Sterrenslag
Topman Jürgen Schrempp heeft de eerste veldslag aan de top van DaimlerChrysler gewonnen. De Duitse machtsgreep in het afgeslankte directiecomité toont duidelijk wie in de fusiegroep de broek draagt.
“M y good friend Jürgen“, noemde Chrysler-baas Robert Eaton (59) zijn Duitse collega Jürgen Schrempp tijdens de persconferentie die de fusie beklonk van wat Eaton “de meest innoverende autoconstructeur in de wereld” noemde. En zelfs toen de loonstrookjes uitlekten van de twee topmannen – Eaton verdient elke maand een paar tientallen keren wat Schrempp binnenrijft – bleven de twee als vriendjes naar elkaar glimlachen. Schrempp zou Eaton in 2000 opvolgen en in afwachting zouden ze samen de fusie voltrekken, heette het. Intussen bleven ze de overname van Daimler door Chrysler op 18 mei 1998 hardnekkig vermommen als een fusie op voet van gelijkheid. Op de autobeurs in Frankfort enkele weken geleden sprak Schrempp – heel symbolisch – de verzamelde pers in het Engels aan, alsof de Amerikaanse geest in de Duitse onderneming geslopen was. Zelfs in de Aufsichtsrat van vorige vrijdag, waar Schrempp de afslanking van het directiecomité van zestien naar twaalf leden uitlegde, leek het evenwicht bewaard. “Een overeengekomen, zij het spijtige procedure”, noemde Schrempp de hervorming koeltjes.
Schrempp was met zijn machtsgreep overigens niet aan zijn proefstuk toe. Toen hij twee jaar geleden de directies van Daimler en Mercedes-Benz samensmolt, deed hij dat met even weinig ontzag voor posities en historische verworvenheden. Robert Lutz, flamboyante vice-voorzitter bij Chrysler en gedoodverfd opvolger van de legendarische Lee Iacocca, ging als eerste op de wip. Productiedirecteur Dennis Pawley, die de Japanse productiemethodes bij Chrysler had ingevoerd, volgde snel. Sinds vorige week lijkt DaimlerChrysler aan zijn derde veldslag begonnen.
Het nieuwe DaimlerChrysler krijgt een gestroomlijnd directiecomité met drie autodivisies ( Mercedes, Chrysler en bedrijfsvoertuigen), een dienstenafdeling, zeven divisies functionele activiteiten en een lucht- en ruimtevaarttak. Jürgen Hubbert (60) zal de Mercedes-afdeling blijven leiden, met Andreas Renschler, Schrempp-protégé en verantwoordelijke voor het verlieslatende Smart-project. Voormalig vice-president James Holden (48) komt aan het hoofd van de Chrysler-divisie en de Amerikaanse afdeling van de fusiegroep. Dieter Zetsche (45), ex-wereldwijd marketingdirecteur, stuurt de afdeling bedrijfsvoertuigen. Tom Gale (56) verhuist van productstrategie naar de directeursstoel voor productontwikkeling en Günther Fleig wordt directeur human resources. Manfred Bisschoff (57) blijft hoofd van de aerospace-afdeling Dasa, Eckhard Cordes (49) van de IT-divisie en Klaus Mangold van de dienstenafdeling. Ook chief financial officer Manfred Gentz (57), aankoopdirecteuren Gary Valade (57) en Thomas Sidlik (50) en hoofd van de researchafdeling Dieter Vöhringer (58) blijven in functie.
In de marge is er ook een nieuwe job voor Reinhard Lyhs, uittredend algemeen directeur van DaimlerChrysler Belgium Luxemburg, die in opvolging van Günther Fleig de Franse afdeling zal gaan leiden.
Eigenlijk ziet de groepsfoto van het directieteam er op het eerste gezicht dus niet zoveel anders uit. In de herstructurering stappen wel vier directeuren op, maar de pariteit blijft schijnbaar behouden: de twaalf postjes blijven gelijkmatig verdeeld onder Amerikanen en Duitsers. Twee Duitsers en twee Amerikanen moesten opstappen, aan de top staat een manager mét (Schrempp) en een manager zónder macht (Eaton). Maar het nieuwe directiecomité blijkt vooral Duits gekleurd, omdat Schrempp erin slaagde enkele aanhangers binnen te halen en enkele criticasters het schip hebben verlaten. Onder andere hoofd bedrijfsvoertuigen Kurt Lauk (53) en hoofd human resources Heiner Tropitzsch (57) verlaten het bedrijf, verkoopsverantwoordelijke Theodor Cunningham (53) krijgt nieuwe functies en raakt zijn pluchen zetel in de directiekamer kwijt. Maar het meest significant is de aftocht van Thomas Stallkamp. Stallkamp is de Chrysler-man die onlangs nog met succes de onderhandelingen afrondde met de vakbondslui van de United Auto Workers (UAW). Met Stallkamp moet de meest invloedrijke Amerikaan uit het directiecomité opstappen. Het is volgens de commentatoren in de Duitse pers treffend dat Stallkamp moet gaan, de enige directeur die een mening durfde ventileren die tegen die van Schrempp indruiste. Zélfs over de herschikking van het management.
Stallkamp in Der Spiegel: “De twee ondernemingen moeten behoedzaam worden samengevoegd, niet met spierballen. Dit is even gevaarlijk als twee kinderen die een reageerbuis vol zuren door elkaar schudden.”
Schrempp wachtte geduldig af tot hij Stallkamp opzij kon schuiven zonder een bom in het Chrysler-huishouden te droppen. Stallkamp zette zelf de deur op een kier: met zijn uitlatingen joeg hij Bob Eaton en de aanhangers van de vaderfiguur Eaton tegen zich in het harnas toen hij diens gewicht in het leidende duo in twijfel trok. Eaton nam Stallkamp uit eten en vroeg hem lachend of hij zich kon voorstellen “eens iets anders te doen.” Twee zinnen later was Stallkamp ontslagen. Op 31 december vertrekt hij met een gouden handdruk van een slordige 200 miljoen frank als zwijggeld.
Niet het paritaire evenwicht is dus verstoord, maar wel het machtsevenwicht: Duitsland neemt steeds nadrukkelijker de bovenhand in de groep. Schrempp grijpt steeds minder omfloerst de macht. Vrijdag nog rekende hij, bovendien in afwezigheid van Eaton, koel met zijn collega af: “Dat Eaton aankondigde mogelijk vroegtijdig op te stappen, was de eerste fout die hij sinds de fusie heeft gemaakt. Sindsdien zien veel Chrysler-mensen hem als vleugellam.”
Ook binnenshuis lijkt de voorzichtigheid geweken. Ruim een jaar lang werd aangenomen dat DaimlerChrysler twee hoofdkwartieren zou houden, een in Stuttgart en een in Auburn Hills. Maar in The Economist liet Mercedes-topman Jürgen Hubbert zich anders uit: “In de toekomst moet er één hoofdkwartier en één directie komen. In Stuttgart, want DaimlerChrysler is een Aktiengesellschaft, een Duits bedrijf.”
Stof genoeg voor bronnen binnen en buiten de autogigant om te gewagen van een mini-oorlog in de directiekamer. Duitsers morren over hun Amerikaanse collega’s, die netto het viervoudige van het Duitse loon verdienen. Als zoethoudertje zijn de maandagmeetings van Stuttgart naar New York verplaatst, omdat Amerikanen weigeren op zondag naar Europa te reizen. Op één van die meetings, op 21 september, werd trouwens de afslanking van het management aangekondigd. Verschillende getalenteerde designers en managers vluchtten inmiddels weg bij Chrysler en kozen voor Ford of General Motors. Volgens Jürgen Hubbert omdat dergelijke personeelswissels bij een fusie onvermijdelijk zijn, maar in werkelijkheid omdat ze bedrijven verkozen die wél nog hun strategische beslissingen nemen in Amerika.
Sommige analisten geven Schrempp krediet. Enkelen onder hen vinden zelfs dat hij niet ver genoeg gaat. “De nieuwe structuur raakt niet aan de gescheiden aankooppolitiek voor losse onderdelen”, bemerkt John Lawson, hoofd automotive research van Salomon Smith Barney in The Financial Times. “Het was logischer geweest om aparte divisies te creëren voor passagiersauto’s, middelgrote en zware trucks, over alle merken heen.” Maar dat zou nogal ingrijpend zijn, zeker gezien de wankele positie van de groep op de beurs. Want voorlopig geven de cijfers Schrempp nog ongelijk. De beurs, vooral in de Verenigde Staten, gaf DaimlerChrysler al een flinke veeg uit de pan. Het concern, bij de fusie nog 2800 miljard frank waard, had vrijdag nog een beurswaarde van 2540 miljard. Dit gebeurde ondanks een omzet- en winststijging van 12% en 1036 miljard frank besparingen tijdens het voorbije jaar. Analisten voorspellen dat het alleen maar erger zal worden. “Amerikaanse investeerders zullen afwijzend reageren op de afzetting van Stallkamp en het hernieuwde geloof in de toekomst van Smart”, legt Andrew Blair-Smith van de afdeling automotive research van de Commerzbank in Frankfort uit in de Financial Times. Schrempp heeft zich bij DaimlerChrysler dus in een moeilijke positie gemaneuvreerd. De Amerikaanse investeerders zullen zijn verwezenlijkingen met argusogen bekijken. Als zijn ingrepen inderdaad leiden tot efficiëntere beslissingen, zullen ze hem vergeven. In het andere geval dreigt zijn hardnekkigheid als een boemerang in zijn gezicht te slaan.
FRANK DEMETS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier