Sterkhouder
Het Amerikaanse Exxon Mobil Corp. ontstond eind 1999 uit de fusie tussen Exxon en Mobil. De situatie op de mondiale oliemarkt was toen min of meer vergelijkbaar met die van nu. De prijsdaling van een vat ruwe olie tot 10 USD leidde tot een grote consolidatiebeweging in de sector, waardoor reuzen als BP (samen met Amoco) Chevron (samen met Texaco) en Total (TotalFina en Elf) ontstonden. Exxon Mobil is de grootste publieke energiegroep ter wereld. Net zoals alle grote geïntegreerde energiegroepen heeft Exxon Mobil zowel een upstream- (exploratie en productie) als een downstreamactiviteit (raffinage en marketing). Daardoor is het bedrijf actief in ruwe olie, aardgas en afgeleide producten. Daarnaast is er ook nog een chemieafdeling.
De upstreamactiviteit presteerde in het vierde kwartaal, zoals verwacht, niet zo goed, gezien de aanhoudende daling van de olieprijs. Bij de Amerikaanse upstreamactiva was er zelfs een verlies van 538 miljoen USD. Dat werd gecompenseerd door een winst van bijna 1,4 miljard USD bij de niet-Amerikaanse productieactiviteiten. Gecombineerd droeg de upstreamdivisie in het vierde kwartaal nog 857 miljoen USD bij aan de groepswinst. Dat is 4,6 miljard USD minder dan een jaar eerder. Daartegenover staat dat de afdeling wel nog altijd winstgevend was, wat bij de meeste sectorgenoten niet het geval was.
Exxon Mobil produceerde gemiddeld 4,25 miljoen vaten olie-equivalent (olie en aardgas gecombineerd) per dag, 4,8 % meer dan een jaar eerder. De inkomsten bij downstream worden bepaald door het verschil tussen de aankoopprijs van ruwe olie en de verkoopprijs van geraffineerde producten (zoals benzine, diesel en stookolie). Dankzij de hogere raffinagemarges in het vierde kwartaal zag downstream de winst toenemen tot 1,35 miljard USD, tegenover 854 miljoen USD een jaar eerder. Samen met de winst van de chemieafdeling kwam de groepswinst in de laatste trimester van 2015 uit op 2,78 miljard USD, 58 % minder dan een jaar eerder.
Over het volledige boekjaar 2015 was er een winst van 16,1 miljard USD. Op zich een indrukwekkend cijfer, maar wel de laagste winst sinds 2002. Omgerekend per aandeel daalde de groepswinst naar 3,85 USD, tegenover nog 7,6 USD in 2014. De kapitaaluitgaven namen met een vijfde af, tot 31,1 miljard USD. De operationele kasstroom lag daar met 32,7 miljard USD boven. Toch volstaat dat overschot van 1,6 miljard USD niet, als we ook de uitbetaling van het dividend (12 miljard USD op jaarbasis) en de inkoop van eigen aandelen (2 miljard USD) in rekening brengen. Daarom wordt voor het eerst in vijftien jaar de aandeleninkoop opgeschort. Aan het dividend wordt voorlopig niet geraakt.
Exxon Mobil zal dit jaar de kapitaaluitgaven verder terugschroeven naar 23,2 miljard USD. Het wereldwijde overaanbod wordt geschat op ongeveer 1,5 miljoen vaten per dag. In de Verenigde Staten bevinden de voorraden zich bovendien 35 % boven het vijfjarige gemiddelde en in de buurt van een historisch record. Gelukkig lijkt de olieprijs een hogere bodem te hebben gevormd en kan hij minstens voor enige tijd een herstelbeweging maken, want de raffinagemarges staan onder druk. Een test van de bodemprijs later dit jaar lijkt wel nog mogelijk.
Conclusie
De olieprijs lijkt minstens tijdelijk uit te bodemen. Voor de lange termijn mogen beleggers wel stilaan weer beginnen uit te kijken naar de grote, geïntegreerde oliemaatschappijen. ExxonMobil keert naar Amerikaanse normen een royaal dividend uit (rendement van 3,6 % bruto), maar de Europese concurrenten doen het nog een stuk beter. Ze zijn ook lager gewaardeerd. Vandaar dat Total (lees p. 3), Royal Dutch Shell en Statoil een licht voordeel krijgen. Maar ook van Exxon Mobil verwachten we de komende jaren een koersprestatie die beter is dan het marktgemiddelde.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier