TAROM-RAMP. Wie betaalt de slachtoffers ?

Bij de Airbus-ramp van de Roemeense luchtvaartmaatschappij Tarom kwamen 32 Belgen om het leven. De vraag klinkt misschien wat onkies, maar in welke mate worden hun nabestaanden vergoed voor dit verlies ? Zegt Jean-Michel Fobe, advokaat aan de balie van Brussel en van Parijs, met Master of Law van het Institute of Air and Space Law aan de McGill University in Montreal : “De nabestaanden van de slachtoffers van een vliegtuigongeval moeten zo snel mogelijk de luchtvaartmaatschappij en hun verzekeraars aanspreken indien zij niet spontaan door de betrokken maatschappijen zijn aangeschreven. “

Het is namelijk zo dat het overgrote deel van de schadeclaims in verband met een luchtvervoersovereenkomst betrekking heeft op de aansprakelijkheid van de luchtvervoerder, daarom ook worden de claims afgehandeld door de luchtvaartmaatschappij en zijn verzekeraars. Bij internationaal luchtvervoer sluit een passagier een luchtvervoerovereenkomst af met de luchtvaartmaatschappij. Het bewijs daarvan is het reisbiljet, waarvan de aangenomen algemene voorwaarden bepaald zijn door het internationaal recht en de resoluties van de IATA (International Air Transport Association). Jean-Michel Fobe : “De belangrijkste internationale overeenkomst is het Verdrag van Warschau van 1929. Dit verdrag werd verschillende malen gewijzigd, onder meer door het Protocol van den Haag in 1955 en de Protocollen van Montreal van 1975. Per passagier dient onderzocht te worden welke versie van toepassing is. Anders gesteld, de feitelijke omstandigheden die aan de basis liggen van het ongeval menselijke fout, technische fout, technisch defekt, terroristische aanslag,… bepalen welke polissen en welke verzekeraars betrokken zullen zijn. “

Hoe vindt een gewoon burger, onthutst door het plotse verlies van een familielid, zijn weg in een netwerk van polissen en verzekeringsmaatschappijen ? “Met veel moeite, ” meent Fobe. “De nabestaanden doen er best aan hun krachten te bundelen en een beroep te doen op specialisten. Na de ramp met een DC-10 in de buurt van Parijs in maart 1974 werden in totaal 1123 schadeclaims ingediend door 340 van de 346 inzittenden. Na een blokkering van meerdere jaren werden uiteindelijk de meeste gevallen in der minne geregeld. Dit “proces” duurde drie jaren. “

Het groeperen van schadeclaims door de nabestaanden van de slachtoffers van eenzelfde vliegtuigramp is echter de jongste jaren gebruikelijk geworden. Onder het motto “eendracht maakt macht” staan ze sterker tegenover de verzekeraars van de luchtvaartmaatschappijen en vliegtuigbouwers, die beschikken over een netwerk van gespecializeerde advokaten in verschillende landen en wier belangen niet altijd gelijklopend zijn met die van de slachtoffers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content