Sticht uw netwerk
Vlamingen hebben het lastig met successen en nederlagen. Ze staan meteen binnen en buiten de media op scherp om de gelukkigen of ongelukkigen te kastijden, te doen creperen. Op de eerste bijdrage over het Vlerick-netwerk (zie Trends, 25 januari 2001 – in dit nummer verschijnt het slot) volgden per e-mail een (voorspelbare) rij van zurige bedenkingen over de hovaardigheid van deze netwerkers, over de zachte aanpak van Trends bij de analyse, over het verfoeilijke van Louis Verbeke en zijn maten. In het demoniseren van mensen, bewegingen, situaties zijn wij goed. Wie kent uit zijn bijbelse geschiedenis van de lagere school nog het zinnetje “wie zonder zonde is, hij werpe de eerste steen”?
Volkerenpsychologie is een wetenschap tussen waarheid en waanzin. Over de Vlamingen mag men, met de nuance van de voorgaande zin in het achterhoofd, beweren dat ze liever elkaar guillotineren dan met nuancering een oordeel vellen. Vlamingen moeten minder cynisch omgaan met netwerken.
Hoe sterk zijn ze trouwens? Vergelijk onze netwerken niet alleen met de Belgisch-Franstalige tour de tables, maar met de buurlanden. De kapitaalmobilisatiekracht van de toptien der bestuurders (in min of meer) vergelijkbare landen als Nederland, Zweden, Zwitserland, Denemarken ligt fors hoger. Daartegen zijn de jonge Vlaamse netwerken kabouters.
Schroevendraaiers (fysiek kapitaal) en een goede scholing (menselijk kapitaal) verhogen de bloei van een gemeenschap. Sociale netwerken (sociaal kapitaal) doen dat eveneens. Het Vlerick-netwerk is een mooie illustratie van deze theorie. Een samenleving met weinig achterdocht heeft een hoog sociaal kapitaal. Sociaal kapitaal kan tegelijk een privé-goed en een publiek goed zijn. Een part van de winst van de investering in sociaal kapitaal gaat naar de omstanders, terwijl een part belandt bij de persoon die de investering doet.
Het Vlerick-netwerk dat geld verzamelt voor het Instituut voor Bestuurders mobiliseert de zakengemeenschap en versterkt daarbij ook de gevoelens van vriendschap en samenhorigheid onder zijn leden. Publiek goed en privé-goed overlappen.
Nederland is een Mekka van de netwerking. De NV Nederland bestaat en is in kaart gebracht. Michael Porter verwees er in de ‘Competitive Advantage of Nations’ (1990) naar. Inzake netwerking bestaan er parallellen tussen de Franstalige Belgen en de Nederlanders. De noorderburen bestuderen al governance-structuren en netwerken van in de tijd van hun Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Als Lernout & Hauspie in Nederland zou ontstaan zijn, dan had het bedrijf niet te vroeg naar de beurs moeten trekken. Er zijn daar treinladingen met institutioneel geld (pensioenfondsen) tot producten marktrijp zijn. De bedelstaf van Jo en Pol had in de kast kunnen blijven. Dan was L&H een structuurvennootschap, zoals vele Nederlandse multinationals, zodat het had kunnen groeien zonder de controle te verliezen. Bovendien zou L&H dankzij het oranjegevoel in crisistijd niet vulgair zijn nagetrapt. L&H bewijst de geldigheid van drie actiepunten: een juridische structuur die continuïteit waarborgt, pensioenkapitalisatie en een groeimentaliteit gesteund op het zich inleven in ondernemers en sympathie van de gemeenschap.
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier