Sociale zekerheid. Wat krijg ik voor 1000 frank ?

De sociale-zekerheidsbijdragen duwen de arbeidskosten omhoog, de werkgelegenheid omlaag. De SZ-financiering moet verzekerd blijven maar mag niet te zwaar wegen. Een dilemma.

Er gaan steeds meer ballonnetjes op om ons roemrucht stelsel van sociale zekerheid anders te financieren. Een uitdagende klus voor de volgende regering. Hoe pakt men het in andere Europese landen aan ? “De financieringssystemen in de Europese landen lopen sterk uiteen, ” weet professor Danny Pieters (KU-Leuven), kernlid van de Sociura-werkgroep, die ons sociale-zekerheidssysteem grondig doorlicht. “Sommige landen, zoals de Skandinavische, hebben een sterk fiskale financiering (langs direkte en indirekte belastingen), maar men hoort er recentelijk stemmen opgaan om in het kader van de Europese eenmaking minder via fiskaliteit te financieren en meer langs loonbijdragen. In andere landen dan weer meent men dat de Europese eenmaking veeleer een fiskale financiering noodzakelijk maakt. ” Pieters waarschuwt dan ook om met zulke internationale vergelijkingen erg voorzichtig zijn. “Zeker is wél dat vele landen hun loonkosten als te zwaar ervaren : de loonwig is te groot. “

CAVALIER SEUL.

Kan een klein land als België met een erg open ekonomie op zijn dooie eentje beslissen om de financiering van zijn sociale zekerheid radikaal te gaan verschuiven van de arbeid (het loon), naar de konsumptie (de BTW) ? Danny Pieters : “In een internationale kontekst is het recente voorstel in die zin van kollega Roger Blanpain niet haalbaar. Procentueel belangrijke BTW-verhogingen doorvoeren kun je niet zonder Europese afspraken. Bijna overal in ons landje ben je op maximaal één uur rijafstand van een buurland. Dan kan men toch in een handomdraai elders goedkopere produkten gaan halen ? “

Men mag zich niet blind staren op de financiering van het stelsel, vindt Pieters, maar moet ook kijken naar het “produkt” sociale zekerheid : “Wat krijg ik voor 1000 frank bijdrage in de plaats ? Dat is een oefening die men niet aandurft. Wat kost het hele apparaat ? Zo is het bedrag, dat besteed wordt aan sociale zekerheid, uitgedrukt in een procent van het BNP hetzelfde in Denemarken als in Italië. Maar een kind van tien kan zien dat de output er heel verschillend is. We maken wel vrij vlot zulke procentuele internationale vergelijkingen, maar die geven nog geen informatie over de sociale-zekerheidssystemen zelf. Je moet niet alleen kijken naar het prijsticket, maar ook naar de kwaliteit. “

Én men moet ook oog hebben voor de logika van het systeem. Danny Pieters : “Het gaat niet op bepaalde stelsels van de sociale zekerheid te gaan spijzen met belastingontvangsten van eenieder, wanneer die stelsels beperkt blijven tot één bepaalde bevolkingsgroep. Een pensioenregeling, die duidelijk gunstiger is voor één groep dan voor een andere, kan men niet ondersteunen met algemene middelen. Sleutel je dus aan de financiering van het stelsel, dan zal dit ook een impact hebben op de struktuur ervan nadien. Ik ondersteun het VEV-voorstel om de sociale zekerheid op te delen in arbeidsgebonden en kostendekkende stelsels. De eerste, zoals de pensioenen en de werkloosheidsverzekering, worden dan bij voorkeur geschraagd door bijdragen op het loon. Kostendekkende stelsels zoals gezondheidszorgen en kinderbijslagen worden gefinancierd met algemene belastingontvangsten. Akkoord. Maar komen kinderbijslagen bijvoorbeeld uit de fiskale afdrachten van alle burgers, dan moeten die bijslagen voor iedereen dezelfde zijn. Maakt niet uit of dat nu kinderen zijn van zelfstandigen, van werknemers of van ambtenaren. Ook voor iedereen eenzelfde pensioen dus, wanneer je de sociale zekerheid niet langer financiert via loonafdrachten maar via verhoogde BTW, zoals Blanpain dat wil. Praten over de financiering, zonder de konsekwenties daarvan door te trekken naar de struktuur van het stelsel, dat gaat niet op. Je moet toch ergens proberen het systeem logisch te houden. “

UNIVERSELE BIJDRAGEN.

Het VEV ziet de financiering van de sociale zekerheid nogal eng, vindt Pieters : “Je mag dat niet beperken tot bijdragen op het loon of belastingen. ” Voor mij is er nog een tussenweg : universele bijdragen. Financier je zo het systeem, dan gaan de gelden niet naar de staat maar naar het sociale-zekerheidsfonds. In plaats van de direkte inkomstenbelasting te verhogen, kan men dan een soort sociale opcentiemen invoeren. Zo’n autonoom fonds is dan een vaste inkomstenbron voor de sociale zekerheid zonder dat daarrond telkens een politieke besluitvorming moet plaatsvinden. Het lijkt me zuiverder bijdragen te hebben die rechtstreeks naar het stelsel gaan, dan te werken met belastinggelden, die samen in de grote pot terechtkomen. Vind u het niet vreemd dat, uitgerekend op een ogenblik waarop wij de landen van Oost-Europa aanraden hun sociale zekerheid met aparte fondsen te spijzigen, wijzelf juist in de omgekeerde richting gaan werken ? “

BDB

DANNY PIETERS (KU-LEUVEN) Pleit voor een autonoom sociale-zekerheidsfonds, te spijzen met sociale opcentiemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content