Stookolie op kosten van uw vennootschap
In een recente beslissing laat de rulingcommissie verstaan dat de forfaitaire raming van het voordeel van alle aard dat voortvloeit uit de gratis levering van verwarming en elektriciteit, eveneens geldt als de werkgever het voordeel verstrekt door op zijn kosten energieproducten te laten leveren ten huize van de betrokken werknemers.
Tot de belastbare bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders behoren ook de voordelen van alle aard die zij genieten. Voor anders dan in geld verkregen voordelen geldt dat de belastbare grondslag gelijk is aan de werkelijke waarde bij de verkrijger. Bij een aantal van die voordelen is evenwel in een ‘forfaitaire’ raming van hun waarde voorzien. Dat is onder meer het geval bij het ‘verstrekken van verwarming en van elektriciteit die gebruikt wordt voor andere doeleinden dan verwarming’.
Neem bijvoorbeeld een vennootschap die een woning ter beschikking stelt van een werknemer of bedrijfsleider, met alles erop en eraan. Alles staat op naam van de vennootschap: de contracten met de stookolieleverancier, de elektriciteitsmeter, de verwarmingsinstallatie enzovoort. De vennootschap betaalt alles. De betrokken werknemer of bedrijfsleider geniet aldus ‘gratis verwarming’ en ‘gratis elektriciteit voor andere doeleinden dan verwarming’. Het genoten voordeel zal op forfaitaire wijze worden geraamd.
Merkwaardig is dat die forfaitaire raming verschilt al naargelang het gaat om ‘leidinggevend personeel en bedrijfsleiders’ dan wel om ‘andere verkrijgers’ (werknemers zonder leidinggevende functie).
Bij die ‘andere verkrijgers’ werd het voordeel tot vorig jaar geraamd op 590 euro per jaar voor verwarming en op 295 euro per jaar voor elektriciteit gebruikt voor andere doeleinden dan verwarming. Sinds begin dit jaar zijn de bedragen verhoogd naar respectievelijk 740 en 370 euro. Gaat het om ‘leidinggevend personeel en bedrijfsleiders’, dan worden al die bedragen verdubbeld. Blijkbaar gaat de fiscus er dus van uit dat leidinggevenden dubbel zoveel verwarming en elektriciteit nodig hebben als gewone stervelingen.
Wat er ook van zij, volgend jaar gaan de bedragen nogmaals omhoog. Verwarming wordt dan bij gewone stervelingen geraamd op 820 euro en, elektriciteit voor andere doeleinden dan verwarming op 410 euro. Voor leidinggevenden en bedrijfsleiders worden de bedragen ook gewoon verdubbeld.
In de praktijk is de vraag gerezen of deze forfaitaire ramingen ook gelden wanneer een vennootschap bijvoorbeeld een tankwagen met stookolie bestelt, en die laat rondrijden langs de privéhuizen en villa’s van haar werknemers en bedrijfsleiders: de stookolietanks worden op die manier op kosten van de vennootschap gevuld. Kan men dan stellen dat er in die omstandigheden ook sprake is van de gratis levering van ‘verwarming’?
Het minste wat je kunt zeggen, is dat de fiscus deze mogelijkheid in het verleden niet erg genegen was. Een vijftal jaar geleden kwam het probleem ter sprake voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Het geval betrof een vennootschap die op haar kosten stookolie liet leveren voor de verwarming van de privéwoning van haar bestuurder. Die vond dat hij aldus ‘gratis verwarming’ genoot, en dat hij bijgevolg kon terugvallen op de forfaitaire raming van dat voordeel. De fiscus wou hem daarentegen belasten op basis van de werkelijke waarde van de stookoliefactuur. Maar de rechtbank gaf de belastingplichtige gelijk.
De Rulingcommissie lijkt deze oplossing nu te bevestigen. Haar werd de vraag voorgelegd, of de forfaitaire raming voor ‘gratis verwarming en elektriciteit’ ook kan gelden wanneer een werkgever een ‘systeem’ uitwerkt waarbij hij als contractant optreedt ten aanzien van de energiemaatschappij en waarbij die werkgever verschillende verbruiksadressen heeft, zijnde de adressen van de betrokken werknemers. De werkgever betaalt de facturen rechtstreeks aan de energiemaatschappij.
De beslissing van de rulingcommissie – althans de gepubliceerde samenvatting ervan – is erg zuinig geformuleerd (beslissing nr. 2010.139). Ze bevestigt niet uitdrukkelijk dat de forfaitaire waardering van het genoten voordeel ook dan van toepassing is. In plaats daarvan beperkt zij zich tot het in herinnering brengen van de reglementaire bepalingen die bij gratis levering van verwarming en elektriciteit inderdaad in een forfaitaire raming van het genoten voordeel voorzien. Het lijdt echter weinig twijfel dat daaruit de impliciete bevestiging mag worden afgeleid dat de rulingcommissie het met de vraagsteller eens is, met name, dat de forfaitaire raming van het genoten voordeel ook in het beschreven ‘systeem’ van toepassing is.
DE AUTEUR IS ADVOCAAT EN HOOFDREDACTEUR VAN FISCOLOOG.
Jan Van Dyck
De forfaitair geraamde bedragen zijn nog maar pas twee keer verhoogd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier