Studio 100 is geen speelgoedwinkel die toevallig succes boekt

Deze zomer trok hij voor de laatste keer de deur achter zich dicht bij Studio 100. Daarmee kwam een einde aan zijn rol als CFO en voorzitter van de raad van bestuur van de succesvolle entertainmentgroep. Voor Trends blikt Kiekens terug op zijn rol als uitdager van de Managers van het Jaar, Gert Verhulst en Hans Bourlon. En passant doet hij zijn toekomstplannen uit de doeken.

Als persoonlijke boekhouder van Hans Bourlon doorgroeien tot de CFO en voorzitter van de raad van bestuur van Studio 100. Dat is het carrièreverhaal van Mark Kiekens (52). Hij stond jaren in de schaduw van Hans Bourlon, Gert Verhulst en Danny Verbiest, het creatieve oprichterstrio van Studio 100. Toch mag zijn rol in het succes van het entertainmenthuis niet worden onderschat.

Kiekens startte als extern accountant van het bedrijfje waarin de kerstshow en de zomertoer van Samson & Gert, die waren losgeweekt van de VRT, waren ondergebracht. Later stapte hij vast aan boord bij Studio 100 en was er mee de architect van de geslaagde diversificatiepolitiek. Maar als zakelijk uitdager moest hij ook soms de creatievelingen intomen en opletten dat het plaatje financieel bleef kloppen. “Ik was de dwarsligger die de sporen probeerde recht te houden”, glimlacht Kiekens.

Na tien jaar trok hij deze zomer de Studio 100-deur definitief achter zich dicht. Alleen de privézaken van Bourlon en Verhulst behartigt Kiekens nog. Hij vond het welletjes. Het was tijd voor iets anders. Wat precies, daar is hij nog niet uit. Een sabbatical moet hem de nodige tijd en rust bieden om alles eens op een rijtje te zetten.

Mogelijk wordt het een baan in de non-profitsector, want ondanks zijn drukke bestaan als cijfertovenaar van het huis dat de jonge generaties zoethouders biedt als Samson & Gert, Mega Mindy of K3, maakte Kiekens steeds tijd voor enkele initiatieven voor de opvang en begeleiding van thuislozen. “Ik vind het belangrijk en nuttig dat een mens zich om zijn medemens bekommert.” Of opent hij toch een bed & breakfast in Zuid-Frankrijk? Wat hij ook kiest, Studio 100 blijft een deel van Kiekens’ leven uitmaken. Op de hoek van de kast in zijn bureau staat Bumba, zijn favoriete figuurtje. “Omdat het zo eenvoudig en toch zo krachtig is”, aldus de voormalige CFO.

MARK KIEKENS (EX-VOORZITTER VAN STUDIO 100). “Oorspronkelijk was ik verantwoordelijk voor het beleid en de administratie, zowel financieel, juridisch als op personeelsvlak. Zodra er ongeveer vijftig mensen bij Studio 100 werkten, trokken we een jurist en een personeelsdirecteur aan. Mijn hoofdtaak was vanaf dan het financiële beleid uitstippelen, maar in mijn functie als CFO was ik ook de zakelijke uitdager van Gert en Hans, mensen die – gelukkig – voornamelijk op het product waren gefixeerd.

“Ik moest dus ’emo’ en ‘ratio’ verzoenen. Daarbij hoorde dat ik soms de creativiteit een beetje aan banden moest leggen. Dat was niet evident. Voor Gert kon het product bijvoorbeeld nooit goed genoeg zijn. Het was niet gemakkelijk om hem van zijn stuk te brengen, want rendement kwam absoluut op de tweede plaats. Dat maakte het boeiend, maar soms ook moeilijk. Er waren veel gesprekken en overleg nodig.”

Vond u dat nooit frustrerend?

KIEKENS. “Het was energieopslorpend, niet frustrerend. Zonder die verschillen in visie en focus had ik geen rol. En er was veel wederzijds respect. Uiteindelijk klopte het plaatje altijd. ( enthousiast) Het succes werd zelfs steeds groter door het feit dat Studio 100 in de eerste plaats naar kwaliteit zocht – al percipiëren buitenstaanders dat soms anders. Hadden we te rationeel gedacht, dan stond het bedrijf niet waar het vandaag staat. Maar het blijft een delicaat gegeven en een evenwichtsoefening om het op te nemen tegen sterke persoonlijkheden als Gert of Hans.”

Hoe zou u de persoonlijkheid van Gert Verhulst en Hans Bourlon omschrijven?

KIEKENS. ( lacht en vraagt of iemand koffie wil) “Het zijn twee creatieve ondernemers pur sang. Hun sterkte is dat ze een beetje eigenwijs zijn. Hans is over de jaren wel geëvolueerd, is meer een zakenman geworden. Gert is vandaag nog steeds dezelfde als tien jaar geleden. “Er zijn veel criticasters die Studio 100 te commercieel vinden, maar Gert en Hans maken producten en hebben een bedrijf waar ze volledig achterstaan en dat zal zo blijven.”

Raakte de kritiek op Studio 100 u?

KIEKENS. “Nee, en die raakt Gert en Hans ook niet. Je voelt dat de sfeer binnen het bedrijf juist zit. Je hoeft jezelf niet te verloochenen om er te werken. Niet alles wat de onderneming al op de markt bracht, was even goed, maar het valt ons toch niet te verwijten dat het hoofddoel van Studio 100 commercieel is? Dat is niet alleen heel normaal in de zakenwereld, het is ook noodzakelijk.

“Ach, dat het een Belgisch bedrijf is en het voor kinderen werkt, heeft waarschijnlijk veel te maken met de kritiek. Mensen moeten kritisch zijn en grenzen trekken, maar ik ben ervan overtuigd dat Studio 100 die grenzen nooit heeft overschreden. Mijn morele grens toch niet.”

Waarom slaagde Studio 100 er wel in om erg gediversifieerd te werken terwijl veel andere entertainmentbedrijven het wel willen, maar er niet in slagen?

KIEKENS. “Het idee om over een figuurtje bijvoorbeeld naast een televisieprogramma ook een boek te maken is inderdaad logisch, maar we merkten bij veel collega’s dat ze hiervoor niet de juiste manier van werken vonden. De topmensen van de Efteling hadden ook wel het idee om meer te doen dan alleen een park uit te baten, maar het is blijkbaar niet eenvoudig om dat succesvol te doen. Naast een goed product heb je ook heel betrouwbare partners nodig. VTM was een heel betrouwbare partner toen we met hen Plopsaland opstartten. Bovendien moet je ook licentienemers vinden die niet op een inspanning kijken wanneer ze producten voor je maken. Om met zulke partijen deals te kunnen sluiten, was het cruciaal dat Studio 100 ook eerlijk en gedreven was. Zodra die houding bekend werd in het wereldje, gingen goede partners graag met ons in zee.”

Het kan niet anders dan dat jullie soms ook de mist in gingen. Welke fouten zijn er gemaakt?

KIEKENS. “Er was soms de neiging om te veel te willen doen. Ik discussieerde vaak met Gert en Hans over wat de ‘core- business’ was. Zij hadden daar een andere visie over dan ik. Er waren enige tijd geleden bijvoorbeeld gesprekken met de voetbalploeg van Turnhout. Voor mij was dat geen kernactiviteit, maar Gert is altijd op zoek naar iets nieuws. Hij had grootse plannen voor een samenwerking met de jeugdploeg. Uiteindelijk deden we het niet. Ik was daar niet ongelukkig om, Gert misschien wel. (l acht) “De meeste ideeën die op tafel kwamen, werden wel gerealiseerd. Neem nu Plopsaland. Het idee om een park te openen, leefde bij Gert al vanaf het eerste jaar, Studio 100 was amper een bedrijf. Na vier jaar, relatief snel, kwam het er ook. We hebben het gerealiseerd zonder eigen middelen, want in die korte tijd hadden we geen reserves kunnen opbouwen. Maar de constructie met VTM zat goed. Er waren nog veel zottere ideeën en die zijn ook bijna allemaal gerealiseerd. Een rendabele musical voor kinderen uitbrengen is in Vlaanderen bijvoorbeeld bijna niet haalbaar, maar we zijn er toch in geslaagd.”

Zijn er ook grote successen gekomen uit lanceringen die u had afgeraden?

KIEKENS. “Het was meestal niet zwart of wit, hoor. Ik stond wel heel sceptisch tegenover het concept K3, dat we in 2002 overnamen van Niels William. Voordien was er al een samenwerking op het vlak van merchandising, maar K3 was helemaal niet het succes dat het vandaag is, in Nederland al helemaal niet. Ik was van mening dat we zoiets beter zelf konden starten in plaats van het in te kopen. Toch werd K3 een megasucces. Daar waren Gert en Hans vooraf wel van overtuigd.”

Bestaat het gevaar niet om figuren uit te melken als ze te lang meegaan?

KIEKENS. “Mickey Mouse is al vijftig jaar oud en ook de smurfen zijn opnieuw hip. Als je er op een goede manier mee omgaat, kunnen figuren eindeloos blijven bestaan. Samson en Gert kunnen nog altijd mee. Het is gevaarlijker om de exploitatie tegen te houden. Met Kuifje, een topproduct dat wereldwijd kan meedraaien, is te weinig gebeurd omdat de familie het te rigide en beschermend beheerde.”

Studio 100 wil wel internationaal doorbreken. Waarom moet dat zo nodig?

KIEKENS. “Dat moet niet, maar die keuze is wel gemaakt. Ik denk dat het voor Gert en Hans de ultieme uitdaging is. Als ze het nooit zouden proberen, zouden ze zich hun hele leven lang afvragen waarom ze het niet deden. Onderliggend speelt ook het feit dat Studio 100 door de zakenwereld nog vaak wordt gezien als een speelgoedwinkel die toevallig een succes werd. Bewijzen dat het succes helemaal niet toevallig kwam, zal dan wel deugd doen.

“De producten internationaal exploiteren blijkt wel veel minder evident dan we oorspronkelijk dachten. Als Bumba in Spanje of Frankrijk op de buis wordt gezet met evenveel ondersteuning als hier wordt het waarschijnlijk een succes. Maar internationaal spelen er ook andere belangen en krachten, zoals protectionisme of het verschil in cultuur. Het was dus een logische keuze om buitenlandse karakters te kopen. Daarom nam Studio 100 dit jaar voor 41 miljoen euro het Duitse EM Entertainment over, met figuurtjes als Wicky de Viking en Maja de Bij over. Het is nu de uitdaging om daar iets mee te doen.”

Waarom bent u afgelopen zomer dan toch opgestapt?

KIEKENS. “Omdat aan alle mooie liedjes een einde komt. En omdat je moet kunnen opstappen op een hoogtepunt. De onderneming was bovendien geëvolueerd en was niet meer zo op mijn maat gesneden. Ik functioneer misschien het best in een relatief klein bedrijf. Het was aangenaam om als firma de underdog te zijn, vrij spel te hebben en alles te kunnen proberen. Je had geen verantwoording af te leggen en het was des te leuker wanneer iets lukte.

“Door de groei en het internationalere karakter van Studio 100 kwamen er noodgedwongen andere doelstellingen, andere klemtonen, een andere visie. Je verantwoordelijkheid werd groter en er mocht niet te veel meer mislopen. De speelse, ongedwongen sfeer, die eigen is aan jonge creatieve bedrijven, kwam daardoor wat in het gedrang.”

Had uw vertrek ook te maken met het instappen van Fortis Private Equity, dat vandaag een derde van de aandelen van Studio 100 in handen heeft?

KIEKENS. “Indirect misschien wel. Door hun aantreden kwam er een andere structuur en een ander beleid. Ik heb er bij hun instap zelf op aangedrongen om iemand binnen te halen die nog meer CFO is dan ik en die de groei beter kon begeleiden dan ik. Ik ben meer een allrounder. (Koen Peeters werd aangetrokken als nieuwe CFO, nvdr.)

“Mijn taak als CFO was op dat moment uitgespeeld en dat was ook de bedoeling. Nadat ik anderhalf jaar lang een meer algemene leidinggevende rol heb gespeeld, viel alles in zijn plooi en ben ik na onderling overleg gestopt. Begrijp me niet verkeerd, de intrede van Fortis Private Equity blijft een gezonde en goede operatie die de verwachtingen inloste. Daar sta ik nog steeds achter.”

Maar het Fortis van toen is niet meer het Fortis van nu. Hoe ziet u hun rol binnen de onderneming evolueren?

KIEKENS. “Ik volg het dossier nog van ver, heb nog contact met Gert en Hans en merk wel dat het voor Studio 100 spannende momenten zijn. Het is afwachten wat BNP Paribas zal doen. Zij hebben geen private equity in de groep, dus ik verwacht dat ze de participaties die Fortis Private Equity heeft, zullen verkopen. Het is koffiedik kijken waar Studio 100 dan terechtkomt en wat er dan moet gebeuren. Een mogelijk logisch vervolg is een beursgang.”

Vindt u het niet jammer dat u het bedrijf niet als CFO naar de beurs hebt kunnen brengen?

KIEKENS. ( Categoriek) “Neen. Een beursgang vind ik niet de ultieme uitdaging. Je moet naar de beurs gaan als het nodig is en wanneer het de onderneming een meerwaarde kan bezorgen, niet om andere redenen. Het binnenhalen van een derde partij deden we ook enkel omdat die een meerwaarde kon brengen en we centen nodig hadden om te groeien en te internationaliseren.”

Hebt u er geen spijt van dat u zelf nooit aandeelhouder van Studio 100 bent geweest?

KIEKENS. “Neen. Het is me nooit voorgesteld, maar ik heb er ook nooit naar gevraagd omdat ik mijn baan in alle onafhankelijkheid wilde uitoefenen. Dat gaf me een heel comfortabel gevoel. Ik was daarin misschien wat naïef, maar ik heb er geen spijt van.”

Gaat u nu met een ander mediabedrijf pionieren?

KIEKENS. “We zullen zien, ik kijk uit naar een leuke opportuniteit. Ik houd wel van de mediawereld. Er beweegt veel, je kunt er in jonge teams werken in een dynamische omgeving, maar het hoeft niet mijn biotoop te blijven. Ik krijg nu waarschijnlijk voor de laatste keer de kans om op professioneel vlak nog eens tien jaar voor iets helemaal anders te gaan. In de bedrijfswereld heb ik wel de meeste ervaring en kan ik de meeste meerwaarde bieden. Mandaten als extern bestuurder wil ik niet opnemen. Het lijkt me bijzonder moeilijk om als buitenstaander een meerwaarde te bieden.”

Waar houdt u zich dan momenteel mee bezig?

KIEKENS. “Met alle dingen die er de voorbije jaren door tijdsgebrek bij zijn ingeschoten: sporten, tekenen, mijn ouders en kinderen aandacht geven. En vrijwilligerswerk doen bij Albatros – De Schutting, een vzw die zich inzet voor thuislozen in Brussel. Ik zit er in de raad van bestuur om onder meer het financiële beleid mee uit te stippelen, want we moeten fondsen ronselen en acties organiseren om geld binnen te halen. Albatros wordt slechts gesubsidieerd voor 90 procent van de loonkosten.

“Het is pijnlijk te moeten vaststellen dat er nog steeds onvoldoende middelen beschikbaar zijn voor zulke verenigingen. Het grootste deel van de werkingskosten, zowat 50.000 euro per jaar, moeten we bijeen weten te scharrelen. We hebben steun van enkele vaste partners, maar voornamelijk van particulieren. Voor onze wijnactie trekken we jaarlijks naar Bordeaux om er zo’n 20.000 flessen in te kopen. We zoeken wijnen met een goede prijs-kwaliteitverhouding, want ook bij de verkoop voor een goed doel staat of valt alles met het product.”

Zou u overwegen om voor een profes-sionele carrière in de non-profitsector te kiezen?

KIEKENS. “Misschien, zolang ik de ervaring die ik heb maar kan gebruiken. De opvolging die kleine projecten nodig hebben om met alternatieve financiering te kunnen groeien of het gebruik van microkredieten, dat interesseert me. Je kunt er opnieuw dicht bij het product en dicht bij mensen staan.

“Het enige nadeel is dat je voor zulke organisaties vaak naar het buitenland moet. Een non-profitvereniging of vzw managen wordt vaak onderschat. Hun managers moeten nochtans de zaak runnen met minder middelen, minder ondersteuning en in minder goede omstandigheden dan in de privésector. Terwijl er van hen wel evenveel inzet wordt verwacht.”

U brengt nu toch ook geregeld tijd door buiten onze landsgrenzen, in uw huis in Zuid-Frankrijk? Lonkt daar geen nieuw leven?

KIEKENS. “Dat huis kocht ik drie jaar geleden. Een woonst in het zuiden van Frankrijk was altijd al een droom van me, maar mijn vrouw wil er geen bed & breakfast van maken. Ze wil bij wijze van spreken geen Nederlanders over de vloer. ( lacht) Ik zou het misschien nog wel zien zitten, alleen nu nog niet. Ach, straks komt ons eerste kleinkind en dan spelen er opnieuw andere zaken. “Een avontuurlijke reis per fiets in Zuid-Amerika of Azië wil ik wel zeker nog maken. Bijna was ik met Koen Peeters, de nieuwe CFO van Studio 100, gaan fietsen in Indonesië, maar ik moest afhaken omdat het toch niet paste. We hebben afgesproken om er volgend jaar werk van te maken. Ik ben dus een gelukkig mens. Ik kan me bezighouden met de dingen die ik graag doe en ik tracht een goede vader te zijn voor mijn drie dochters. Mijn kinderen waren net iets te oud om dol te zijn op de producten van Studio 100, maar ( stilletjes) ik hoop dat ze toch een beetje trots zijn op hun vader.” (T)

Door Sjoukje Smedts en Lieven Desmet Foto’s: Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content