook overal acht basisfilamenten bevatten”, legt Wilfried Baeten uit.© WOUTER RAWOENS
Voortors en nators:
Voortors en nators: “Touw kun je op drie manieren maken: vlechten, slaan en twijnen”, doceert Wilfried Baeten. Corbeo gebruikt alleen de twijntechniek. In een eerste stap, de voortors, worden op de twijninstallatie enkele assemblés in elkaar gedraaid. Het resultaat heet een luik. Vervolgens worden alle luiken nog eens in elkaar gedraaid in de nators. “De clou is dat we de nators in de andere richting draaien dan de voortors. Als we de voor- en nators in dezelfde richting zouden draaien, zou het touw onmiddellijk ontrafelen.”© WOUTER RAWOENS
Overwinden op bulkrollen:
Overwinden op bulkrollen: “Het eindproduct, het touw, is eigenlijk nu al klaar”, vervolgt Wilfried Baeten. “Maar op de twijnmachine werken we met grote pijpen die tot 16 kilogram touw kunnen bevatten. Met een herbobineringsmachine wikkelen we die grote pijpen touw over op makkelijker hanteerbare bulkrollen van ongeveer 5 tot 8 kilogram. Voor eindproducten op basis van andere grondstoffen dan katoen kopen we de bulkrollen aan en doen we alleen de verdere verwerking.”© WOUTER RAWOENS
Naar kleine rolletjes: In deze fase worden de bulkrollen machinaal overgeplaatst op een formaat dat geschikt is voor de kleinhandel. De rolletjes en de bolletjes macramé die u in de winkel vindt, wegen doorgaans tussen 50 en 200 gram.
Naar kleine rolletjes: In deze fase worden de bulkrollen machinaal overgeplaatst op een formaat dat geschikt is voor de kleinhandel. De rolletjes en de bolletjes macramé die u in de winkel vindt, wegen doorgaans tussen 50 en 200 gram.© WOUTER RAWOENS
Inpakken: Tot slot passeert het macramétouw langs de verpakkings- en etiketteermachine. In de krimptunnel wordt de plasticfolie aangebracht.
Inpakken: Tot slot passeert het macramétouw langs de verpakkings- en etiketteermachine. In de krimptunnel wordt de plasticfolie aangebracht. “Voor de grotere diameters gebruiken we een meer duurzame papieren banderol als verpakking”, vertelt Wilfried Baeten. “Dat stukje besteden we uit aan een lokale sociale werkplaats en we werken er ook voor samen met de gevangenis van Dendermonde.”© WOUTER RAWOENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content