TOBBACK EN DE RECHTSSTAAT. Frontale botsing
Dat het precies de socialisten zijn die vandaag door het gerecht worden aangepakt, is niet het gevolg van een samenzwering. SP en PS oogsten alleen wat ze vroeger hebben gezaaid.
Hoorden we in het verleden van socialistische zijde kritiek op de procedure van het gerechtelijk onderzoek, op de voorhechtenis of op de behandeling van gedetineerden ? Neen ! Dat er vandaag wel wordt gepleit voor een herwaardering van het “geheim van het onderzoek met het oog op het beschermen van het vermoeden van onschuld” is alleen maar ingegeven door de schandaalsfeer waarmee hoofdzakelijk de socialistische familie de voorbije maanden werd gekonfronteerd.
In de verklaring van de nieuwe regering wordt weliswaar gezegd dat de geheimhouding noodzakelijk is om de kwaliteit van het onderzoek te bevorderen. Maar dat staat er duidelijk alleen maar om de aandacht af te leiden. De geheimhouding van het onderzoek bevordert de kwaliteit ervan niet.
De argumentatie van de socialistische politici bevat bovendien geen overtuigende konsistentie. Enerzijds verdenken zij het juridisch apparaat van selektief optreden, maar anderzijds beroepen zij zich op het gemis aan een strikt juridisch en dus formeel bewijs een bezwarend geschrift of een bekentenis om daden van korruptie te ontkennen. En die zijn voor iedereen duidelijk, behalve voor Louis Tobback en zijn vennoten. Niemand gelooft immers dat Agusta en Dassault het verstrekken van meer dan 100 miljoen frank aan de Belgische socialistische partijen niet afhankelijk stelden van de toekenning van de gewenste leveringen door de twee bevoegde kabinetten : Ekonomische Zaken en Landsverdediging.
Moreel belast met deze affaire zal het geen verbazing wekken dat de socialisten ook de grootste verdedigers werden van het regularizeren van de partijfinanciering, of de vervanging van de financiering door bedrijven (met of zonder korrupt karakter) door subsidies van de overheid van de belastingbetaler dus. Een financiering overigens waarvan het demokratisch nut in vraag mag worden gesteld. Ofwel heeft de reklame effekt, ofwel niet. Heeft zij geen effekt op het kiesgedrag, dan is het een overbodige uitgave van belastinggeld. Heeft zij wel effekt, dan wint het beste reklamebureau de verkiezingen, maar niet de partij met het beste programma. Tenzij men slogans als “omdat mensen belangrijk zijn” of “Tobback zorgt voor uw pensioen” als ernstige regeerprogramma’s moet beschouwen. Voor parlementsverkiezingen kan die hele geldverkwisting dan ook beter vervangen worden door een kosteloze supplementaire zendtijd op de overheidstelevisie. En daarvan worden de kosten toch al door de belastingbetaler gedragen.
De SP insinueert daarnaast een samenzweringsteorie vanwege het gerecht tegen de partij of het partijapparaat. Men stelt inderdaad vast dat tot op vandaag alleen de socialistische partijen van dit land zo zwaar getackeld worden door het gerecht. Dat hoeft echter niet noodzakelijk het gevolg te zijn van een komplot tegen de partij. Het kan ook het resultaat zijn van de gegeven situatie. Het lijkt alvast zo dat de problematiek waarmee SP-PS worden gekonfronteerd, niet werd opgezet door één onderzoeksrechter die zich eens interessant wil maken en de pers wil halen, zoals ten tijde van rechter Bellemans en gewezen KB-voorzitter Wauters.
In het geval van de socialisten gaat het blijkbaar om een grondige aanpak, al kan die grotendeels ook worden gewettigd door het onderzoek naar de moord op een socialistische voorman, waarin heel wat elementen wijzen op een interne afrekening in (Luikse) partijkringen.
PARTIJGEBONDEN.
Dat in het verleden alleen socialisten zich hebben begeven in de korrupte zone van de steekpenningen lijkt onwaarschijnlijk. Het zou naïef zijn de politici van alle andere partijen in dat opzicht onverdacht te verklaren. Maar het ziet er wel naar uit dat deze steekpenningen-affaires een verschillend en partijgebonden karakter vertonen. Indien vroeger ook wel sporen naar ministers van andere partijen leidden, dan bleek telkens dat die knapen alleszins voor eigen rekening en profijt werkten. Uit de gegevens omtrent Agusta, Dassault en andere reukverspreidende dossiers als Ibramco, Distrigas blijkt echter dat dergelijke affaires bij de socialisten door het partij-apparaat werden georganizeerd. Overigens niet zonder medeweten van de partijtop, al beweert die nu ook het tegendeel.
Nochtans ontkracht ook deze argumentatie de samenzweringsteorie niet. Er is evenwel nog een andere, meer plausibele verklaring voor de felle botsing tussen het gerecht en de socialisten. Het is niet uitgesloten dat de rechterlijke macht zijn door de grondwet gewaarborgde autonomie weer nastreeft en daarbij fors in aanvaring komt met het socialistische apparaat dat gedurende de voorbije decennia op een onmiskenbare wijze de macht van de staat naar zich toehaalde. Dat laatste gebeurde overigens helemaal in de lijn van de doctrine van verstaatsing en kollektivizering, inherent aan het socialisme. En die doctrine kon alleen maar een doelmatige uitvoering krijgen als de werkelijke hefbomen van de macht, als het ambtelijk en struktureel weefsel van de staat werd ingenomen.
AFREKENEN MET ARROGANTIE.
In het bestuur van de staat speelt het (wetgevend) parlement een ondergeschikte rol. Ook de (uitvoerende) ministers hebben al ervaren hoe machteloos ze meestal staan tegenover de gevestigde strukturen. Sedert Alexander de Grote en de Egyptische farao’s weten alle heersers dat een staat weliswaar door een leger wordt veroverd en gevestigd, maar door een bevoorrecht en daarom ook trouw ambtenarenkorps van belastinginners en rechtsprekers door het bureaukratisch apparaat dus in stand wordt gehouden en bestuurd.
Doelgericht werd door de socialisten dan ook gestreefd naar bezetting van de vitale organen van de staat. Bij de benoemingen besteedden zij veel meer aandacht aan strategische positionering dan de andere partijen, voor wie een billijke kwantitatieve verdeling volstond.
Het ziet ernaar uit dat de rechterlijke macht nu de geboden kans waarneemt om deze bureaukratische bevoogding, dit socialistisch juk (dat ook de onafhankelijkheid van de magistratuur bedreigde) van zich af te schudden en af te rekenen met de arrogante macht van het socialistische establishment.
Overigens oogsten de politici nu alleen wat zij vroeger hebben gezaaid. Want de door hen, vooral van socialistische zijde, gewilde verpolitizering van het gerechtelijk apparaat heeft niet zozeer geleid tot politiek geïnspireerde uitspraken, dan wel tot een gevoelig kwaliteitsverlies, vooral op de lagere niveaus. Vandaar dat de eis tot verhoging van de produktiviteit zo onwaarschijnlijk klinkt.
Vanzelfsprekend is het belangrijk de rechtbanken uit te rusten met een volwaardige databank, om het opzoekingswerk te vereenvoudigen en te versnellen. Maar een rechtbank is geen automobielbedrijf dat via automatizering zijn produktiviteit in aanzienlijke mate zal verhogen. In de rechtspraak moet onderzocht, gedacht, gewikt en gewogen worden, wat een tijdrovende bezigheid is. De grote achterstand van de rechtbanken heeft trouwens nog andere oorzaken dan een onvoldoende uitrusting en een gebrekkige organizatie.
Het is bijvoorbeeld algemeen geweten dat een niet onaanzienlijke groep van vooral jongere advokaten hongerig op zoek is naar een inkomen. Sommigen gaan, zonder kennis van bedrijfsekonomie en zelfs zonder grondige kennis van vennootschapsrecht, de vaak duistere weg op van de kuratele bij faillissementen. Anderen drijven hun kliënten naar een duurdere procedure, die alleen voor de bemiddelaar lukratiever is dan een kompromis met de tegenpartij.
Voorstellen om de verliezende partij te doen betalen ten voordele van de winnende partij, zoals onder meer de VLD voorstelt, lossen dit probleem niet op, tenzij deze kosten aan de verliezende advokaat zouden worden aangerekend als de rechtbank vindt dat het om een onnodige of roekeloze procedure gaat.
Kwaliteitsverbetering van de magistratuur dank zij een verdere depolitizering en een eventuele boete voor de advokaat bij roekeloos procederen, zijn meer adekwate maatregelen om het werkvolume te verminderen en zodoende het aanzien van de rechtspraak te bevorderen dan een bolwassing van Louis Tobback.
KARIKATUUR.
Een effektief herstel van de grondwettelijke scheiding der machten kan de demokratie en de burger alleen maar ten goede komen. Want die scheiding is inmiddels een voorwerp van karikatuur geworden. De facto ligt zowel de wetgevende als de uitvoerende macht al bij twee of drie partijcenakels. De eenstemmige en kritiekloze goedkeuring van het jongste regeringsprogramma door de onderdanige partijvertegenwoordigers deed zowaar denken aan de kommunistische kongressen onder Stalin. Als ook de rechterlijke macht nog door deze cenakels zou worden gedomineerd en gemanipuleerd, rest de burger alleen nog de hele zaak met belastingbijdragen te betalen. En dit alles zonder inspraak, want verkiezingen waarborgen deze inspraak in het huidige systeem niet. Het herstel van een loepzuivere rechtsstaat zou de burger dan ook meer bescherming bieden dan de verplichte verkiezing voor een demokratische oligarchie.
ANDRÉ LAMMENS
WILLY CLAES, FRANK VANDENBROUCKE, LOUIS TOBBACK, ETIENNE MANGÉ, CARLA GALLEMoeilijke verhouding met Justitie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier