Toerski

Het ongerepte berggevoel

Met vellen onder de ski’s trek je van berghut tot berghut, over spectaculaire sneeuwvelden, ver van de aangelegde pistes. Proef de wilde frisheid van de Alpenreuzen.

TEKST : PASCAL BAETENS / FOTO’S : FILIP VAN ROE

Winter. Een zacht deken van witte sneeuw bedekt de Alpen. Skiliften en pistes tekenen zich af als grillige tatoeages op de bergflanken. Gekleurde stipjes wemelen als mieren over de witte lanen. Aan de skiliften en in de bergrestaurants staan skiërs in lange rijen aan te schuiven. Drukte alom in de skidorpen : de rokerige cafeetjes en mondaine restaurants zijn dichtbevolkt, de discoteken spuwen muziek tot in de vroege uurtjes. Het ongerepte berggevoel lijkt heel ver weg…

Toch bieden de Alpen ook rust en stilte. Waar je ‘s zomers van lange bergwandelingen geniet, kan je ‘s winters aan toerskiën doen : een combinatie van bergwandelen, alpijns skiën en bij moeilijke tochten echt alpinisme. Op toerski’s, alpineski’s met toerbindingen en stijgvellen, maak je huttentochten door het ongerepte hooggebergte, ver van skiliften en geprepareerde pistes.

De techniek

van het klimmen is vrij eenvoudig. Tijdens het stappen duw je de ski’s voorwaarts over de sneeuw, zonder de latten op te heffen. Het grote draagvlak verhindert het wegzakken in de sneeuw. De naar achter gerichte korte haartjes van de stijgvellen zetten zich vast op het gladde sneeuwoppervlak om te beletten dat je achterwaarts naar beneden glijdt. Op steilere stukken stijg je zigzaggend de helling op en maak je haarspeldbochten met de Spitzkehr-techniek, die mits enig oefenwerk eenvoudiger blijkt dan de naam laat vermoeden.

Voor elke tocht wordt een berghut als einddoel vastgelegd. Oorspronkelijk waren deze hutten toevluchtsoorden in een desolate en moeilijk bereikbare omgeving. In eenvoudige bivakken vond je materiaal om eerste hulp toe te dienen : een kachel, britsen, dekens en noodrantsoenen. Sneeuwstormen op alpijnse hoogten kunnen dagenlang duren, de windsnelheden kunnen ver boven de 100 km/uur gaan.

Onder impuls van alpenclubs werden de hutten uitgebouwd voor recreatie. Ze dienen als uitgangspunt voor beklimmingen en als tussenstation bij trektochten. Vele zijn nu ook bemand en worden bevoorraad met de helicopter, sneeuwscooter of materiaallift. De waard staat het hele seizoen in voor het onderhoud, de maaltijden en de opvang van de gasten. Via de radio staat hij in contact met de bewoonde wereld, om bijvoorbeeld zoekacties naar vermisten te coördineren. Bij stormweer zit hij soms wekenlang moederziel alleen in zijn hut. Toch zijn het meestal gastvrije kerels, die bovendien bekend staan als uitstekende koks en gedreven entertainers. Het gaat er in de hutten dan ook levendig aan toe, tot de waard omstreeks 22 u. stipt de huttenrust afkondigt en de lichten dooft.

Een echte toerskiër

is bij de eerste zonnestralen weer paraat. De strenge vorst zet immers ‘s nachts de sneeuw vast, waardoor je bij het krieken van de dag veiliger de steile wanden kan aanvatten. Naarmate de dag vordert, groeit de kans dat de temperatuur boven het vriespunt stijgt, zodat de sneeuw nat en zwaar wordt, wat het risico op schuivende sneeuw en lawines doet toenemen. Elke dag bestuderen de gidsen uitgebreid het sneeuwprofiel en de weersomstandigheden, vooraleer de tocht aan te vatten. Tijdens de tocht sturen ze het traject bij, indien ze dat raadzaam achten. Ondertussen geniet je van de wilde frisheid van de onbezoedelde berglucht en de majestueuze aanblik van de Alpenreuzen. Bij elke tocht wordt een bergtop bereikt. Het gevoel na een urenlange inspanning boven op een berg staan, is onbeschrijflijk. Bij helder weer heb je er kilometers ver zicht en je krijgt ruim de tijd om het landschap in je op te nemen.

Na de beklimming daal je naar een volgende vallei af. Je wandelt door ongerepte sneeuwvlakten op eeuwenoude gletsjers. De ademhaling, het schuiven van de ski’s en de schaarse aanwijzingen van de gids zijn de enige geluiden. Je leert met kompas en hoogtemeter omgaan en veilige oversteekplaatsen herkennen. Je maakt kennis met de verschillende sneeuwsoorten : verse poedersneeuw, firnkorrels en natte papsneeuw, bevroren lentesneeuw. Elk terrein heeft zijn specifieke afdalingsprincipes. Want het toerskiën houdt ook schitterende en lange afdalingen over ongerepte sneeuwvelden in.

Zoals er pistes op maat van elke skiër zijn, zo vindt elke skiër ook zijn gading in het aanbod van toerskitochten. Initiatietochten in gebieden als de Queyras in het zuiden van Frankrijk of het Silvretta-massief op de grens van Zwitserland en Oostenrijk vereisen een gemiddelde conditie en afdalingstechniek. Het vlot beheersen van de rode pistes, een technisch niveau dat de gemiddelde skiër na een viertal weken behaalt, moet hiervoor volstaan. De berghutten op zulke tochten zijn comfortabel en gezellig en je hoeft niet constant met een bepakking voor een week rond te zeulen. Je leert er lopen op ski’s met stijgvellen en diepsneeuwskiën op zachtglooiende hellingen. Op de mooiste plaatsen wordt halt gehouden voor een welverdiende versterking van de inwendige mens. Gevaarlijk en extreem terrein wordt gemeden en je bent nooit ver van een hut verwijderd. Maar ook de waghalzen vinden spek voor hun bek…

De koninginnentocht

van het toerskiën is de Haute Route van Chamonix naar Zermatt, waar gedurende een kleine week gemiddeld zes tot acht uur geklommen wordt op een gemiddelde hoogte van 3100 meter en dit met een bepakking voor een week op de rug. Het traject is technisch moeilijk tot zeer gevaarlijk : steile beklimmingen, smalle doorgangen en extreme afdalingen, oog in oog met gletsjerspleten en ravijnen, wisselen elkaar af. Bij extreme tochten, zoals de Pogne d’Arolla en de Haute Route, behoren een klimharnas, stijgijzers (metalen pinnen onder de schoenen) en een piolet (klein houweel) eveneens tot de uitrusting. Met de ski’s op de rugzak gebonden, hak je de pinnen in de sneeuw- en ijskorst om de soms meer dan 60 graden steile hellingen te beklimmen of af te dalen.

Een uitstekende conditie en beheersing van klim- en diepsneeuwtechnieken zijn hier vereist, evenals… een gepaste bergsportverzekering. Elke gids heeft het recht een deelnemer te weigeren indien hij oordeelt dat diens conditie, techniek, ervaring of persoonlijkheid (angst, overmoed, individualistische ingesteldheid) de veiligheid van die skiër of van de groep in het gedrang brengen. Het zou immers niet de eerste keer zijn dat een extreem terrein in een dikke mist of onder hevige sneeuwstorm moet beklommen of afgedaald worden om een volgende hut te bereiken, of wanneer dat niet lukt dat een bivak in de sneeuw moet uitgegraven worden, soms op een smalle richel naast een diep ravijn. De bewoonde wereld lijkt dan heel ver weg, ook al blijkt bij het ochtendgloren de gezochte hut maar een tiental meter verder te liggen.

Door het prachtige zicht vergeet men de inspanningen van de lange beklimmingen.

De Haute Route gaat over moeilijk tot gevaarlijk terrein, zoals hier tussen de gletsjerspleten.

Bij mist of sneeuwstorm moet soms zelfs een bivak in de sneeuw uitgegraven worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content