‘Telenet is een uitdager die wint’

Sinds de overname van Base is de kabeloperator Telenet een nationale speler geworden. CEO John Porter licht voor Trends de sluier over zijn ietwat gedwarsboomde ambitie op de Waalse markt.

John Porter heeft de Belgische telecomsector verrast. Hij streek in 2013 neer in Mechelen om er de teugels in handen te nemen bij Telenet. Porter werkte daarvoor in Australië voor de Amerikaanse kabelgigant Liberty Global, het moederbedrijf van Telenet. Al snel ontwikkelde de manager met het kaliber van een verhuizer een expansionistische strategie. Telenet investeerde in de Vlaamse media, het nam participaties in de tv-zenders Vier en Vijf en in het productiehuis Woestijnvis. In 2015 veroorzaakte het opschudding in de telecomwereld door Base over te nemen voor 1,3 miljard euro. Telenet is voortaan een nationale operator die nieuwe ambities koestert in het zuiden van het land.

Hoe denkt u vaste voet aan de grond te krijgen op de Franstalige markt?

JOHN PORTER. “We spelen het op de lange termijn. Het is onze ambitie de consument een compleet aanbod te bieden door te mikken op de convergentie van vast en mobiel. We willen breken met het traditionele concept van twee gescheiden netwerken met verschillende klanten en producten. We willen die twee technologieën dichter bij elkaar brengen en ons toespitsen op een waardevol aanbod voor de consument. Het is de bedoeling onverschillig te staan ten opzichte van het netwerk en het gebruikte toestel (tv, tablet, smartphone, nvdr) en een aanbod te bieden dat draait rond data. Het is in die optiek dat we onlangs ons Wigo-aanbod gelanceerd hebben, een convergerend aanbod dat een pakket van mobiele data omvat, dat gedeeld kan worden door de leden van het gezin.”

Omdat Telenet geen vast netwerk heeft in het zuiden van het land, is Wigo enkel beschikbaar in Vlaanderen en enkele Brusselse gemeenten. Telenet hanteert verschillende strategieën voor de twee gemeenschappen.

PORTER. “Op korte termijn wel. We moeten nog een aantal hindernissen overwinnen om dat soort service te kunnen aanbieden in Wallonië en in de Brusselse gemeenten waar we niet aanwezig zijn. Een van de mogelijkheden is toe te treden tot het vaste netwerk van Proximus. We zouden ook de kabel kunnen gebruiken via een gereguleerde toegang, maar dat wil ik niet. Ik vind dat geen goede reglementering. In sommige gevallen zal ook het toekomstige 5G-netwerk de plaats van het vaste netwerk kunnen innemen.”

U hebt 100.000 vaste en 600.000 mobiele Franstalige klanten. Wat zijn uw doelstellingen op lange termijn voor de Franstalige markt?

PORTER. “We willen een echte nationale speler zijn. De concurrentie tussen hun netwerken en hun aanzienlijke investeringen hebben Telenet en Proximus België naar de digitale avant-garde gekatapulteerd, zowel in downloadsnelheid als in de kwaliteit van de netwerken. We willen die doelstelling uitbreiden tot het hele nationale territorium.”

Het probleem is dat u geen echte oplossing hebt om toegang te krijgen tot een vast netwerk in Wallonië.

PORTER. “Dat is inderdaad ons belangrijkste probleem. We hebben ambitie, maar ik kan niets doen zolang de zaken niet gedeblokkeerd zijn. We zitten in een sector waarin omvang telt. Onze concurrent Proximus realiseert 2,5 keer onze omzet. Dat wil zeggen dat we onze business nog verder moeten ontwikkelen. We zijn geen voorstander van het status quo. We willen altijd vooruit. Een nieuw netwerk uitbouwen doen we niet, dat zou geen enkele zin hebben. Maar we staan open voor acquisities en partnerships.”

SFR-Numericable, met 110.000 abonnees in Brussel en Henegouwen, staat te koop. Brengt u een bod uit?

PORTER. “Wij geven geen reacties op lopende overnamemogelijkheden.”

Voo is uw natuurlijke partner.

PORTER. “We werken al voor heel wat zaken samen met Voo. We werken samen op de bedrijvenmarkt, we delen content, we bieden samen HBO-reeksen zoals Game of Thrones aan. Misschien wil de directie van Voo morgen haar business verkopen (lacht), maar ik verwacht niet dat ze zo’n beslissing zullen nemen.”

Telenet gebruikt nog altijd het netwerk van Orange – ex-Mobistar – voor zijn mobiele aanbod. Waarom gebruikt u uw eigen netwerk, Base, niet? Is de kwaliteit te slecht?

PORTER. “Nee, helemaal niet. Ik gebruik het trouwens zelf! Ik was bij Telenet de eerste die overstapte op het Base-netwerk. Het is een uitstekend netwerk voor gesproken communicatie en het staat op gelijke hoogte met dat van Proximus of Orange. Het enige probleem is dat we enorm veel consumenten gaan overbrengen naar het netwerk van Base (Telenet heeft ongeveer 1 miljoen mobiele klanten, die nu nog op het netwerk van Orange zitten, nvdr). We kunnen dat niet doen, zolang we de 2800 antennes, die verspreid zijn over heel het land, niet geüpdatet en gemoderniseerd hebben. We moeten ook het netwerk verdichten van 800 tot 1000 nieuwe sites om de ervaring van de gebruikers met mobiel internet beter te maken. Ons mobiele netwerk moet op hetzelfde peil staan als ons vaste netwerk.”

Hoe verloopt de integratie van Base in Telenet?

PORTER. “Het is nog altijd een uitdaging, maar het loopt goed. De twee ondernemingen hebben heel wat gemeenschappelijk. Het zijn allebei vernieuwers. En allebei challengers.”

Is Telenet een challenger? Het is de grootste operator in Vlaanderen en de tweede grootste in het land.

PORTER. “Ja, het zit in ons DNA. Telenet is een uitdager die wint (lacht)! Het zit in onze mentaliteit. Drie of vier jaar geleden liepen we het risico de mentaliteit van een gevestigde waarde aan te kweken. We hebben dat niet gedaan. Op de Vlaamse residentiële markt liggen we voor op Proximus, maar op de bedrijvenmarkt en in mobiel zijn we wel degelijk een uitdager.”

Waarom had u uw eigen mobiele netwerk nodig? Uw mobiele aanbod was via het Orange-netwerk al een succes.

PORTER. “Precies, we zijn een slachtoffer van ons eigen succes. Met 200.000 of 300.000 klanten is het doenbaar een MVNO (virtuele operator, nvdr) te zijn, maar als er meer dan een miljoen zijn en de ambitie is er meerdere miljoenen te hebben, dan heb je een eigen netwerk nodig. Vooral als je je aanbod toespitst op mobiel internet. Nu verbruikt de gemiddelde klant minder dan een gigabyte per maand. We verwachten dat dat tegen 2020 stijgt naar 10 gigabyte. Als MVNO zouden we dan compleet gezien zijn. We zouden verplicht zijn voor die gegevensstromen enorme bedragen te betalen aan een andere operator. Om onze mobiele business aan te zwengelen, zijn we verplicht een eigen netwerk te hebben.”

U hebt Base op het juiste moment gekocht. Dankzij het dataverbruik zit er weer groei in de mobiele sector.

PORTER. “Ja, de timing zit goed. Eigenlijk hadden we al sinds ik in 2013 aan het hoofd van Telenet kwam de bedoeling een mobiele operator over te nemen. Sommigen vonden de prijs hoog, maar dat was omdat ze niet begrepen hadden welke waarde gehecht moest worden aan de synergie van de twee ondernemingen. Voor ons is het een win-wintransactie: wij zijn tevreden, KPN (de vroegere moederonderneming van Base, nvdr) is tevreden en het personeel van Base eveneens.”

En de consument?

PORTER. “Uiteraard. Hij krijgt toegang tot een performant netwerk, innovatieve diensten en producten, meer apps, meer content enzovoort.”

Telenet staat bekend als een premium- en dus duur merk.

PORTER. “Nee. Als je als duur wordt beschouwd, kun je niet de penetratiegraad bereiken die wij hebben. In tegenstelling tot de populaire mythe heeft niet iedereen in Vlaanderen veel geld. We hebben een waaier aan diensten die betaalbaar zijn voor heel wat klanten. Het is juist dat onze triple play Whoppa 70 euro kost, maar dat omvat dan ook een internetverbinding tegen 200 Mbps, televisie met terugkijk-tv, tv op elk toestel, een uitgebreide videocatalogus enzovoort. Dat heeft allemaal een waarde. Voor klanten die minder willen uitgeven, hebben we ook producten voor 30 euro.”

De klanten zijn ongerust: zal Base nog altijd een uitdager zijn, nu het opgenomen werd in de schoot van Telenet?

PORTER. “Echt, heerst er ongerustheid? Die is dan niet gerechtvaardigd. Base blijft een challenger. Omdat het gebruik van prepaidkaarten in het mobiele segment daalt, moeten we onze gebruikers heroriënteren naar achteraf betaalde abonnementen. We hebben een mobiele aanbieding voor 9 euro per maand en die willen we niet zo gauw opgeven.”

In het mobiele segment heeft de concurrentie gespeeld. Over het algemeen maakt het duopolie Proximus/Telenet de Belgische telecom echter duur. In Frankrijk bijvoorbeeld is telecom goedkoper.

PORTER. “Het telecomproduct in Frankrijk is waardeloos. Amper een derde van het land beschikt over een internetverbinding van meer dan 30 Mbps. Dat is niet houdbaar. In Frankrijk heeft de concurrentie de investeringen van de sector doen stilvallen. Ze zijn er te ver gegaan met de democratisering van de telecom voor iedereen. De operators hebben geen geld meer om in hun netwerken te investeren.

“Wij investeren 20 tot 25 procent van onze omzet in ons netwerk. Volgend jaar wordt dat 30 procent, want we bouwen ons vaste en mobiele netwerk om. Proximus investeert ook veel – iets minder dan wij in verhouding tot de omzet, maar het blijft niettemin significant. Kortom, goedkoop is niet per se beter.”

Proximus probeert zich te versterken in Vlaanderen. Lukt dat?

PORTER. “We merken dat er bij Proximus een nieuwe ambitie bestaat om marktaandeel te recupereren. En dat lukt ook in bepaalde domeinen, vooral in het tv-segment. Daar levert het beter werk. Voor ik hier kwam, was het een beetje ingeslapen. Er bestond een soort van ‘eervolle vrede’ tussen Proximus, dat de markt in het zuiden domineerde, en Telenet, dat baas was in het noorden. Dat is voorbij. Ze gaan van deur tot deur, ze lanceren aanbiedingen voor nieuwe klanten, ze zijn vrij snugger in de benadering van onze klanten. We moeten zo goed mogelijk zijn om ze af te stoppen.”

In tegenstelling tot Proximus hebt u ervoor gekozen te investeren in content. U hebt 50 procent genomen in De Vijver Media, dat SBS en het productiehuis Woestijnvis omvat. Is die strategie ook mogelijk in Franstalig België?

PORTER. “Op de Franstalige markt steunen we op ons partnership met BeTV. Naarmate we ons meer tot de Walen richten, concentreren we ons meer op de francofone programmatie. We geloven in de tv-business: we hebben negen sportzenders, twee aanbiedingen voor videoabonnementen op aanvraag, onze eigen producties zoals de Vlaamse serie Chaussée d’Amour. We willen de gebruiker de beste ervaring bieden, daarom investeren we in het Base-netwerk. Als we zo voortdoen, blijven we voorop.”

Gilles Quoistiaux, fotografie Christophe Ketels / BI

“De concurrentie tussen hun netwerken en hun aanzienlijke investeringen hebben Telenet en Proximus België naar de digitale avant-garde gekatapulteerd”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content