Bert Lauwers
Terechte vrees voor een historische blunder
Het geduld van de Vlaamse chemiesector is op. Dat zeggen twee zwaargewichten in de sector met zoveel woorden in een dubbelgesprek.
Frank Coenen is CEO van de chemieproducent Tessenderlo Group, en Frans Dieryck is gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse sectorfederatie essenscia Vlaanderen.
Waarom de twee precies nu hard met de vuist op tafel slaan, is eenvoudig te verklaren. De chemiesector heeft de voorbije twee jaar koortsachtig gewerkt op een vitale projecten rond duurzaamheid. Een vaag modewoord voor sommigen, maar voor de chemiesector een cruciale wissel op de toekomst. Die projecten, gegroepeerd onder de naam Fisch (Flanders’ strategic Initiative for Sustainable CHemistry), zijn geen vrijblijvende vingeroefening. Ze zijn goed onderbouwd en haast tot op de euro berekend.
Fisch kruist sinds kort de ambitieuze plannen van Vlaams minister-president Kris Peeters. Die heeft in een zogenaamd groenboek de krachtlijnen voor een prestigieus en hoogdravend Nieuw Industrieel Beleid uitgetekend. Peeters moet die woorden volgens Coenen en co nu maar hard maken en bewijzen dat het hen menens is om de sector, en bij uitbreiding de Vlaamse industrie, een stevige por in de rug te geven.
Niet dat de sector te weinig middelen zou hebben om zijn duurzaamheidsprojecten volledig zelf te financieren. Fisch is echter wel in recordtijd uitgegroeid tot een symbooldossier. Er te weinig aandacht voor schenken, zou een historische blunder zijn, klinkt het. De overheid moet daarom maar eens bewijzen dat ze partner wil zijn, in plaats van struikelblok. Peeters mag zich anders gezegd voor de chemie best eens het vuur uit de sloffen lopen, zoals hij dat eerder al deed voor de autosector.
De chemie haalt ook uit omdat ze vroeger al te vaak van een kale reis is thuisgekomen toen ze vroeg om aandacht voor eindeloos lang aanslepende pijnpunten als de hoge energiekosten en het vergunningenbeleid van de Vlaamse overheid.
Die strijdvaardigheid toont ook aan dat er al geruime tijd een nieuwe wind waait door de sector en zijn beroepsfederatie essenscia. Het tijdperk waarin chemie synoniem was voor saai en vuil, is zo goed als afgesloten. De sector heeft zich ook als één man achter Fisch geschaard. De projecten worden getrokken door kleppers als BASF, Solvay, Janssen Pharmaceutica, Tessenderlo Group en Taminco.
Als Peeters en zijn bewindsploeg hun woorden nu niet omzetten in daden en niet openlijk hun financiële steun betuigen aan Fisch, trekt de sector bij monde van Coenen en Dieryck daarom zijn conclusies. Het zou betekenen dat Vlaanderen in het beste geval minstens een rist investeringen in onderzoek en productie zal mislopen.
Onze minister-president mag dan misschien denken dat het zo’n vaart wel niet zal lopen, maar loze dreigementen zijn het allerminst. De Vlaamse chemiesector staat voortdurend onder zware druk van internationale concurrentie en is zich sinds de voorbije crisis nog veel sterker bewust van zijn kwetsbaarheid.
De sector weet daarnaast maar al te goed wat zijn belang voor de Vlaamse economie is. De cijfers zijn om van te duizelen. Tien van de vijftien grootste chemieconcerns in de wereld hebben in Vlaanderen een belangrijk productiecentrum. Samen met de sector life sciences vertegenwoordigt de chemie ongeveer 162.000 jobs en een jaaromzet van ruim 30 miljard euro. De basischemie is zelfs de grootste werkverschaffer in Vlaanderen.
Intussen dringt de tijd. Het groenboek van Kris Peeters was een verdienstelijk maar vaag eerste werkdocument. Binnen een handvol weken wordt een veel concreter opvolgdossier met duidelijke afspraken, een zogenaamd witboek, op de tafel van alle betrokkenen verwacht. De woorden van de chemiesector hebben verdacht veel weg van een ultimatum, en zijn dat ook.
Trends-journalist Bert Lauwers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier