Technologiezeepbel bis
In 2000 ontplofte de technologiezeepbel wereldwijd, maar toch vooral in de Verenigde Staten. Gedreven door een nooit geziene hype rond de opkomst van het internet klom de referentie-index van de technologiewaarden, de Nasdaq, tussen 1995 en 2000 van 1000 naar 5000 punten. Om dan nog sneller een duik van 80 % te maken, opnieuw richting 1000 punten. Maar in de huidige stierenmarkt is de Nasdaq helemaal terug van weggeweest.
Terwijl we al herhaaldelijk hebben aangehaald dat de Standard & Poor’s500-index de voorbije zeven stierenjaren met een bovengemiddelde 200 % (215 % op de piek) is gestegen, klom de Nasdaq-index nog een stuk spectaculairder: afgerond met +300 % (320 % op de piek). Gedreven door de biotechwaarden, maar ook door het fenomeen van de sociale media klom de Nasdaq-index weer naar 5000 punten, met een piek zelfs even daarboven (5250 punten). Met als exponent Facebook, dat na enkele jaren – en zelfs ondanks een valse start – is uitgegroeid tot een van de grootste beurskapitalisaties op Wall Street: 325 miljard USD, tegenover bijvoorbeeld 350 miljard USD voor Exxon Mobil. Deels door weer extreme waarderingen voor hypeaandelen als Facebook, Netflix en Amazon betalen we weer gemiddeld 29 keer de winst voor een aandeel van de Nasdaq-index.
Inverse tracker op Nasdaq
We zetten ons driesporenbeleid (afbouw aandelenposities, versteviging edelmetalen en opbouw bescherming resterende aandelenposities) consequent verder. Dat betekent dat we met PNE Wind een nieuwe waarde uit de voorbeeldportefeuille halen. Er is opnieuw onzekerheid over het energiebeleid in Duitsland. Sinds de totaal onverwachte weigering van de vergunning in Schotland voor het Sallachy-windpark ligt de Duitse alternatieve-energiespeler manifest zwak op koers. We zien daarin de eerstvolgende maanden geen beterschap komen. Vandaar de verkooplimiet.
Daarnaast maken we gebruik van de consolidatie in de goudprijs, na de forse klim in januari en februari, om onze positie in SPDR Gold Shares verder uit te bouwen binnen de vooropgestelde vork van 5 à 10 % van de voorbeeldportefeuille.
Gezien het fors oplopen van de koersen en de waarderingen op de Nasdaq-beurs verwachten dat de Nasdaq-aandelen, als we een trendommekeer zien op Wall Street, nog meer dalen dan de S&P500- en de Dow Jones-index. Dat was in januari en februari al het geval. Vandaar dat we, naast de tracker Lyxor ETF Eurostoxx50 Short,waarmee inspelen op de verwachte beursdaling in Europa, nu ook beginnen met de opbouw van een positie in de Proshares Short QQQ (ticker PSQ; Isin-code US74347B7148), een inverse tracker op de Nasdaq-index. De koers van die tracker stijgt als de Nasdaq-index (vandaag rond 4850 punten) terugvalt. We zien dalingsrisico voor de Nasdaq tot 3000 à 3500 punten het komende jaar.
(**): de referentie-index voor de prestatievergelijking bestaat uit de Bel-20-index (1/3), de Eurostoxx50-index (1/3) en de MSCI World-index in USD (1/3)
WE ZIEN DALINGSRISICO VOOR DE NASDAQ TOT 3000 À 3500 PUNTEN HET KOMENDE JAAR.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier