Solvay krijgt een MBO te slikken
Solvay is zijn Nederlandse dochter voor voorschriftvrije geneesmiddelen kwijt. Vemedia kocht zich vrij met de centen van twee Belgen en een Nederlander. Maar hou het stil, want de overgang moet “zo onmerkbaar mogelijk” verlopen.
Voorlopig hoeft Omega Pharma zich op de Belgische markt geen zorgen te maken. Vemedia, tot vorige week een dochter van Solvay Pharmaceuticals, blijft tot nader order een strikt Nederlands verhaal. Chefaro, de tak voorschriftvrije geneesmiddelen die Omega Pharma kocht van het Nederlandse Akzo Nobel, is daar al jaren een concurrent. En toch zal het Marc Coucke niet zijn ontgaan dat alle aandelen van de Nederlandse farmadistributeur nu in handen zijn van Vemedia Pharma uit Kortrijk. De Belgische vennootschap werd op 11 juli boven de doopvont gehouden en is er omdat twee van de aandeelhouders in België zijn gevestigd. “Maar als we geografisch willen uitbreiden, is het handig dat er al een Belgisch vehikel is,” geeft gedelegeerd bestuurder Nico Alberts toe. Een goed verstaander leest de ambitie dan wel tussen de lijnen.
Alberts heeft zelf 4% van de aandelen in de moedervennootschap in handen. De twee andere geldschieters zijn de Belgen Paul Van den Heuvel (48%) en Yvan Vindevogel (48%). Vooral de laatste van het duo valt op. Vindevogel is de oude kompaan van Marc Coucke en medeoprichter van Omega Pharma. Binnen het nieuwe Vemedia wil Vindevogel – van opleiding is hij apotheker – zich vooral toeleggen op de productontwikkeling en marketing. “Ik neem dus wel degelijk een operationele functie op,” zegt Vindevogel. Van den Heuvel zal zich bezighouden met de financiële en administratieve kant. Alberts blijft de dagelijkse leiding van het bedrijf waarnemen. En over de toekomstplannen in België wil ook hij niet te veel kwijt. Vindevogel: “De strategische lijnen zijn nog niet helemaal vastgelegd. Het staat alleen vast dat we in Nederland snel willen uitbreiden.”
Een mix van pillen en poeders
Vandaag is Vemedia de nummer zes in de Nederlandse ranglijst van leveranciers van zelfzorggeneesmiddelen. Naast geneesmiddelen levert het echter ook een aantal huishoudelijke insecticiden. Zo bevat het gamma bijvoorbeeld producten tegen maagdarmklachten ( Norit), kalmeringsproducten ( Valdispert), vitaminen ( Omnivit) in zijn gamma, maar ook de muggenverdelgers Roxasect en Baygon.
Het idee om Vemedia te kopen komt van Vindevogel en Alberts. Ze kennen elkaar al jaren. Het is wel Alberts die al in de loop van 1996 aan het Solvay-hoofdkwartier voorstelde om Vemedia in de etalage te zetten. Hij had toen van het Solvay-hoofdkwatrier de opdracht gekregen om de sector van de voorschriftvrije geneesmiddelen door te lichten. Op die manier wilde het chemieconcern uitmaken wat het op lange termijn aanmoest met die tak. Ook toen gaf Alberts al aan dat hij wel geldschieters wilde zoeken voor een management buy-out (MBO).
Blijkbaar kon Solvay niet meteen afstand doen van de voorschriftvrije tak. Alberts zoekt de verklaring in de algemene verwachtingen van de sector op dat moment. In die periode geloofde nog iedereen in de industrie dat heel wat voorschriftgeneesmiddelen uiteindelijk zouden verschuiven naar de voorschriftvrije tak. Dat gebeurde het afgelopen decennium wel met een paar producten, maar die stroom is intussen afgenomen. Wat de scepsis van heel wat farmagroepen over de toekomst van hun consumentengeneesmiddelen doet groeien.
Eind jaren negentig integreerde Solvay de distributie van zijn voorschriftvrije medicijnen in de farmadivisie. Behalve in Nederland. “Dat komt omdat we een beetje een apart geval waren met Vemedia,” weet Alberts. “We zijn winstgevend, we hebben ook de verkoop van een aantal insecticiden in ons gamma en we werken bovendien als verdeler voor andere bedrijven. De Nederlandse distributie verschilt trouwens ook van die in de buurlanden. De markt voor zelfzorggeneesmiddelen verloopt er grotendeels via de drogisterijen. Dat is niet zo in de andere West-Europese landen, waar apothekers een veel centralere rol spelen.”
De aanhouder wint
Maar vorige week kon de verkoop dus wel doorgaan. Solvay-woordvoerster Puck Bossert licht de verkoop toe: “Solvay Pharmaceuticals wil zich toeleggen op zijn kerntaken: geneesmiddelen op voorschrift. In dat licht stoten we niet-kernactiviteiten af. Vemedia vertegenwoordigde minder dan 1% van de omzet van Solvay Pharmaceutivals Europe en hoorde niet tot de kernactiviteiten.”
Nochtans droeg Vemedia zijn steentje bij tot de winst van Solvay. In 2001 maakte de vennootschap goed 1 miljoen euro nettowinst. Logisch dat het chemieconcern de dochter niet overhaast kwijt wilde. Vemedia bestaat sinds 1983, toen Solvay bij de overnames van Kalichemie en Duphar besloot de voorschriftvrije activiteiten van beide samen te brengen in één bedrijf. Dat eerste jaar bedroeg de omzet dik 2,5 miljoen euro. In 2001 was dat meer dan verviervoudigd tot 11 miljoen euro. “Die groei is volkomen organisch,” weet Alberts. “We hebben daarbij een soort tweesporenstrategie. Aan de ene kant bouwen we onze eigen merken verder uit. Daarnaast treden we als distributeur op voor andere bedrijven die zelf geen eigen verkoopploeg hebben.”
Al een jaar of tien is het intussen duidelijk dat voor Solvay Pharmaceuticals de focus ligt op receptgeneesmiddelen. En hoewel de tak voorschriftvrije geneesmiddelen (OTC in het jargon) niet werd verkocht, investeerde Solvay niet echt in de consumentengeneesmiddelen. “Er moet engagement zijn om de groei te maximaliseren,” benadrukt Alberts. “Nu we zelfstandig zijn, zijn we een stuk flexibeler en hebben we de ruimte om te groeien.”
Het oog van de naald
De jongste jaren kende Vemedia een stevige groeischeut. In 1999 sloot het distributieakkoorden voor de verdeling van Dentinox en Omnivit. Maar vooral in 2000 maakte het bedrijf een grote sprong. Bayer besloot toen de distributie van consumentengeneesmiddelen in Nederland uit te besteden. Daardoor kreeg Vemedia aspirine en de muggenkiller Baygon in zijn gamma. De omzet maakte een sprong van 15 miljoen naar 25 miljoen gulden.
Goed twee jaar geleden rakelde Alberts bij Solvay opnieuw het thema op van een eventuele verkoop van Vemedia. Hij stelde dat Vemedia zich veel flexibeler kan ontwikkelen op eigen kracht dan onder de vleugels van Solvay. “We hoeven niet voor elk distributiecontract een toestemming van de hoofdzetel te vragen,” zegt Alberts. “Bovendien kunnen we dan makkelijker investeren in eigen onderzoek.”
Alberts benadrukte dat bij een MBO de hele ‘going business’ met alle werknemers – dat zijn er overigens maar vijftien – werd overgenomen. Dat bleek een argument en leidde afgelopen oktober tot een letter of intent. En dus kon Alberts op zoek gaan naar investeerders. Lang hoefde hij niet te zoeken want hij kende Vindevogel en die kende Paul van den Heuvel weer. Dus kwam het erop aan een faire prijs te vinden. “Dat heeft tijd in beslag genomen,” weet Alberts. “Eerst omdat de Nederlandse overheid de reglementen van de ongediertebestrijders verstrengde. Dat had een impact op onze omzet voor 800.000 euro. En daarna omdat Bayer in februari aankondigde de insecticiden Baygon en Autan wereldwijd in de etalage te zetten.” Dat laatste zorgde voor een serieuze vertraging van de gesprekken. “Maar door dat risico ging er een stuk van de prijs af,” blikt Vindevogel terug. De uiteindelijke prijs wil geen van de partijen noemen.
De banden met Solvay worden overigens niet helemaal doorgeknipt. Want de administratie en het logistieke gedeelte van Vemedia is gebeiteld in een driejarig contract met de voormalige moeder. Solvay blijft de logistiek en de boekhouding verzorgen. Tegen betaling uiteraard. Alberts: “We wilden ervoor zorgen dat wat goed liep, niet fout gaat omdat er een andere eigenaar is. Vernieuwingen hebben altijd kinderziekten, en die wilden we vermijden. De overgang moet zo onmerkbaar mogelijk gebeuren.”
Roeland Byl [{ssquf}]
roeland.byl@trends.be
“Vernieuwingen hebben altijd kinderziekten en die willen we vermijden. De overgang moet zo onmerkbaar mogelijk gebeuren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier