Thriller met een boodschap: vertrouw uw baas nooit
‘Paranoia’ wordt aangekondigd als een vernieuwing van het thrillergenre, maar blijkt vooral groots in de vileine tot karikaturale beschrijving van alledaagse taferelen op het werk. De moraal: vertrouw nooit een collega en uw baas al helemaal niet.
Joseph Finder, Paranoia. Luitingh, 381 blz., 18,95 euro.
Zeg niet zomaar thriller tegen Paranoia, het jongste, geraffineerde boek van Joseph Finder. Noem hem ook niet zomaar misdaadschrijver. De Amerikaan Finder (1958) groeide op in Afgha-nistan en op de Filipijnen, studeerde Russisch, en ontpopte zich als expert in internationale relaties en spionage. Hij werd journalist voor onder meer The Washington Post, doceerde aan de prestigieuze Harvard University en is nu scenarist in filmmekka Hollywood en thrillerauteur. Eind april verschijnt in Boston zijn nieuwe boek, Company Man. Die titel had ook de kaft van het vorig jaar verschenen en nu vertaalde Paranoia kunnen sieren.
Als een 26-jarige operator in een computerconcern een duur pensioneringsfeest voor een kennis laat betalen door de onderneming, wordt hij al vrij vlug betrapt. De topman zelf geeft de rebelse werknemer de keuze: een aanklacht die zal uitdraaien op zware gevangenisstraf of infiltreren bij de grootste concurrent. Bij die concurrent gaat de jongeman verwoed op zoek naar de geheimen van een project om de siliconenchip te vervangen door een optische chip, de nieuwe heilige graal van de computerindustrie.
Lang niet alleen de bedrijfsspionage maakt Paranoia zo interessant. In zijn dankwoord richt Joseph Finder zich onder meer tot managers van Apple Computer, Hewlett-Packard, en de netwerkspecialisten Cisco Systems en Nortel. Die research beperkt zich niet tot hightechsnufjes. In de beschrijvingen van de topmannen zitten verwijzingen verborgen naar befaamde en beruchte managers, vooral naar iconen van Silicon Valley. Finder heeft die details of pikante kantjes van de toplui uitvergroot tot een demonische karikatuur.
Ook de lakeien van de megalomane top komen er beroerd uit. U dacht dat u uw baas niet kon vertrouwen? Het lijkt wel of de auteur met een sardonische grijns eraan toevoegt dat u uw collega’s nog veel scherper in het oog moet houden. Een vergadering wordt magistraal beschreven als een psychologische catchkamp, waarin alles toegelaten is (vooral als het onder de gordel gebeurt). Het is strelen en stampen, aaien en naaien, vleien en vervolgens vilein verlinken.
Een Molotovcocktail naar de bedrijfswereld is deze thriller, gegooid via een knap, zij het finaal wat voorspelbaar verhaal. We kunnen het boek ook niet voortdurend wierook toezwaaien. Wie ambachtelijk geboetseerde karakters met diepe Permeke-donkerte verlangt, komt van een koude kermis thuis. Wie gelaagde literatuur prefereert, ergert zich aan het vlotte fastfoodregister: glad en correct, vaak zelfs kruidig, maar zonder de finesse van de chef.
Luc De Decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier