SOCIALE UITSLUITING. CYNISME OF ENGAGEMENT ?

Vandaag, donderdag 11 mei, komt een puikje van de Europese bedrijfstop samen in Londen voor een tweedaagse konferentie over bedrijven en sociale uitsluiting. In januari was er een eerste informele bijeenkomst in Brussel. Een aantal mensen tekende toen een algemeen manifest tegen sociale uitsluiting. Het leek wat op “kijk eens hoe mooi en maatschappelijk bewust we zijn”. Maar met deze nieuwe serieuzere aanzet lijken de initiatiefnemers de 17 miljoen werklozen en de 53 miljoen armen in de EU ernstig te nemen.

In Londen komen, na het openingswoord van Jean Gandois, een aantal bedrijfsleiders hun konkrete initiatieven tegen sociale uitsluiting voorstellen. Van Belgische zijde is er Christian Leysen, die zal uiteenzetten op welke manier Ahlers betrokken is bij de buurtontwikkeling van de beruchte Antwerpse Seefhoekwijk. De slottoespraak wordt door Steve Davignon, voorzitter Generale Maatschappij van België, gehouden. De man met één van de best gevulde adresboekjes in Europa. Goed voor zaken, maar ook goed voor dit initiatief.

– TRENDS. Wat is het belang van deze groep bedrijfsleiders die verklaart tegen sociale uitsluiting te willen vechten ? Is dit vrijblijvend of is er echt engagement ?

– DAVIGNON. Dit zijn meer dan mooie woorden. Er bestaat geen fundamentele tegenstelling tussen de kompetitiviteit van de onderneming en de bekommernis over de maatschappij. Een omgeving die verstoord is, heeft ook een negatieve invloed op het management van een bedrijf. Dat is echter niet vanzelfsprekend en dit punt moet aangetoond worden.

– Is de strijd tegen sociale uitsluiting niet in de eerste plaats een taak van de overheid ?

– Niet uitsluitend. Het is makkelijk voor de bedrijven om te zeggen dat dit een probleem is voor de overheid. Dat is een misplaatst pingpongspel. We moeten samenwerken. Eén van de belangrijkste opdrachten van dit initiatief is een brug te slaan over de verantwoordelijkheden van de verschillende spelers heen : bedrijf, regio, overheid.

– Hoe moet de uitsluiting aangepakt worden ?

– Dat is één van de moeilijkheden. Iedereen dacht dat dit een kontroleerbaar probleem was. Maar dat is niet zo. We moeten studies maken. Hoe gebeurt uitsluiting ? Waar begint ze ? De arbeidsmarkt is veel minder goed begrepen dan andere aspekten van de markt. Dat is het makro-ekonomische luik. De konferentie heeft ook een mikro-ekonomisch doel : een netwerk maken tussen bedrijven in Europa om zo hun specifieke ervaringen te bekijken. Wat Christian Leysen doet in Antwerpen is interessant en van belang. Net als het voorbeeld van de Accor-hotelgroep, die jongeren aanwerft die sociaal uitgesloten zijn. Het is belangrijk dat sommigen iets durven.

Ik hoop dat de konferentie aanleiding zal geven tot de oprichting van een data-room op het niveau van de Europese Kommissie, waarbij alle mogelijke experimenten in bedrijven verzameld worden. Die gegevens moeten vertrouwelijk blijven, want het kan ook gaan over experimenten die mislukt zijn.

– Sociale uitsluiting treft verschillende groepen. Zijn er voorkeuren in de bestrijding ?

– Er zijn inderdaad verschillende kategorieën die elk om verschillende redenen worden uitgesloten. Voor de jongeren is dit probleem heel belangrijk. Als zij geen perspektief meer hebben, is dat het gevaarlijkst. Als ze immers alle hoop verloren hebben, dan is het moeilijk hen te rekupereren. Werkloosheid mag niet het enige perspektief zijn.

Een andere problematiek is een gevolg van de globale markt : de maatschappelijke veranderingen gebeuren sneller. Welke kansen krijgen de mensen om zich aan te passen ? Er is daarvoor grotere flexibiliteit nodig. We hebben te lang aan het status-quo vastgehouden.

– Welke reakties hebt u ontvangen na de eerste publieke verklaring van januari ?

– Er is sympatie en skepsis. Maar de reakties zijn positiever dan ik gedacht had. In Vlaanderen en Wallonië zijn er mensen die de zaak ernstig willen bekijken, die mee van het algemene kader naar het meer precieze willen evolueren. Tegen eind ’95 willen we zien hoe ver we gekomen zijn. We moeten akties ontwikkelen en een betere kennnis vergaren.

Deze aktie is ook voor België heel belangrijk, want de verkiezingen van 21 mei zullen weer sukses brengen voor Vlaams Blok en Front National, denk ik. Wij als bedrijfsleiders moeten helpen tonen dat we de zaken niet zo laten, we moeten bewijzen dat we iets doen.

– Wordt dit initiatief een sociale vorm van de ekonomisch gerichte Round Table of Industrialists ?

– Hier hebben we meer mensen nodig dan voor de Round Table. Sociale uitsluiting is ook niet alleen een probleem van de grote bedrijven. We moeten ook de kleine ondernemingen bereiken. En ook niet alleen de industrie, maar ook de diensten.

– Voor de kleine bedrijven is het toch veel moeilijker om specifieke akties te ontwikkelen naar bijvoorbeeld het aanwerven uit risicogroepen.

– Ze moeten een specifieke bijdrage leveren. We kunnen hen wel vertellen hoe ze iemand moeten aanwerven met niet zo’n best verleden. Maar we kregen uit deze hoek nog geen reakties. We moeten daarvoor eerst verder studeren en specifieker worden. Kleine bedrijven hebben geen tijd voor losse babbels over algemeenheden. Zij zoeken naar zaken die onmiddellijk voor hen voordeel opleveren.

– Is uw steun aan deze aktie een persoonlijk engagement of gebeurt dit namens de Generale Maatschappij.

– Als er geen persoonlijk engagement is, kom je nergens. Ik heb niet getekend namens Generale Maatschappij. We hebben de zaak wel besproken en onmiddelijk geoordeeld dat dit een belangrijk initiatief is. We willen dit serieus aanpakken. Dit is geen crazy idee van de voorzitter.

– Doen de Generale Maatschappij of haar dochters zelf iets konkreets ?

– We werken hoofdzakelijk met universitairen. We kunnen dus niet zoveel doen. Toch geven we elk jaar vijf mensen een stage van een jaar zodat ze beter gewapend op de markt komen. Bij de dochters gebeurt er vanalles, maar ik laat de eer aan hen.

GUIDO MUELENAER

Wie meer wil weten over dit manifest kan terecht bij Dominique Cobut, human resources director Glaverbel, tel. (02)674.30.41 of Jan Noterdaeme, consultant Europese Kommissie, tel. (02)509.15.70.

ETIENNE DAVIGNON (GENERALE MAATSCHAPPIJ VAN BELGIE) Bedrijfsleiders moeten maatschappelijke problemen ter harte nemen omextreme partijen wind uit de zeilen te nemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content