Tel Aviv wordt het centrum van financiële technologie: wat maakt de stad zo uniek?

. © GET
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

In enkele jaren is Tel Aviv uitgegroeid tot een centrum voor start-ups en technologie, met name voor de financiële sector. Wat maakt Israël zo uniek dat zoiets in België niet zou kunnen?

Een populair grapje in Israël gaat over Abraham die de verkeerde afslag nam toen hij naar het beloofde land trok. Was hij links afgeslagen, dan waren de joden in de rijke olievelden van het Midden-Oosten terechtgekomen. Maar Abraham koos rechts en zo belandde zijn volk in de woestijn.

Daar is de voorbije jaren wel een technologiecentrum ontstaan. “Wie geen grondstoffen heeft, moet het van brains, innovatie en ondernemerschap hebben”, zegt Eytan Schwartz, de CEO van de organisatie Tel Aviv Global City, die de stad wereldwijd promoot. Israël en met name Tel Aviv zijn in korte tijd uitgegroeid tot een van de belangrijkste centra ter wereld voor starters en technologiebedrijven.

“Per hoofd van de bevolking telt Israël het hoogste aantal start-ups ter wereld”, zegt Schwartz. Voor een land met amper 8 miljoen inwoners zijn de cijfers indrukwekkend. De voorbije jaren zijn in Israël bijna 6000 technologiebedrijven opgericht. Meer dan 25 ervan noteren intussen op Nasdaq. Behalve de Verenigde Staten en China doet geen enkel land beter.

‘Per hoofd van de bevolking telt Israël het hoogste aantal start-ups ter wereld’

Maar ook de grote technologiereuzen hebben zich massaal in het land gevestigd. Google, Facebook, Microsoft, Apple, Intel, IBM, allemaal openden ze een O&O-center in Israël. “Als je hier uit het raam kijkt, zie je niets anders dan flatgebouwen en kantoren. Vijf jaar geleden was het nog een grote bouwwerf”, zegt Rapha Cohen van Waze. Vanop de 29ste verdieping van het hoofdkantoor van Google in Tel Aviv kijken we uit over een stadsdeel dat aan Manhattan of Sjanghai doet denken. Google nam de navigatie-app Waze in 2013 over, wat de aandacht van internationale investeerders voor Israëlische technologie wekte.

De Amerikaanse financiële reus Citi was toen al langer aan de slag in het land. Als een van de eerste internationale banken vestigde Citi zich al in de tweede helft van de jaren negentig in Israël. In 2011 opende de groep een innovation lab in Tel Aviv, met de bedoeling een ecosysteem voor de fintech-sector te creëren. Twee jaar later werd een accelerator opgericht om de fintech-starters een duwtje in de rug te geven.

‘In cybersecurity voor de financiële sector is Israël een topspeler, maar ook in andere fintech-ontwikkelingen zoals data-analyse en artificiële intelligentie lopen we voorop’

“Fintech is zowel in kwantiteit als in kwaliteit uitgegroeid tot een significante sector in Israël”, weet Ornit Shinar, het hoofd van Citi Venture Investment & Fintech. “In cybersecurity voor de financiële sector is Israël een topspeler, maar ook in andere fintech-ontwikkelingen zoals data-analyse en artificiële intelligentie lopen we voorop. Van de zestig starters die de voorbije jaren in onze accelerator werkten, zijn enkele doorgegroeid tot grote, succesvolle ondernemingen. Alles samen hebben ze 300 miljoen euro kapitaal opgehaald.”

Nu het fintech-ecosysteem functioneert, wil Citi er de vruchten van plukken. Want intussen hebben ook andere grote banken, zoals Santander, HSBC, RBS en Barclays, incubatoren in Israël. Begin dit jaar richtte Citi een investeringsfonds op, dat minderheidsparticipaties neemt in fintech-bedrijven. Het gros van de deelnemingen zijn Amerikaanse bedrijven, maar ook drie Israëlische zijn in de portefeuille opgenomen (Illusive Networks, Dyadic Security en BlueVine).

Hoe slaagt een land als Israël, in bevolkingsaantal en oppervlakte vergelijkbaar met België, erin uit te groeien tot een technologie- en fintech-hub van wereldformaat? En waarom zou dat ook bij ons niet kunnen?

1 Het leger als technologisch opleidingscentrum

Een belangrijke factor in het succes van Israël als start-up nation is de rol van het leger. Het land heeft goede staatsuniversiteiten, maar daar komt een militaire vorming bovenop “die jongeren samenhorigheid, discipline en ondernemersgeest bijbrengt”, stelt Tsafrir Atar, hoofd van de Citi-accelerator.

Alle Israëli’s, man of vrouw, moeten op hun achttiende twee tot drie jaar militaire dienstplicht vervullen. Pas daarna mogen ze gaan studeren. “In het Israëlische leger worden jongeren opgeleid in het gebruik van technologie om problemen op te lossen. Dat moeten ze doen in kleine teams en met beperkte middelen. Zo verwerven ze de juiste mentaliteit en vaardigheden om het als techondernemer te maken”, zegt Assaf Egozi, die de Israëlische vestiging van het Belgische fintech-platform B-Hive leidt.

‘De overgang van technologie voor militaire doeleinden naar civiel gebruik wordt in Israël niet, zoals in sommige andere landen, afgeremd of bemoeilijkt’

Wie voldoende technische competenties bezit, kan geselecteerd worden voor de militaire eenheid 8200. Dat is eigenlijk een inlichtingendienst, die Business Insider omschrijft als ‘de beste techschool op aarde’. Alon Livshitz is een ondernemer die het klappen van de zweep leerde bij Unit 8200. Hij moest er militaire data analyseren.

“De kennis die ik daar opdeed in cyber intelligence, pas ik nu toe op financiële data”, vertelt hij. Livshitz richtte twee jaar geleden Essence Intelligence op, dat data sorteert en analyseert met behulp van robotica en artificiële intelligentie. “De verkregen informatie wordt inzichtelijk gevisualiseerd op een dashboard, waardoor bedrijfsleiders, bankiers of analisten veel sneller een beslissing kunnen nemen.”

“Ook dat is typisch Israël”, zegt Wim De Waele, de CEO van B-Hive. “De overgang van technologie voor militaire doeleinden naar civiel gebruik verloopt vrij vlot. Ze wordt niet, zoals in sommige andere landen, afgeremd of bemoeilijkt.”

Waarom kan dit niet in België?

Omdat het leger hier zijn rol helemaal anders invult. “Defensie is in België geen drijvende kracht in onderzoek en ontwikkeling rond technologie”, stelt De Waele nuchter vast.

2 Er is risicokapitaal voorhanden

In de voorbije twintig jaar vestigden ruim 300 multinationals zich in Israël. Technologiebedrijven openden er belangrijke O&O-centra. “Ze maakten het land vertrouwd met hun manier van werken”, vertelt Ornit Shinar van Citi Ventures. “Maar ze brachten ook financiële middelen mee.” In het zog van de grote ondernemingen en internationale banken zoals Citi volgden investeerders en venture capital.

“Aanvankelijk was er weinig groeikapitaal voorhanden”, weet Shiran. “Als ze wilden doorgroeien, waren Israëlische techbedrijven tot enkele jaren geleden aangewezen op een beursintroductie of een overname.” Dat verandert, zegt ze: “Ik merk dat steeds meer Israëlische ondernemers de ambitie hebben van hun bedrijf een unicorn (start-up met een waardering van meer dan 1 miljard dollar, nvdr) te maken. En steeds meer investeerders zijn bereid dat groeikapitaal te verschaffen.”

‘Er is in Israël nu per hoofd van de bevolking meer risicokapitaal beschikbaar dan in het om het even welk ander land’

Israëlische technologiebedrijven als Waze en Mobileye hebben daarvoor de weg geplaveid. Google betaalde 1,1 miljard dollar voor Waze. Vorig jaar legde Intel bijna 15 miljard dollar op tafel voor Mobileye, dat software ontwikkelt voor zelfrijdende auto’s.

“Er is in Israël nu per hoofd van de bevolking meer risicokapitaal beschikbaar dan in het om het even welk ander land”, zegt Egozi. “In vergelijking met Europa zijn investeerders in Israël vrij agressief. Ze zijn bereid grotere risico’s te nemen, op voorwaarde dat een bedrijf zo snel mogelijk groeit. In Europa zijn risicokapitaalverschaffers conservatiever en duurt het langer voor er engagementen komen.”

Waarom kan dit niet in België?

Omdat er een tekort aan groeikapitaal is. Weinig Belgische investeerders zijn in staat doorgroeiverhalen te financieren. “De overheid doet in België veel om starters te helpen. Denk maar aan de recente maatregel om investeringen in starters fiscaal aftrekbaar te maken”, meent Wim De Waele van B-Hive. “Maar het schoentje wringt als bedrijven internationaal willen doorgroeien en behoefte hebben aan pakweg 50 miljoen euro of meer. Enkel fondsen die honderden miljoenen euro’s groot zijn, kunnen zo’n investering dragen. Zulke fondsen vindt je nauwelijks in Europa, en al zeker niet in België.”

In Israël werd in het derde kwartaal van 2017 1,2 miljard euro risicokapitaal geïnvesteerd, waarvan bijna de helft in de fintech-sector. Zulke bedragen zijn ondenkbaar in ons land. “We lopen in Europa wat achter, maar het is nooit te laat om grote investeerders aan te trekken”, blijft De Waele hoopvol. “We hebben enkele mooie cases nodig, zoals Clear2Pay en recentelijk Showpad. Als investeerders zien dat talent en vaardigheid leiden tot succesverhalen, zal hun interesse in België vanzelf groeien. Ook de overheid zou fondsen kunnen vrijmaken om private investeringen aan te vullen met publieke middelen. Dat heeft Israël ook gedaan.”

3 Er is een ecosysteem

Om risicokapitaal aan te trekken, moet er in de eerste plaats een goed functionerend ecosysteem zijn. In Tel Aviv speelde Citi met zijn innovation lab en accelerator daarin een pioniersrol. Andere banken hebben dat voorbeeld intussen gevolgd. “Elk jaar selecteren wij tien starters die hun project in onze accelerator kunnen uitwerken”, zegt Shai Rubin, chief technology officer van Citi’s innovation lab. “Wij begeleiden hen intensief gedurende vier maanden.”

Saul Fine heeft met zijn bedrijfje Innovative Assessments momenteel een plaatsje in de accelerator van Citi. Fine studeerde psychologie en gebruikt persoonlijkheidstesten om te voorspellen of een krediet al dan niet terugbetaald zal worden.

“Als banken een krediet weigeren, doen ze dat op basis van puur financiële parameters en kredietscores. Nochtans speelt iemands persoonlijkheid een minstens even belangrijke rol voor de terugbetaling van een krediet. Wij hebben een model ontwikkeld dat banken de mogelijkheid moet bieden kredietwaardige klanten te identificeren en aan meer mensen een krediet toe te kennen.” De start-up is al aanwezig in tien landen.

Waarom kan dit niet in België?

“Met B-Hive hebben we in Brussel een volwaardig ecosysteem”, zegt De Waele. “Wij zijn erin geslaagd alle betrokken partijen te verzamelen: de belangrijkste financiële instellingen die in België actief zijn, de federale overheid en de fintech-gemeenschap.” Het probleem is dat Londen, Frankfurt en Parijs grotere Europese financiële centra zijn. Daardoor is het niet altijd gemakkelijk de boodschap ‘Brussels, the gateway to Europe’ verkocht te krijgen.

De Waele noemt B-Hive niettemin een aantrekkelijk alternatief: “Fintech-bedrijven zijn vooral op zoek naar grote internationale financiële groepen als potentiële klanten. Daarvan hebben wij er in België een respectabel aantal.” B-Hive heeft intussen kantoren in Londen, Tel Aviv en New York, vanwaaruit het de link met België legt. Singapore wordt de volgende vestiging.

4 MIGRATIE

Waar steden als New York en Londen techtalent van over de hele wereld aantrekken, moet Tel Aviv het doen met enkel Israëli’s. Want als niet-Jood kom je in Israël niet aan de bak. Meer dan een tijdelijke werkvergunning zit er niet in. Dat strenge immigratiebeleid voor buitenlanders heeft evenwel een keerzijde. Joden van over de hele wereld kunnen gemakkelijk naar Israël verhuizen. Ze krijgen daarvoor zelfs een maandelijkse premie en de overheid helpt hen in hun zoektocht naar een baan en een verblijf.

“In de jaren negentig was er een grote instroom van immigranten uit Oost-Europa en Rusland”, vertelt Ornit Shinar. “Daar waren heel wat ingenieurs en wiskundigen bij. Zij lagen mee aan de basis van de vele technologiestarters die Israël de voorbije jaren kende. Maar ook uit de VS en West-Europa blijven mensen komen. Ik begrijp dat buitenstaanders dat anders zien, maar eigenlijk is de culturele diversiteit in Israël groot. Burgers en ingezetenen zijn afkomstig uit veel verschillende landen en regio’s.”

Waarom kan dit niet in België?

Omdat de migratie in ons land niet selectief gebeurt. Daardoor is er vooral een instroom van laaggeschoolde arbeidskrachten zonder grote technologische kennis. De aantrekkingskracht van Brussel voor buitenlands tech-talent is ook niet te vergelijken met die van steden als New York, Londen of Tel Aviv. Het is misschien een detail, maar in Tel Aviv schijnt de zon 318 dagen per jaar.

“België heeft inderdaad niet echt een beleid dat erop gericht is talent aan te trekken, zoals in Canada bijvoorbeeld wel het geval is”, geeft De Waele toe. “Nochtans zijn onze universiteiten attractief voor buitenlandse studenten en kampt ons land met een tekort aan technologische profielen. Maar selectieve migratie stimuleren zit er blijkbaar niet in. Het lijkt wel alsof onze politici zich niet op dat pad wensen te begeven. Jammer, want er zijn wel degelijk kansen nu de VS en het Verenigd Koninkrijk hun markten almaar meer afsluiten voor buitenlanders.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content