Sterkte!
Er zijn nog zekerheden in het leven. Freya Van den Bossche (sp.a) is alweer minister. Dat zij en haar partijgenoot Pascal Smet samen nog niet kunnen tippen aan de bestuurservaring en dossierkennis van Frank Vandenbroucke, is voor de partij blijkbaar geen probleem. Ze zijn trouw aan de partijtop, blinken uit in oneliners en scoren daarom goed in de publieke opinie en in de voor de sp.a belangrijke media. ‘Rood konijn’ Ingrid Lieten zal in de Vlaamse regering dus nauwelijks kunnen rekenen op haar partijgenoten voor enig bruikbaar advies op haar maagdenweg in de politiek.
Sterke ministers, dat vroeg minister-president Kris Peeters (CD&V) aan zijn coalitiegenoten. Want de algemene wijsheid dat mensen het verschil maken, geldt ook in de politiek. Sterke ministers kunnen een regeerakkoord overstijgen en meer verwezenlijken dan wat op papier is afgesproken. Zwakke ministers komen vaak zelfs niet tot de uitvoering van akkoorden en kunnen de staat veel geld kosten. Dat bewijst Didier Reynders (MR) dagelijks in de federale regering. Vroeger kon een ijzersterk kabinet een minister nog uit de wind zetten, maar met de intentie de kabinetten af te slanken, vervalt deze optie steeds meer. Sterk zijn kan zich uitdrukken in dossierkennis, succesvolle bestuurservaring, bevlogenheid, empathie, teamspirit en liefst een combinatie van deze eigenschappen en meer. Aan de verdeling van de portefeuilles te zien, gelooft Kris Peeters alvast in de sterkte van zichzelf. En misschien wel alleen in die van zichzelf.
Kris Peeters neemt het enorme risico het minister-presidentschap én de bevoegdheid voor economie voor zijn rekening te nemen. Dat betekent dat Ingrid Lieten, die verantwoordelijk is voor het economische overheidsinstrumentarium, wetenschappelijk onderzoek en innovatie, bijna geen enkele beslissing op dat vlak kan nemen zonder Peeters van a tot z hierin te betrekken. De verwevenheid tussen de bevoegdheden van ministers is frappant in de hele Vlaamse regering. De bevoegdheidsverdelingen zijn allesbehalve coherent, waardoor ministers bijna continu elkaar moeten vinden in het nemen van beslissingen. Of een beroep moeten doen op de minister-president om knopen door te hakken. Zo werd de fel bejubelde portefeuille ‘onderwijs en werk’ uit elkaar gehaald. Specialisten argumenteren al jaren dat een goede invulling van de arbeidsmarkt begint bij de afstemming van het onderwijs op die arbeidsmarkt. Een beslissing in het ene domein beïnvloedt dan ook immens het andere. Waardoor beide departementen best door één meester worden beheerd.
De minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege (CD&V), is dan weer niet bevoegd voor energie. Freya Van den Bossche is dat wel. Blijkbaar hebben haar stookoliecheques dan toch bij bepaalde mensen indruk gemaakt. Maar ook al is ze minister van Energie, ze beslist in ieder geval niet over het nieuwe Vlaamse energiebedrijf. Dat doet Ingrid Lieten dan weer. En een goede begroting opmaken, is dezer dagen blijkbaar een sport. Want dat is ook een van de bevoegdheden van de minister van Begroting Philippe Muyters (N-VA). En onder binnenlands bestuur valt blijkbaar geen stedenbeleid, of platteland, of Brussel. Hoe ministers snel en efficiënt gaan beslissen, is een raadsel. En hoe snel de betrokken ambtenaren al deze bevoegdheidswissels in de praktijk kunnen omzetten, is eveneens afwachten.
Het begon nochtans allemaal goed. Bijna iedereen had applaus voor het Vlaamse regeerakkoord. Er is dan ook voor ieder wat wils: van investeringen in zachte en harde sectoren tot het maximaliseren van de Vlaamse bevoegdheden in de sociale zekerheid. Om het voorgestelde regeerakkoord inhoudelijk niet ambitieus genoeg te vinden, moet men dan ook een echte pessimist zijn.
Maar wie denkt dat het te betalen is, is wel een zeer grote optimist. Het regeerakkoord blinkt uit in het ontbreken van cijfermateriaal. Dat komt wel bij de begrotingsopmaak in september, suste Peeters. Dus wordt het begrotingsdocument een nog belangrijker werkstuk dan het regeerakkoord. Want de middelen zijn beperkt waardoor niet alle maatregelen uitgevoerd zullen worden. En dat zal mensen weer met beide voeten op de grond zetten. En vele ministers achterlaten met beperkte middelen. Dan zullen we pas merken hoe sterk de bewindslui werkelijk zijn. En anders is er misschien wel een uitweg voor enkele van hen naar de federale regering. Daar is de impasse en demotivatie zo groot, dat sterk zijn al geen voorwaarde meer is om er minister te worden.
DE AUTEUR IS HOOFDREDACTEUR.
An Goovaerts
Aan de verdeling van de portefeuilles te zien,
gelooft Kris Peeters
alvast in de sterkte van zichzelf. En misschien
wel alleen in die van
zichzelf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier