Sterven de advoccountants uit?
Internationale en lokale regels maken het beroep van ‘advoccountant’ – een advocaat die opereert binnen de Big Four-accountants – nagenoeg onmogelijk. Multidisciplinaire praktijken spatten uiteen. DLA Caestecker, ex-Andersen, kan zich handhaven.
Het regent echtscheidingen in de ooit zo romantische huwelijken tussen advocaten en accountants. Nieuwe regels in de Verenigde Staten en van de Orde van Vlaamse Balies bemoeilijken de samenwerking, zodat multidisciplinaire praktijken de handdoek in de ring gooien.
Peeters Advocaten staakte vorige week zijn structurele samenwerking met Ernst & Young en spat uit elkaar. Bogaert & Vandemeulebroeke verbrak in de zomer al het partnership met Landwell ( PwC). Bij Klegal, met als corresponderend lid Lontings & Partners, wordt de relatie met KPMG op het internationale niveau herbekeken. Laga & Philippe blijft wel nauwe (maar geen incestueuze) relaties onderhouden met Deloitte & Touche België – “een grote cliënt,” aldus een woordvoerder.
Een van de eerste kantoren die radicaal braken met de Big Four was Caestecker, dat ooit in harmonie leefde met Andersen. Het ging in juni 2002 samen met het ‘normale’ kantoor DLA, van oorsprong Brits. In tegenstelling tot andere viel DLA Caestecker niet in stukken en brokken uiteen. Meer nog: het slaagde erin belangrijke delen van het departement Isolventierecht van Stibbe en de ICT-poot van Bogaert & Vandemeulebroeke te integreren.
“Sommige andere kantoren waren eigenlijk niet meer dan een afsplitsing van de consultants, die toevallig een toga droegen,” zegt Steven De Keyser, managing partner van DLA Caestecker. “We hadden en hebben evenmin een cliëntenbestand dat afhangt van een groter geheel, vroeger Andersen, vandaag DLA. Net daarom konden we ons op de markt positioneren.”
Geldzucht jaagt jongeren weg
Met curator Christian Van Buggenhout (ex-Stibbe) beheert DLA Caestecker het grootste faillissement ooit van België, dat van Sabena. De curator motiveert zijn overstap van het klassieke en gevestigde Stibbe naar de jonge Turken van DLA door zijn streven om ‘zijn’ departement groeikansen te geven binnen een kantoor dat ruimte laat voor jonge krachten. Dat is volgens hem de enige kans om jonge advocaten te vormen en te motiveren.
Maar trapt hij daarmee geen open deur in? Tracht niet élk kantoor dat te doen? “Heel wat grote kantoren zijn niet meer dan een koepel van een aantal fee-gedreven rechtsfabriekjes, die vooral bekommerd zijn om hun eigen macht,” aldus Van Buggenhout. “Een vennoot beheert de dossiers als een kip die op haar eieren zit, met als gevolg dat hij ‘zijn’ klant adviezen geeft in materies waar hij eigenlijk niet de beste voor is. De druk op individuen om bepaalde cijfers te halen is te groot. Als ik een cliënt doorspeelde aan een andere partner, werd hij uitgezogen omdat die wanhopig naar omzet streefde. Dat gevoel bestaat hier niet. Als uitdager primeert de groepscultuur van mensen die elkaar vertrouwen en ik denk dat de cliënten dat ook beseffen.”
Steven De Keyser gelooft niet in de spiraal dat advocaten steeds meer moeten verdienen om beter te worden. “Wij zijn geen armoezaaiers, maar we denken niet eenzijdig in termen van meer geld,” zegt hij. “Mensen verdienen hier wat ze bijdragen aan het kantoor op het vlak van cliënten, management of opleiding. Er is geen eat what you kill-mentaliteit, waar de aanbrengers van cliënten met de grootste cheques gaan lopen. Een hoop killers naast elkaar maakt een kantoor kapot.” Van Buggenhout getuigt: “De Belgische poot van zo’n law firm bestaat dan uit enkele uiterst goed betaalde partners, de rain makers die cliënten aanbrengen, en een hoop slaven, die hen voeden. Dat is niet vol te houden omdat de beste jongeren vertrekken. Geld doodt alle structuren. Geld corrumpeert. Geld is slecht.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier