SOCIAAL AKKOORD MOET MEER ZIJN DAN KNIP- EN PLAKWERK
Het voorstel van Unizo om de arbeidstijd te verlengen is het minimum minimorum om de concurrentiekracht aan te zwengelen.
Een indexsprong om de loonkosten van de bedrijven onder controle te houden? Neen, zeggen de vakbonden. Een bijsturing van het automatische-indexeringssysteem waarbij de loonstijgingen worden doorgevoerd op basis van de verwachte inflatie? Nee, klinkt het in syndicale kringen. Als er tijdens het komende interprofessionele overleg voor 2013-2014 maatregelen worden afgesproken om de concurrentiekracht van de ondernemingen te versterken, dan blijft er volgens Unizo maar één mogelijkheid over: twee uur per week langer werken voor hetzelfde geld.
Dat voorstel werd vorige week door Karel Van Eetvelt, de topman van de kmo- en zelfstandigenorganisatie gelanceerd. Van Eetvelts scenario moeten de sociale partners niet alleen overwegen, maar onmiddellijk doorvoeren. Zo’n maatregel heeft twee voordelen. Ten eerste zorgt het de facto voor een loonkostenverlaging van de bedrijven. Ten tweede is het een flexibiliseringsinstrument.
Het moet mogelijk zijn om zowel op sector- als op bedrijfsniveau vrij te kiezen voor zo’n arbeidsduurverlenging. In Duitsland hebben bedrijven in het verleden voor dit scenario gekozen. De Duitse vakbonden stapten erin mee omdat ze tegelijk de garantie kregen van de werkgevers dat geen jobs zouden worden vernietigd.
Zijn de Belgische vakbonden bereid het voorbeeld van de oosterburen te volgen? De kans is klein. Bij het ABVV neemt de druk van de Waalse metallo’s op de top toe. Bovendien gaan vakbonden er nog altijd van uit dat een economie draait op basis van een bepaalde hoeveelheid werk. Als iemand meer uren werkt, dan betekent dat minder jobs voor anderen. Deze theorie is door empirisch onderzoek al jaren achterhaald.
De werkgevers doen er goed aan niet alleen met de eis voor een arbeidsduurverlenging naar de onderhandelingstafel voor het IPA 2013-2014 te stappen. Ze moeten ook een lineaire loonkostenverlaging eisen. De minderinkomsten voor de sociale zekerheid op korte termijn kunnen worden gecompenseerd door een daling van de primaire uitgaven (zonder rentelasten) die in tien jaar stegen van 42 naar bijna 50 procent van het bbp.
Als de minister van Financiën, Steven Vanackere (CD&V), zegt dat lagere loonkosten automatisch verplicht moeten worden gecompenseerd door een hogere belasting elders, dan staat zijn betoog op gespannen voet met de werkelijke mogelijkheden. Een verlaging van de loonwig (het verschil tussen loonkosten en nettoloon) met 10 procentpunt verhoogt de werkgelegenheidsgraad met gemiddeld 3,7 procent, berekende de OESO. Het is de snelste manier om onze werkzaamheidsgraad van 67 procent naar de Europese doelstelling van 75 procent te brengen.
België heeft nood aan zo’n gedurfd interprofessioneel akkoord. In het verleden was het IPA al te vaak oppervlakkig knip- en plakwerk. De werkgevers kregen wat lastenverlagingen voor doelgroepen en de regering kwam voor de vakbonden over de brug. Dat marchanderen deed het Belgische sociale model meer kwaad dan goed. Er is nood aan een sociaaleconomisch paardenmiddel.
ALAIN MOUTON, Redacteur Trends
Vroeger marchanderen heeft het Belgische sociale model meer kwaad dan goed gedaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier