Stroper wordt boswachter

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

China is lang niet meer een broeihaard van namaak en andere diefstal van intellectuele eigendom, proberen zakenadvocaten hun klanten diets te maken. Wie het juist aanpakt, is beter beschermd dan vroeger. Bij de bedrijven blijft de argwaan groot.

Er gaat geen week meer voorbij zonder een conferentie over intellectuele-eigendomsrechten in China, georganiseerd door een zakenadvocatenbureau. De boodschap is telkens dezelfde: China neemt namaak serieus, bescherming is mogelijk. Vorige week was het de beurt aan het advocatenbureau De Wolf & Partners om het blijde nieuws te verkondigen.

Is China echt zijn leven aan het beteren, of slaat de advocatuur een slaatje uit de groeiende zakelijke belangstelling voor het land? “China gaat er echt op vooruit”, zegt Raphaël Bailly, partner bij De Wolf & Partners. “In de aanloop naar de opening van zijn pretpark Sjanghai Disney Resort, had The Walt Disney Company een contract afgesloten met een Chinees bedrijf voor de verkoop van Micky Mouse-poppetjes en andere Disney-speeltjes. Na afloop van het contract was het bedrijf doorgegaan met de verkoop. Het werd door het Chinese gerecht veroordeeld op basis van namaak. Het is maar een van de vele voorbeelden. Almaar meer Chinese ondernemers klagen dat het gerecht buitenlandse bedrijven bevoordeelt in zaken over intellectuele eigendom. Is dat niet het beste bewijs voor de verbetering?”

Het imago van China als namaakkampioen is deels perceptie, zegt professor Min He, specialist intellectuele eigendom van de Eastern China University of Political Science and Law, en te gast op de conferentie van De Wolf & Partners in Brussel. “Het aantal inbreuken op intellectuele eigendom in China stijgt niet uit toegenomen kwaadwilligheid, maar omdat het economische verkeer met het Westen vermenigvuldigt.”

Een ander misverstand is dat vooral westerse bedrijven slachtoffer zijn. “In 95 procent van de rechtszaken over intellectuele eigendom neemt het ene Chinese bedrijf het op tegen het andere,” zegt Bailly. “In amper 5 procent is een westers bedrijf betrokken partij.”

Je hoeft niet eens naar een rechtbank te stappen om gelijk te krijgen, zegt Simon Cheetham van de China IPR SME Helpdesk, een met Europees geld gefinancierde dienst die aan kmo’s gratis advies geeft over intellectuele eigendom in China. “Je kan in China een beroep doen op de overheidsadministratie om inbreuken op je intellectuele eigendom te stoppen. De overheid maakt daar middelen voor vrij. Enkel voor schadevergoeding moet je nog bij de rechtbank zijn.”

“De kwaliteit van de rechtspraak en van de rechters verbetert jaar na jaar”, zegt Horace Lam, partner van het advocatenkantoor Jones Day en actief in Peking. “Aan de afdwingbaarheid schort nog wel wat. Buiten de grootstedelijke gebieden kan je op rechters stuiten die partij trekken voor de lokale fabrikant van bijvoorbeeld namaakgoederen. Vaak gaat het om arme, afgelegen streken, waar de lokale namaakfabriek de enige bron van inkomsten is voor de mensen. Een rechter zal zo’n fabriek niet sluiten.”

Dat een merknaam geld waard is, is lang niet overal in China doorgedrongen. Vele Chinezen zijn zich ook niet bewust dat er iets fout is met namaak, volgens Lam. “Er speelt dus ook een cultureel-maatschappelijke factor. Het zal bewustmaking en opleiding van een hele generatie vergen om dat te corrigeren.”

Om lokale en culturele invloeden te neutraliseren, heeft China in grote steden als Peking, Sjanghai en Shenzhen gespecialiseerde rechtbanken opgericht met geschoolde rechters. “Je kan ervoor kiezen je zaak door die rechtbanken te laten behandelen”, zegt Cheetham. “De kans dat de rechter de materie begrijpt, is zelfs groter dan in Europa.”

China doet dus inspanningen, de bedrijven veel minder. Maak uw huiswerk alvorens u naar China komt, zeggen de zakenadvocaten in koor, zo moeten wij achteraf geen half verdronken kalveren redden. De meest voorkomende nalatigheid is het niet registreren van merknamen in China. Veel bedrijven denken verkeerdelijk dat een Europese merkregistratie ook in China bescherming biedt. Die vergissing geeft aanleiding tot een populaire sport onder Chinezen: het kidnappen van merken. Chinezen registreren een merk, worden er zo de rechtmatige eigenaar van in China, en vragen grof geld zodra de Europese merkhouder de Chinese markt wil betreden.

Dat laatste is voor de kidnappers niet eens nodig, waarschuwt Valentin de le Court, specialist intellectuele eigendom van De Wolf & Partners die in Sjanghai werkt. “De kidnapper van uw merk kan ook beslag laten leggen op uw goederen als u in China alleen maar produceert en vervolgens uitvoert naar andere markten. Tijdens het productieproces laat u uw merk aanbrengen op uw producten. Is uw merk gekidnapt, dan geldt dat als ongeoorloofd gebruik van een gere-gistreerd merk. De kidnapper zal aan de douane vragen uw goederen te blokkeren, wat zijn onderhandelingspositie alleen maar versterkt.”

Er zijn nog tal van valkuilen. “Veel bedrijven baseren geheimhoudingscontracten met hun Chinese werknemers of onderaannemers op Europese modellen, zonder te beseffen dat je met zulke contracten vaak niets kan aanvangen in China”, aldus De le Court. Een ander probleem rijst bij octrooien. “Je uitvinding moet absoluut nieuw zijn om te kunnen patenteren in China,” zegt De le Court. “Een klant had in 2009 een Europees octrooi aangevraagd en het pas drie jaar later gekregen. Toen hij ook een octrooi in China wou aanvragen, moesten we hem vertellen dat dat niet meer zou kunnen. De technologie was al drie jaar oud, en kon dus onmogelijk als nieuw bestempeld worden. De les? Denk vooruit, en neem van bij het begin een octrooi in China, ook als je er niet meteen activiteiten plant.”

Onvoorzichtig

Is het sop de kool wel waard? Vele bedrijven steken geen tijd en geld in bescherming, maar zorgen dat ze via voortdurende innovatie de namaakindustrie een stap voor zijn. Andere bedrijven vertikken het hun kerntechnologie naar China te brengen (zie kader Eerst zien en dan geloven). “Ik kan dat begrijpen”, zegt Serge Clerckx, advocaat van Jones Day. “Een technologie kan voor een bedrijf zo cruciaal zijn dat het risico op namaak veel zwaarder weegt dan de mogelijke bescherming in China. Toch kan je heel wat doen om je te beschermen, ondanks de onvolkomenheden van het systeem. Wat je ook beslist, informeer je eerst. Je zou ervan versteld staan hoe onvoorzichtig bedrijven soms zijn, zelfs grote multinationals.”

JOZEF VANGELDER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content