Stikken om te overleven
De rol van Marokko als lagelonenland in dienst van de Vlaamse confectie, heeft geen toekomst meer. Om te overleven moet het land het seriewerk ontgroeien en chiquere kledij stikken. Een Sint-Truidenaar timmert in Casablanca aan de weg.
Casablanca (Marokko).
Op de foto lijkt hij de kalmte zelve, in werkelijkheid staat Guy Koekelbergh (39j.), baas van het confectiebedrijf Garbotex in Casablanca, geen seconde stil : in de broeierige drukte temidden een honderdtal stiksters deelt hij voortdurend instructies uit, loopt naar de telefoon of maakt patronen. Voor een gesprek heeft hij geen tijd, behalve op de achterbank van een aftandse Peugeot 205 waarmee zijn chauffeur hem naar de stoffenmarkt van Casablanca brengt.
Negen maanden geleden begon deze Sint-Truidenaar hier met de productie van hoogwaardige kwaliteitshemden, bestemd voor de betere boetieks in België en Frankrijk. Om zoiets te proberen in Marokko, met zijn ontelbare confectie-ateliers die massaal goedkoop seriewerk afleveren, moet je hard tegen de stroom opboksen. “De eerste maanden moest ik vloeken, schreeuwen en ontslaan,” vertelt Koekelbergh. “Aan de fouten in de hemden kon ik de stikster herkennen. Marokkanen zijn gewoon om zomaar wat te stikken. Maar zulke produkten krijg ik aan mijn klanten niet verkocht. Ik maak bijvoorbeeld hemden voor enkele dure boetieks in de Brusselse Louizalaan waar ze tegen 3000 frank in de etalage liggen : die hemden moeten onberispelijk zijn, er mag bij levering zelfs geen pluisje op zitten. Maak dat de stiksters hier maar eens wijs.”
Garbotex produceert ongeveer 10.000 hemden per maand. Koekelbergh verkoopt zijn hemden tegen 144 frank per stuk, met een maximum van 180 frank, naargelang van de kwaliteit. “We moeten 400 hemden per dag stikken om alle kosten te dekken,” zegt Koekelbergh. “In het begin haalden we slechts 150.”
Garbotex levert aan groothandelaars die op hun beurt de boetieks bedienen. “We werken met kleinschalige labels,” zegt Koekelbergh. “De klant koopt in Europa een rol stof die hij naar ons stuurt. Daar stikken wij 60 hemden van, 5 tot 6 stuks per maat. Wij zijn eigenlijk kleermakers. Uiteraard zit je dan in een hogere prijsklasse. Bij leveringen aan de grootdistributie daarentegen gaat het om series van duizenden hemden tegelijk, die tegen 100 frank per stuk verkocht worden.”
Het seriewerk in Marokko is ten dode opgeschreven, volgens Koekelbergh. “Wij betalen onze stiksters 1450 dirham (5075 Belgische frank) per maand. In Egypte, waar de eerste confectie-ateliers de kop opsteken, verdienen stiksters ongeveer 1000 frank per maand. Naaimachines zijn gemakkelijk te verhuizen. De Marokkaanse confectie moet dus marktsegmenten met hogere toegevoegde waarde betreden om te overleven.”
Een produktie zoals die van Garbotex kan je niet delokaliseren naar het nog goedkopere Verre Oosten, volgens Koekelbergh : “We moeten dicht bij onze afzetmarkt blijven want onze hemden zijn te modegericht, je dient voortdurend bij te sturen. Bovendien zijn de leveringstermijnen kort : 3 weken na het opzenden van zijn stof heeft onze klant zijn hemden.”
UITHANGBORD.
Koekelbergh, die elektronica studeerde en in een vorig leven nog fotograaf is geweest, kwam in de branche terecht toen hij in België herenhemden van het West-Vlaamse Byttebier verkocht. Hij raakte met de Marokkaanse confectie vertrouwd toen hij enkele keren tijdelijk de productie van Palacio, de confectiefaciliteit van Byttebier in Casablanca, in goede banen moest leiden. Eind ’92 kreeg hij permanent de leiding over Palacio. Anne Hermans, eveneens van Sint-Truiden, nam de administratie voor haar rekening.
Negen maanden geleden stapten Koekelbergh en Hermans over naar Garbotex. Koekelbergh leidt de produktie, Hermans heeft het administratieve beheer in handen. Op het moment van de overstap was Garbotex verlieslatend. Dat lag voor een deel aan de bedrijfsmentaliteit. “Als de stiksters aanvoelden dat er weinig bestellingen waren, spreidden ze het werk uit,” zegt Koekelbergh. “Wat in 1 dag kon, deden ze in 2 tot 3 dagen. Dat dreef de kosten op. Maar het fundamentele probleem ligt elders : de Marokkaanse families die de confectiebedrijven hier controleren, hebben wel geld, maar geen knowhow. Daarom zetten ze westerlingen aan het hoofd van hun bedrijven, om zo vertrouwen in te boezemen bij de West-Europese klanten.”
Koekelbergh leerde de Marokkaanse eigenaar van Garbotex kennen in het confectiewereldje van Casablanca. “De eigenaar wou mij de helft van het kapitaal zo goed als cadeau doen,” vertelt Koekelbergh. “Dat sloeg ik af, want dan moest ik ook 50 % van de schulden overnemen. Ik zorgde veeleer dat ik de helft van de winst kreeg.”
Garbotex werkt uitsluitend voor uitvoer. “In de lokale markt zijn er geen centen en valt er weinig te winnen,” aldus Koekelbergh. “Het courante hemd kost hier in de winkel amper 130 dirham (455 frank), en is op dat moment al een tussenpersoon gepasseerd.” Het recente associatieverdrag tussen Marokko en de EU is een steuntje in de rug, maar door de Europese laagconjunctuur blijft de afzet van Garbotex onvoorspelbaar. Koekelbergh : “Ik kan niet verder kijken dan volgende maand. Dat ik dan nog hemden zal stikken, is het enige waarvan ik zeker ben.”
JVG
GUY KOEKELBERGH (GARBOTEX) De eerste maanden moest ik vloeken, schreeuwen en ontslaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier