Stalin als opperpsychopaat
Ergens in de inleiding van Verbrannte Erde. Stalins Herrschaft der Gewalt schrijft auteur Jörg Baberowski dat hij ‘s nachts niet goed kon slapen tijdens het schrijven van het boek. Het wordt al gauw duidelijk waarom. Er gaat geen pagina voorbij zonder dat iemand, en vaak tientallen mensen tegelijk, wordt gefolterd of gedood. We geven niet te veel details, maar de uitvoerders van massale executies wasten hun handen en hun lichaam na gedane arbeid met eau de cologne, omdat mensenbloed toch zo stonk. Tijdens folteringen werden hersenpannen tegen het plafond gekwakt, ogen uitgestoken, ruggen gebroken. Op die manier werd ‘bewijsmateriaal’ vergaard voor een antirevolutionaire samenzwering.
Jörg Baberowski, hoogleraar geschiedenis van Oost-Europa in Berlijn, omschrijft het Stalintijdperk als een psychopathische periode, waarin de grootste psychopaat aan het roer stond. De Sovjetleider kende geen groter geluk dan mensen de dood in te jagen. Via een verdeel-en-heerstechniek, onderbouwd met een genadeloze terreur, kon hij zijn macht uitbouwen en bestendigen. Zelfs zijn eigen zoon, een krijgsgevangene van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog, offerde hij op. In de wereld van Stalin was geen plaats voor zwakkelingen die geen bloed aan hun handen hadden. Enkel een beroerte op 1 maart 1953 maakte een einde aan het regime van de tiran.
Baberowski omschrijft Stalin als een primitieve bendeleider, die enkel met genadeloos geweld zijn stempel kon drukken. Van intellectuelen moest hij niet weten, hij omringde zich met knechten uit ongeletterde milieus. Het Sovjetimperium legde voor hem de ideale voedingsbodem. Lenin en consorten konden enkel hun wil opleggen aan de Russen, omdat zij veel meer dan andere partijen onverbiddelijk te werk gingen. Toen Lenin in maart 1919 voor de eerste keer in zijn leven een arbeidersmenigte in een fabriek in Leningrad toesprak, werd hij uitgejouwd. Hij liet meteen 200 arbeiders neerschieten, honderden werden gearresteerd.
Stalin voerde die terreur naar een hoogtepunt. Zowat alles en iedereen kon van antirevolutionaire agitatie worden beschuldigd. In het Sovjetrijk ontbrak elke vorm van checks-and-balances, institutionele tegenwichten voor de uitvoerende macht. Het verklaart ook waarom Stalin, die in de jaren twintig nog een relatief onbekende figuur in de partij was, de macht kon grijpen. Stalin had nooit uitgeblonken in kennis van het marxisme. Maar hij was wel de grootste psychopaat van allemaal.
Het verklaart volgens Baberowski mee waarom de Sovjet-Unie uiteindelijk toch mee de Tweede Wereldoorlog won. De soldaten werden als louter kanonnenvlees ingezet. Vooraan wachtten de vijandelijke troepen, maar achteraan wachtte de al even gevreesde staatsveiligheid. Soldaten die zich terugtrokken, werden door die diensten neergeknald of gedeporteerd. De kans tot overleven was dus toch nog iets groter vooraan in de vuurlinie.
WOLFGANG RIEPL
Jörg Baberowski. Verbrannte Erde. Stalins Herrschaft der Gewalt. C.H. Beck, München, 2013, 606 blz., 25 euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier