Snuffelen aan de stadsbiotoop
Met zijn baanbrekende techniek om de luchtkwaliteit te meten staat Roeland Samson (46) aan de wereldtop. Maar het verwerven van octrooien is geen prioriteit.
Waarom moet u deze onderzoeker kennen?
Roeland Samson is hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen. Hij is de bedenker van het AIRbezen in Antwerpen (2014) en hij was betrokken bij het project CurieuzeNeuzen (2016) van zijn Brusselse collega Filip Meysman. De luchtkwaliteit staat in beide projecten centraal. Samson gebruikt planten – bijvoorbeeld aardbeiplanten en klimop – om de luchtkwaliteit te meten en hij schakelt de stadsbevolking in om die plantjes te onderhouden.
Deze week stelde het team de resultaten van het AIRbezen-project in Oost-Vlaanderen voor. Er zijn 10.000 plantjes uitgedeeld. Na twee maanden werden de blaadjes afgeknipt en aan de onderzoekers bezorgd. Partikels die vrijkomen door verbrandingsmotoren, en door slijtage van banden en remschijven, zetten zich af op planten die in de buitenlucht groeien. Door die blaadjes te magnetiseren wordt gemeten hoeveel deeltjes zich hebben afgezet op de planten. Zo kan de luchtverontreiniging lokaal in kaart gebracht worden.
Wat maakt het onderzoek revolutionair?
Het onderzoek van Samson biedt de mogelijkheid de luchtkwaliteit fijnmaziger te meten. In het verleden werd enkel gewerkt met sensoren. Door er een biologische component bij te betrekken, wordt het duidelijk dat de metingen grondig verschillen, afhankelijk van de bebouwing en de vegetatie. “We kijken naar de stadsbiotoop”, zegt Samson. “Aan de ene kant bestuderen we de impact van de luchtkwaliteit op de vegetatie, aan de andere kant de impact van vegetatie op de luchtkwaliteit. We zetten planten in als meetstations en proberen te onderbouwen hoe de aanwezigheid van groen steden leefbaar kan maken. Tegenwoordig moeten planten aan steeds meer eisen voldoen. Ze moeten CO2 opnemen, de opwarming tegengaan met schaduw en voor biodiversiteit zorgen. Eigenlijk moeten het superbomen zijn.”
Hoe gerenommeerd is zijn onderzoeksgroep?
De onderzoeksgroep aan de Universiteit Antwerpen telt een tiental doctoraatsstudenten, twee postdocs en Samson zelf. Daarmee blijft de kostprijs van het onderzoek onder 1 miljoen euro per jaar. Toch staat zijn team aan de wereldtop. “In de monitoring van de luchtkwaliteit via planten staat niemand zover als wij. Voor de studie van de voor- en de nadelen van stedelijk groen zitten we ook in de Europese kopgroep”, zegt Samson.
Zijn economische toepassingen mogelijk?
Het onderzoek biedt mogelijkheden om aan stadsbesturen beleidsadvies te geven. Maar een onderzoeksproject als AIRbezen kan ook een middel zijn om de bevolking te bereiken. “Heel wat firma’s contacteren ons ook over nieuwe soorten groengevels”, zegt Samson. “Het draagvlak groeit.”
Toch is het onderzoeksteam niet uit op het verwerven van octrooien. Het concept wordt ook elders toegepast. Er waren al AIRbezen-projecten in Nederland en Spanje. “Het is fijn dat het idee internationaal gaat, maar we claimen dat niet economisch”, zegt Samson. “Onze methode is beschreven en behoort tot het publieke domein. Het is gewoon de bedoeling de collega’s een stapje voor te blijven.”
Waar haalt hij inspiratie? Samson is een natuurliefhebber met een wetenschappershart. Of omgekeerd. “Ik heb collega’s die superslim zijn. Zo ben ik niet”, zegt hij. “Maar ik ben wel sterk in de creativiteit die een onderzoeker aan de dag moet leggen. Wetenschap is ook een soort kunst. Net zoals Picasso een fietszadel combineert met een stuur om een stier uit te beelden, moet een wetenschapper creatief kijken naar de werkelijkheid.”
De natuur zelf wijst de weg. En een flinke dosis koppigheid. Samson: “Grote wetenschappers als Charles Darwin en Albert Einstein konden het wereldbeeld alleen bijstellen door ertegen in te gaan. Die tegendraadsheid vind je in het klein ook in mijn burgeronderzoeken en magnetische analyses. Ook ik heb moeten vechten tegen vooroordelen. Wat wij nu als logisch beschouwen, is niet altijd logisch geweest.”
iedere maand stellen we een wetenschapper voor wiens werk belangrijk kan worden voor de economie.
Roeland Byl, fotografie Franky Verdickt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier